Het boodschappenmandje van de consument

Het volume van de gezinsconsumptie is in de afgelopen twintig jaar nog nooit zo sterk gegroeid als in 1998. Een belangrijke stimulans is uitgegaan van de gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Vooral de aanzienlijke groei van het aantal banen en de voortgaande daling van de werkloosheid hebben de consumptie een impuls gegeven. Ook de lage rentestand en positieve vermogenseffecten hebben bijgedragen aan de uitzonderlijke groei van de consumptieve bestedingen.

De volumetoename was het grootst bij de aankopen van duurzame goederen. De stijging ligt hier ruim boven de 8%, bijna een verdubbeling van het groeicijfer over 1997. Het meest in trek zijn nieuwe personenauto’s, consumentenelectronica en woninginrichtingsartikelen. Bovendien heeft de consument zich in het nieuw gestoken: aan kleding en schoeisel is eveneens fors meer uitgegeven.

Aan deze artikelen gaat echter nog geen vijfde deel van het gezinsbudget op. Het zwaartepunt bij de gezinsuitgaven ligt op de categorie diensten en overige goederen. Die is goed voor tweederde van de binnenlandse consumptie. Alle goederen die niet tot de voedings- en genotmiddelen of duurzame goederen gerekend kunnen worden, behoren tot deze consumptiecategorie. Het volume in 1998 was vier procent groter dan in 1997. Vooral de uitgaven aan financiële en zakelijke diensten, motorbrandstoffen en vervoers- en communicatiediensten zijn fors toegenomen.

In tegenstelling tot duurzame goederen en diensten was er bij de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen nauwelijks groei. Naar de bestedingen aan dagelijkse boodschappen hebben het CBS en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) gezamenlijk onderzoek gedaan. Macro-economische cijfers zijn daarbij omgerekend naar de indeling die in de branche gebruikelijk is.

Een kassabon van 67 miljard

Gezinnen geven een aanzienlijk deel van hun huishoudbudget uit aan de dagelijkse boodschappen.

Nederlandse gezinnen hebben daaraan volgens het CBS en het CBL in het afgelopen jaar tezamen 67,2 miljard gulden uitgegeven. Van dit bedrag is verreweg het grootste deel afgerekend bij supermarkten.

Bestedingen aan dagelijkse boodschappen, 1998 (totaal 67,2 miljard gulden)

Bestedingen aan dagelijkse boodschappen, 1998 (totaal 67,2 miljard gulden)
Van elke in 1998 aan artikelen uit het CBL supermarktassortiment uitgegeven consumentengulden komt 68 cent in de kassa’s van de supermarkt terecht. De levensmiddelenspeciaalzaken, onder meer bakkers en slagers maar ook de visboer, de kaasboer en de drogist, nemen gezamenlijk 22 cent voor hun rekening. Voor het overblijvende dubbeltje koopt de consument levensmiddelen op andere plaatsen.

Gemiddeld hebben gezinnen vorig jaar 190 gulden per week aan de dagelijkse boodschappen uitgegeven. Van dit bedrag komt per huishouden 129 gulden terecht bij supermarkten en 42 gulden bij speciaalzaken. De overige aanbieders van levensmiddelen delen de resterende 19 gulden per huishouden per week.

De inhoud van het winkelwagentje

De bestedingen aan kruidenierswaren vullen het winkelwagentje het meest. Kruidenierswaren is een zeer gevarieerde assortimentsgroep. Naast warme en koude dranken vinden hierin ook zaken als rijst, deegwaren, suiker, reformartikelen en zoutjes een plaats. Andere belangrijke assortimentsgroepen zijn aardappelen, groenten en fruit (agf), vlees, wild en gevogelte, tabakswaren en zuivel. Bij nonfoodartikelen gaat het meeste geld op aan drogmetica.

Bestedingen bij supermarkten en rijdende winkels, 1998 (totaal 45,5 miljard gulden)

Bestedingen bij supermarkten en rijdende winkels, 1998 (totaal 45,5 miljard gulden)

Waar doen we boodschappen?

De consument heeft niet bij alle assortimentsgroepen een even sterke voorkeur voor een bepaalde aankoopplaats. Het merendeel van de bestedingen aan levensmiddelen in 1998 komt terecht bij de supermarkten in ons land. De verkoop van zuivel is inmiddels vrijwel geheel in handen van de supermarkten.

Van de andere foodgroepen komt alleen bij vis, schaal- en schelpdieren minder dan de helft van de bestedingen bij de supermarkt terecht. Het aanbod van zuurstofarm verpakte vis in de supermarkt neemt de laatste jaren echter snel toe.

Bij de bestedingen aan nonfoodartikelen is de rol van de speciaalzaken groter. De consument geeft bij aankoop van bloemen en planten of, in mindere mate, drogmetica voorrang aan een speciaalzaak.

Aankoopplaats dagelijkse boodschappen, 1998

Aankoopplaats dagelijkse boodschappen, 1998
Karin van der Ven