Overlast

Veel mensen van 18 jaar en ouder tonen zich redelijk tevreden met hun woonsituatie. Gemiddeld geeft men in 1996 de rapportcijfers 7,8 en 7,7 aan de eigen woning en de woonomgeving.

Toch is niet alles ideaal in en rond de woning. Vooral stank en geluid worden vaak als bron van ergernis genoemd. De grootste boosdoener is het gemotoriseerd verkeer: 28 procent van de volwassenen ondervindt hinder van het lawaai van auto’s, motoren of brommers. Vliegtuiglawaai veroorzaakt voor 18 procent overlast en 5 procent heeft problemen met geluid van treinverkeer, trams of metro.

Buren

Burenlawaai is een goede tweede in de top drie van overlastveroorzakers. Voor 22 procent van de volwassenen vormt burenlawaai een bron van ergernis. Andere vormen van lawaai, bijvoorbeeld geluiden gemaakt door kinderen of jongeren op straat, van laden of lossen en van industrie of bedrijven, worden minder vaak als hinderlijk ervaren.

Hinder van lawaai naar stedelijkheid, 1996

Hinder van lawaai naar stedelijkheid, 1996

Stank

Problemen met stank lijken minder omvangrijk dan met lawaai. Van de burgers heeft 14 procent soms of vaak hinder van stank afkomstig van de landbouw, 10 procent van industrie of bedrijven, 10 procent van open haarden of allesbranders en 8 procent van verkeer. Eenderde heeft last van minstens één stankbron. Er lijkt echter een verbetering op te treden. In 1994 en 1995 waren de percentages respectievelijk 37 en 35. Ook bij lawaai is een afname te zien. In 1994 en 1995 had nog 58 procent last van lawaai en in 1996 is dit gedaald naar 55 procent.