Afvalproductie

© Hollandse Hoogte

In de jaren 2000-2014 was de afvalproductie in de Nederlandse economie met 62 miljard kg redelijk constant, terwijl de economie met bijna 16 procent groeide. Er is dus sprake van een ontkoppeling wat betreft afvalproductie en economische groei. De hoeveelheid gemeentelijk afval nam met 5 procent af tussen 2010 en 2016.

Afvalproductie en bbp
 Afvalproductie (2000=100)Bbp (2000=100)
2000100,00100,00
200199,87102,12
200299,74102,23
200399,17102,52
200498,59104,60
200598,00106,86
200697,42110,62
200799,33114,71
2008101,23116,66
200998,90112,27
201096,57113,84
201196,83115,74
201297,09114,51
201397,30114,29
201497,50115,92

Afval omvat alle materialen waarvoor geen verder gebruik is voorzien qua eigen productie, verwerking of consumptie en dus worden weggedaan. Materialen die direct ter plekke worden hergebruikt zijn niet inbegrepen.

Kader

Verwerking van afval omvat recycling en composteren/vergisten, verbranding en verwijdering op stortplaatsen. Elke behandelingsmethode veroorzaakt verschillende soorten milieuproblemen. Afvalverbranding leidt tot milieuschadelijke uitstoot van gassen, terwijl het storten ruimte in beslag neemt en jarenlang onderhoud vergt. Recycling veroorzaakt minder belasting van het milieu, maar de verwerking vereist nog steeds energie en kan resulteren in een materiaal van lagere kwaliteit. Eén benadering is derhalve de afvalproductie te verminderen en daarmee de productiviteit van het productieproces te verhogen.

Analyse

In de jaren 2000-2014 bleef de afvalproductie in de Nederlandse economie schommelen tussen de 60,5 en 63,5 miljard kg. In deze periode groeide de economie met bijna 16 procent en steeg ook de consumptie. Het percentage afval voor recyclingdoeleinden is de laatste jaren vrijwel stabiel gebleven. In de periode 2000-2014 lag dit aandeel tussen 80 en 83 procent. Overigens daalde de hoeveelheid afval die gemeenten inzamelden met 5 procent tussen 2010 en 2016. Het meeste afval is afkomstig van de bouwnijverheid, gevolgd door de industrie en de huishoudens.

Internationale vergelijking

Nederland scoort binnen Europa gemiddeld voor de afvalintensiteit (kilogram geproduceerd afval per bbp). De extremen in de Europese rangorde weerspiegelen verschillen in bedrijfsstructuur. Veel van het afval dat in Estland wordt gegenereerd, houdt verband met de winning van olie uit olieschalie.
De ontwikkelingen voor bedrijven en huishoudens volgen een verschillend patroon in de tijd: huishoudens produceerden een vergelijkbare hoeveelheid afval in 2014 en 2004, terwijl de afvalproductie van de verwerkende industrie in die periode met 26 procent daalde. Hetzelfde patroon is voor Nederland zichtbaar. De afvalintensiteit kwam in 2014 uit op 66 ton per miljoen euro bbp, in 2004 was dit nog 78 ton per miljoen euro. Andere Europese landen hebben hun afvalintensiteit ook aanzienlijk verbeterd. Hierdoor zakte Nederland, dat op de 8e plaats eindigde in 2006, naar de 12e positie in 2014.

Intensiteit afvalproductie, 2014
 Intensiteit afvalproductie (ton / mln euro)
Luxemburg18,3
Noorwegen25,7
IJsland31,7
Denemarken38,5
Ierland40,2
Zweden42,6
Verenigd Koninkrijk44,1
Frankrijk44,6
Oostenrijk47,5
Duitsland52,8
Spanje64,0
Nederland65,6
Italië66,5
Finland66,7
Portugal71,1
Tsjechië75,1
Slowakije83,2
België87,4
Slovenië88,6
Hongarije114,1
Griekenland118,0
Polen183,1
Estland633,0
Bron: Eurostat