Zes miljoen auto's

Verleden jaar waren er in ons land 6,1 miljoen personenauto’s. In negen jaar tijd zijn er bijna 1 miljoen auto’s bijgekomen. In de jaren negentig is de groei van ons autopark gemiddeld 1,9% per jaar. Dit percentage ligt verrassend dicht bij de economische groei in de periode 1990-1998, die uitkomt op 2,6% per jaar. Vanaf 1993 lopen ook de ontwikkelingen per jaar van het wagenpark en de economie redelijk in de pas.

Groei personenautopark en economie

Groei personenautopark en economie
Per duizend inwoners waren er in Nederland verleden jaar 385 auto’s. Voor een internationale vergelijking van dit aantal moeten we terugvallen op cijfers over 1996. In ons land lag het autobezit per duizend inwoners toen op 371. Binnen de vijftien landen van de Europese Unie (EU) neemt Nederland hiermee een plaats in de achterhoede in. Koplopers zijn Italië en Duitsland met 554 en 500 auto’s per duizend inwoners. In Griekenland en Ierland reden per duizend inwoners de minste auto’s. De autodichtheid in deze twee landen is ongeveer de helft van het aantal van de twee koplopers.

Aantal personenauto's per 1000 inwoners, 1996

Aantal personenauto's per 1000 inwoners, 1996
Frans van Ingen Schenau