De veelzijdige aardappel

Ruim drieduizend bedrijven houden zich in Nederland bezig met de vermeerdering van aardappelen. Het areaal schommelt rond veertigduizend ha, ruim een vijfde van het totale aardappelareaal. Sommige rassen worden speciaal gekweekt voor de buitenlandse markt. In de praktijk zijn dat soorten die goed gedijen in het warme klimaat van het Middellandse-Zeegebied.

Aardappelareaal, 1998 (totaal: 181 301 ha)

Aardappelareaal, 1998 (totaal: 181 301 ha)

Klei en koele wind

Op de zeeklei van de ingepolderde gebieden van noord Nederland bevinden zich de belangrijkste teeltcentra van pootaardappelen. De koele zeewind in het Noorden vertraagt namelijk de opkomst van bladluizen. Die kunnen ziekten op de planten overbrengen, die zich in het volgend jaar openbaren en dan de oogst doen mislukken.

Ook de grondsoort heeft invloed op de opbrengsten. De vruchtbare klei heeft het vermogen bodemvocht lang vast te houden tot de planten het nodig hebben voor de groei.

Het is daarom niet verwonderlijk dat driekwart van de oppervlakte in Nederland in het noordelijk kustgebied wordt geteeld. Op zandgrond heeft de teelt van pootaardappelen minder succes. Overigens kunnen ook op de kleigronden onderlinge verschillen voorkomen. Hier kunnen bedrijfsmatige verschillen, bijvoorbeeld kleinere percelen met veel ondoelmatige akkerranden, van invloed zijn.

Zijn pootaardappelen vooral in het Noorden te vinden, consumptieaardappelen komen in het hele land voor. Er zijn veel aardappelen op kleigrond, maar de uitbreiding vindt vooral plaats op zandgrond, waar de grond nog redelijk vrij is van ziektekiemen. Bovendien hebben veel veehouders door de inkrimping van de melkveestapel grond over. De helft van de 11 500 bedrijven die consumptieaardappelen telen zit in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Aardappelen voor de zetmeelindustrie zijn karakteristiek voor de Veenkoloniën, het afgegraven hoogveen in Groningen, Drenthe en in mindere mate Overijssel. Zo’n 3 800 bedrijven telen dit gewas.

Bedrijven met aardappelen, 1997

Bedrijven met aardappelen, 1997

Veelzijdig

Zetmeelaardappelen leverden de afgelopen jaren ongeveer 42 duizend kg per ha op. Aardappelzetmeel - een typisch Nederlands product, andere landen halen namelijk hun zetmeel veelal uit tarwe of mais - heeft vele toepassingen en wordt onder meer gebruikt in de papier- en textielindustrie, als grondstof voor macaroni, bliksoepen en sauzen en voor de bereiding van glucose. De overblijvende vezels dienen als veevoer. Door de uitgebreide rundveehouderij in Nederland nemen veehouders veel bijproducten op van de verwerkende industrie, in dit geval de aardappelmeelfabrieken, maar ook van chips- en patatfabrieken. Dat voorkomt dat grote hoeveelheden afval worden gestort. Het gaat om aardappelvezels, schillen en aardappelkriel.

In het verleden werden er speciaal aardappelen geteeld voor veevoer. Maar door de ontmenging in de landbouw gebeurt dat nu niet meer. De aardappelen die nu overblijven, bij een overschot van de oogst of beschadigde knollen, kunnen altijd nog als veevoer dienen. Kortom, voor aardappelen is altijd een bestemming te vinden.

Folkert van der Werf

Bron: Maandstatistiek van de Landbouw