Langdurige werkloosheid daalt

Als gevolg van het gunstige economisch klimaat is de omvang van de werkloze beroepsbevolking van 1994 tot eind 1998 met een derde verminderd. In 1994 waren 547 000 mensen werkloos. Vier jaar later waren dat er nog maar 348 000. Deze trend zet door in 1999. Sinds 1981 is de werkloosheid niet meer zo laag geweest.

Ook langdurige werkloosheid neemt af

Langdurig werklozen vinden moeilijker een baan dan mensen die kort geleden werkloos werden.

Toch daalde zowel het aantal kort- als langdurig werklozen in de periode 1994 tot en met 1998. In oktober 1999 waren er onder de geregistreerde werklozen 111 000 mensen korter dan een jaar zonder werk en 100 000 mensen langer dan een jaar.

Het aantal mensen dat korter dan een jaar onvrijwillig zonder werk zit nam af met bijna 40%. De categorie die langer dan een jaar werkloos is, daalde met ruim 30%.

Deze ontwikkeling verloopt over de jaren heen overigens niet gelijkmatig. De kortdurige werkloosheid nam aldoor af, terwijl de langdurige werkloosheid pas na 1995 ging dalen.

Dit komt doordat er bij een gunstige arbeidsmarkt minder mensen worden ontslagen en doordat mensen die nog maar kort zonder werk zitten in eerste instantie makkelijker aan werk kunnen komen. Pas na verloop van tijd heeft de krapte op de arbeidsmarkt ook een positief effect op de langdurige werkloosheid.

Kort- en langdurige werkloosheid

Kort- en langdurige werkloosheid

Allochtonen vaak langdurig werkloos

Van de allochtone beroepsbevolking is bijna 13% werkloos. Zes van de tien werkloze allochtonen is dit al langer dan een jaar. Daarmee is hun situatie veel ongunstiger dan die van autochtonen. Van de autochtone beroepsbevolking zit 4% onvrijwillig zonder werk. Van deze groep hebben slechts drie van de tien al langer dan een jaar geen baan.

De arbeidsmarktsituatie voor mensen in de grote steden is minder gunstig dan die voor mensen in de rest van Nederland. Dat komt omdat er in de grote steden meer allochtonen wonen. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is bijna 8% van de beroepsbevolking werkloos. Ruim de helft van hen is langer dan een jaar zonder werk.

Lang- en kortdurige werkloosheid naar etniciteit en grote steden

Lang- en kortdurige werkloosheid naar etniciteit en grote steden

Veel werkloosheid onder ongediplomeerden

In 1998 was er een hoge werkloosheid onder mensen die na de basisschool geen enkel diploma behaald hebben. Van de ongediplomeerde beroepsbevolking was 12% werkloos, waarvan ruim de helft langdurig.

Voor mensen met een havo-opleiding of hoger is de arbeidsmarktsituatie veel gunstiger. Van alle hbo’ers zat in 1998 bijvoorbeeld maar 3% zonder werk. Van hen was tweederde korter dan een jaar werkloos.

Lang- en kortdurende werkloosheid naar opleidingsniveau

Lang- en kortdurende werkloosheid naar opleidingsniveau

Jongeren en vrouwen vaak kort werkloos

Onder jongeren en vrouwen is de werkloosheid hoger is dan gemiddeld. Hun arbeidsmarktpositie is echter beter dan die van allochtonen en ongediplomeerden. Onder jongeren en vrouwen komt namelijk veel minder langdurige werkloosheid voor. Van iedere drie vrouwen zit er één al langer dan een jaar zonder werk. Van de werkloze jongeren is zelfs maar één op de zes langer dan een jaar werkloos.

Lang- en kortdurende werkloosheid naar leeftijd en geslacht

Lang- en kortdurende werkloosheid naar leeftijd en geslacht

Cor Kragt

Bron: CBS, Enquete beroepsbevolking.