(On-)vruchtbare gemeenten

De afgelopen twintig jaar kregen Nederlandse vrouwen gemiddeld anderhalf kind. Dit gemiddelde verbergt echter opmerkelijke verschillen in vruchtbaarheid.

De tien gemeenten waar vrouwen de meeste kinderen krijgen, liggen in Zeeland, het gebied tussen de grote rivieren, de Kop van Overijssel en Salland. Deze gemeenten liggen in de Bible belt, die delen van het land waar de aanhang van de orthodox protestantse kerken groot is. Urk en Genemuiden hebben het hoogste vruchtbaarheidscijfer, met rond drie kinderen per vrouw.

De tien gemeenten met het grootste aantal kinderen per vrouw, 1996

De tien gemeenten met het grootste aantal kinderen per vrouw, 1996

De tien gemeenten waar vrouwen gemiddeld het kleinste aantal kinderen krijgen, liggen - afgezien van de stad Groningen, Oosterhesselen (bij Emmen) en Rozendaal (bij Arnhem) – alle in West-Brabant en Zuid- en Midden-Limburg. Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw ligt er rond of iets boven de één. Het overgrote deel van de bevolking in deze gemeenten is van oorsprong rooms-katholiek.

De tien gemeenten met het kleinste aantal kinderen per vrouw, 1996

De tien gemeenten met het kleinste aantal kinderen per vrouw, 1996

In de jaren twintig lag de vruchtbaarheid in Noord-Brabant en Limburg beduidend boven het landelijke gemiddelde. De grote verandering in het sociaal-economische klimaat en de sterke ontkerkelijking in de jaren zestig en zeventig hebben geleid tot het snel loslaten van de vruchtbaarheidsnormen van de katholieke kerk. In combinatie met het beschikbaar komen van goede voorbehoedmiddelen heeft dit waarschijnlijk sterk bijgedragen aan de daling van de vruchtbaarheid.

Toelichting op de cijfers