Asiel gevraagd

Het aantal asielverzoeken is de laatste jaren niet altijd even hoog geweest. Schommelde het aantal verzoeken in het begin van de jaren negentig rond de 21 duizend, in 1993 en 1994 steeg dit aantal sterk, tot 50 duizend. De oorzaak hiervan was de instabiele situatie in het voormalige Joegoslavië, Somalië en de voormalige Sovjet-Unie. In 1995 kwam aan die stijging een abrupt einde. Een aantal regelingen die de instroom van vluchtelingen moest beperken, werd toen van kracht. In 1996 daalde het aantal asielverzoeken verder tot bijna 23 duizend, om in 1997 weer te gaan stijgen.

Verzoeken om politiek asiel

Verzoeken om politiek asiel

Ingewilligde verzoeken

In 1997 werden bijna 50 duizend asielverzoeken behandeld. Daarvan werden er 17 duizend ingewilligd (35 procent). Dit is 6,6 duizend minder dan het jaar daarvoor. Bijna twee derde van deze inwilligingen had betrekking op asielverzoeken van Irakezen, voormalig Joegoslaven en Afghanen. 39 procent van hen - vooral Bosniërs en Irakezen - werd officieel erkend als politiek vluchteling (A-status). 30 procent kreeg een tijdelijke verblijfsvergunning en 30 procent een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. Vanwege de algehele onveiligheid in Irak stuurde het ministerie van Justitie geen afgewezen vluchtelingen terug naar dit land.

Ingewilligde verzoeken naar land van herkomst, 1997

Ingewilligde verzoeken naar land van herkomst, 1997

Verwijderingen

Er werden in 1997 bijna 62 duizend vreemdelingen uit Nederland verwijderd, ruim tienduizend meer dan in 1996. Vanaf 1993 nam het aantal verwijderingen jaarlijks met zo’n tienduizend toe. Het betref hier veelal personen die niet (meer) legaal in Nederland verbleven: bijna 19 duizend asielzoekers en 43 duizend andere niet-Nederlanders. De daadwerkelijke uitzettingen door de politie maken 23 procent van alle verwijderingen uit.

J. Nicolaas