Evenwichtig voer voor vee

Om hun rundvee van voedsel te voorzien laten boeren tegenwoordig vrijwel uitsluitend gras en mais groeien. Vroeger at het vee ook andere voedergewassen zoals voeraardappelen en voederbieten. De grasmat is in de loop van de jaren veranderd en bestaat nu bijna uitsluitend uit jong eiwitrijk Engels Raaigras. Planten met een lage voedingswaarde, zoals weegbree, pinksterbloem en madeliefjes laat de boer niet meer toe op zijn grasland.

Boeren verbeteren de kwaliteit van het grasland d.m.v. inzaaiing. Jaarlijks wordt meer dan 10% vernieuwd. Door gras af te wisselen met maïs maakt een boer gebruik van de rijke humuslaag dat grasland al bezit. Na de maïs kan hij het land weer inzaaien met nieuw graszaad.

Bestemming grasproductie, 1994 - 1998

Bestemming grasproductie, 1994 - 1998

Van hooiberg naar graskuil

Ten behoeve van de wintervoorraad wordt 84% van het gemaaide gras ingekuild. Om machines uit te sparen maken rundveehouders op grote schaal gebruik van de mogelijkheid om deze werkzaamheden uit te besteden aan een loonwerkbedrijf. Hierbij heeft het persen van gras in ronde of vierkante balen, gewikkeld in plastic folie de laatste jaren zijn intrede gedaan.

Hooiwinning komt nog maar weinig voor. Er gaat teveel voedingswaarde verloren en het gras moet bovendien langer op het veld drogen. Afhankelijk van het zomerse weer reserveren de boeren 5 tot 9% van het gemaaide gras voor hooiwinning. In 1998 leverde dit een kleine 300 miljoen kg droge stof hooi op. Gras wordt ook wel kunstmatig gedroogd. Na toevoeging van melasse (een bijproduct van de suikerindustrie) worden er kleine brokjes van gemaakt.

Productie ruwvoer

Productie ruwvoer

Maisteelt van zuid naar noord

De maïsteelt is in het noorden erg in opkomst, terwijl het in de oostelijke- en zuidelijke teeltgebieden afneemt. Door plantenveredeling kunnen maisrassen laat gezaaid en vroeg geoogst worden en ook nog een redelijke opbrengst geven. Maïs komt het meest op zandgrond voor. Bij de teelt op veengrond loopt de boer risico dat de grond tijdens de oogst te nat is voor de zware machines. In ons land wordt 220 duizend ha mais geteeld. Dit leverde in 1998 bijna 3 miljard kg aan drogestof maiskuil op.

Folkert van der Werf

Bron: Statistiek Graslandgebruik.