Duurzame energie spaart aardgas uit

In 1997 werd 1,5% van de binnenlandse energievoorziening verkregen uit duurzame bronnen. Dat is 16% meer dan in 1996 en een ruime verdubbeling ten opzichte van 1988. Duurzame energie is voor 95% afkomstig uit afval. Indien hiervoor in de plaats aardgas zou zijn gebruikt, was in 1997 ruim 1,3 miljard m3 aardgas nodig geweest.

Energiebesparing als gevolg van de winning van duurzame energie

Energiebesparing als gevolg van de winning van duurzame energie
Duurzame energie kan gewonnen worden uit verschillende bronnen. Afhankelijk van de bron zijn er diverse wijzen om de energie te produceren.

Wind en water

In 1995 is de subsidieregeling voor de bouw van windturbines beëindigd. Sindsdien neemt de stijging van het aantal windturbines jaarlijks af. Eind 1997 stonden er in Nederland 1184 wind-turbines, 39 méér dan in 1996. Deze turbines leverden in 1997 ruim 11% meer vermogen dan in 1996 en produceerden bijna 9% meer elektriciteit.

Het aantal waterkrachtcentrales en het opgestelde vermogen zijn sinds 1990 onveranderd gebleven. Gezamenlijk hebben de 5 waterkrachtcentrales een vermogen van 37 MW. De elektriciteitsproductie nam ten opzichte van 1996 toe met circa 15%.

Zonne-energie en warmtepompen

Het totaal opgestelde vermogen aan zonnecellen en –panelen steeg in 1997 met 23% tot 4005 KWp (kilowattpiekvermogen). De hoeveelheid geproduceerde elektriciteit m.b.v. deze fotovoltaische systemen steeg in 1997 met bijna 26% t.o.v. 1996. De fotovoltaische systemen zijn te onderscheiden in autonome em netgekoppelde systemen. Het aantal netgekoppelde systemen steeg ook in 1997 flink. Het KWp vermogen daarvan nam toe met ruim 41%.

Door middel van zonnecollectoren vindt warmteproductie plaats. In 1997 nam het geïnstalleerde oppervlak aan zonnecollectoren met ruim 16% toe. De grootste stijging werd waargenomen bij de zonneboilers: ruim 40%. De totale warmteproductie van de collectoren steeg met 21%.

In 1997 stonden ruim 3600 warmtepompen opgesteld. Deze leverden 14% meer energie dan in 1996. Dubbel functionele en omkeerbare warmtepompen, alsmede warmtepompen in de industrie die gebruik maken van afvalwarmte van productieprocessen zijn hierbij niet meegeteld.

Winning van stromingsenergie naar productiewijze

Winning van stromingsenergie naar productiewijze

Afvalverbranding

Een deel van het ingezamelde huishoudelijk- en bedrijfsafval wordt verbrand in openbare afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s). Hierbij komt energie vrij in de vorm van stoom. Door middel van warmte-kracht (WKK)-installaties wordt deze stoom omgezet in elektriciteit en warm water.

De winning van stoom nam in 1997 toe met ruim 22%. De elektriciteitsproductie steeg met ruim 40% tot ruim 2600 GWh. Vanaf 1995 is de capaciteit voor afvalverbranding sterk uitgebreid en zijn bestaande installaties verbeterd. De totale hoeveelheid afval die in AVI’s werd verbrand steeg van 3500 mln kg in 1996 naar 4500 mln kg in 1997. Deze uitbreiding was noodzakelijk, omdat in Nederland steeds minder afval mag worden gestort.

Om te kunnen voorzien in hun eigen energiebehoefte, experimenteren steeds meer bedrijven met het verbranden van hout en houtafval. Ook de energiecentrales stoken hout bij. In 1997 is in de nijverheid voor het eerst sprake van een toename van energiewinning uit hout en houtafval.

Vergisting van afval

Ook in 1997 blijft stortgas de grootste component binnen de soorten fermentatiegas. Het aantal stortplaatsen waar stortgas wordt gewonnen nam in 1997 toe tot 48. Stortplaatsen waar alleen wordt afgefakkeld zijn daarbij niet meegeteld. Het gebruik van het gas in warmte-kracht installaties nam in 1997 licht af. Ook de hoeveelheid stortgas, gewonnen op stortplaatsen nam in 1997 af met bijna 13%.

De energiewinning uit industrieel fermentatiegas steeg in 1997 met 19%. De benutting ervan in warmte-kracht installaties steeg in 1997 t.o.v. 1996 met bijna 60%. De productie van rioolgas uit rioolwaterzuiveringsinstallaties blijft sinds 1992 nagenoeg constant.

Winning energie uit afval

Winning energie uit afval
Kees Zippro en Hans Pouwelse

Bron: CBS, 1999. De Nederlandse Energiehuishouding 1997