Meer interesse in kantoren

De afgelopen jaren is een opmerkelijke stijging te zien van het aantal institutionele beleggers dat verwacht de komende jaren meer te beleggen in kantoren. In 1994 had slechts 3% van hen plannen in deze richting, tegenover 42% in 1997. Inmiddels heeft de meerderheid van de beleggers een positief beeld van de kantorenmarkt. Als argumenten noemen zij de aantrekkende markt, uitbreiding van de vastgoedportefeuille en aanpassing van de gewenste verdeling van het directe vastgoed.

Door deze imagoverbetering scoren kantoren nu even goed als woningen en bedrijfsgebouwen. Ten opzichte van de winkels is er nog steeds een achterstand. De winkelbeleggingen profiteren van goede rendementen. Bovendien is er een groep beleggers die aangeeft een verschuiving binnen de portefeuille ten gunste van winkels door te willen voeren.

Directe beleggingen in vastgoed

Directe beleggingen in vastgoed

Indirecte en directe beleggingen

Beleggen in vastgoed kan direct, door zelf gebouwen te kopen, of indirect. In het laatste geval koopt een belegger zelf geen gebouwen, maar koopt hij aandelen van beleggingsinstellingen die wel gebouwen bezitten.

De groep institutionele beleggers die verwachten de komende jaren relatief meer indirect in vastgoed te gaan beleggen, is aanmerkelijk groter dan de groep die zich hieruit wil terugtrekken. De uitbreiders en de inkrimpers houden elkaar bijna in evenwicht als het gaat om direct beleggen in vastgoed. Toch is het streefpercentage voor directe beleggingen ten opzichte van 1997 met 1 procentpunt toegenomen tot 8,7%.

De positieve tot neutrale houding ten aanzien van directe beleggingen in vastgoed komt echter niet tot uiting in de feitelijke ontwikkeling. In de periode 1995-1997 is het deel van de totale beleggingen dat direct in vastgoed is belegd, gedaald van 8 naar 7%. De neiging om meer indirect aan vastgoed te doen, uit zich in een bescheiden toename van 1,5 naar 1,7%. Bij deze ontwikkelingen moet wel worden bedacht dat aandelen een belangrijke sprong voorwaarts hebben gedaan, die voor een belangrijk deel te maken heeft met de sterk gestegen aandelenkoersen.

Directe en indirecte beleggingen in vastgoed

Directe en indirecte beleggingen in vastgoed

De voorkeur in de verwachtingen voor indirect beleggen zal er toe leiden dat de verschuiving van de afgelopen jaren, van direct naar indirect beleggen, zal voortzetten. Daarbij zal de aandacht vooral uitgaan naar belangen in buitenlandse vastgoedbeleggingsinstellingen.

Investeringen

Institutionele beleggers waren in 1998van plan 7 miljard gulden direct in vastgoed te investeren. Dit overtreft de geplande verkopen met 3 miljard gulden. Beleggingsinstellingen verwachtten per saldo 2 miljard gulden toe te voegen aan hun direct vastgoed. Voor pensioenfondsen en verzekeraars is dit per saldo 1 miljard gulden.

In totaal lagen de verwachte aan- en verkopen in 1998 lager dan voorgaande jaren 1996 en 1997.

Favoriete regio's

Het vastgoed waarin institutionele beleggers in Nederland direct beleggen, ligt in 1997 voor 72% in de Randstad. Dat is 11% meer dan in 1996. Vooralsnog zijn institutionele beleggers niet van plan hun heil meer buiten de Randstad te zoeken. De verhouding tussen rendement en risico is voor de Randstad namelijk zoveel beter, dat de problemen op het gebied van de mobiliteit nog weinig invloed op de locatiekeuze maken. Binnen de Randstad is Amsterdam de meest populaire stad, gevolgd door Utrecht. Buiten de Randstad staan de stedelijke clusters Arnhem/Nijmegen en Eindhoven/Tilburg/Breda het meest in de belangstelling.

Bij het buitenlands vastgoed staan de Verenigde Staten nog onaantastbaar op de bovenste plaats met 41% in 1997. Binnen Europa staan Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk voorop. De verwachtingen voor de komende jaren geven een duidelijke voorkeur voor de huidige koplopers en Spanje. Vanwege de tegenvallende rendementen en groeiperspectieven zullen Nederlandse institutionele beleggers zich terugtrekken uit het Duitse vastgoed.

John Gebraad