
Fijnstofemissies door bedrijven
In de periode tussen 2000 en 2016 is de uitstoot van fijnstof (Pm10) door de Nederlandse bedrijven met meer dan 41 procent gedaald, terwijl het bbp groeide. Er is dus een absolute ontkoppeling van fijnstofemissies en economische groei. Sinds 2013 zijn de emissies van fijnstof niet verder afgenomen.
Fijnstofemissie (productie) (2000=100) | Bbp (2000=100) | |
---|---|---|
2000 | 100,00 | 100,00 |
2001 | 96,72 | 102,12 |
2002 | 93,28 | 102,23 |
2003 | 89,42 | 102,52 |
2004 | 88,18 | 104,60 |
2005 | 87,81 | 106,86 |
2006 | 80,57 | 110,62 |
2007 | 77,39 | 114,71 |
2008 | 74,19 | 116,66 |
2009 | 70,97 | 112,27 |
2010 | 67,81 | 113,84 |
2011 | 62,17 | 115,74 |
2012 | 60,22 | 114,51 |
2013 | 58,73 | 114,29 |
2014 | 58,54 | 115,92 |
2015 | 58,90 | 118,54 |
2016 | 58,81 | 121,16 |
Kader
Luchtvervuiling door fijnstof is schadelijk voor de gezondheid. Kortdurende blootstelling aan luchtverontreiniging door fijnstof en ozon was in 2013 verantwoordelijk voor 1 tot 1,5 procent van de totale voortijdige sterfte (CLO, 1992 - 2013). Voor voortijdige sterfte door respiratoire en cardiovasculaire oorzaken was dit 1 tot 4 procent. Daarnaast was in 2012 circa 1 procent van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen in Nederland het gevolg van kortdurende blootstelling aan fijnstof; voor blootstelling aan ozon was dit circa 0,2 procent. Een belangrijk doel van groene groei is daarom het verbeteren van de emissie-efficiëntie van de productie van de bedrijfstakken en de economie als geheel.
Analyse
De uitstoot van fijnstof door het bedrijfsleven is gedaald van 47 miljoen kg in 2000 naar 28 miljoen kg in 2016. De grootste reducties zijn gerealiseerd in de transportsector, aardolie-industrie en de basismetaalindustrie. De afname is vooral te danken aan milieuregelgeving, waaronder het Besluit emissie-eisen stookinstallaties (BEES) en de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NER). De regels hebben geleid tot procesaanpassingen en een toename van het gebruik van filters. De daling bij het wegverkeer is het gevolg van de Europese emissie-eisen aan nieuwe auto's. In de periode 2000-2016 zijn de fijnstofemissies in de landbouw juist gestegen met 3 procent. De stijging kwam met name door de veehouderij, waar de emissies van pluimveebedrijven sterk zijn gestegen. In de tuinbouw, akkerbouw en overige landbouw zijn de emissies juist gedaald. Veehouderij is verantwoordelijk voor 85 procent uit van de totale landbouwemissie en voor 22 procent van de totale productie-gebaseerde uitstoot in 2016. De transportsector, veehouderij en industrieën leveren de grootste bijdrage aan de uitstoot van fijnstof.
Internationale vergelijking
Nederland heeft een relatief lage emissie-intensiteit voor fijnstof in vergelijking met andere landen. Alleen Luxemburg en Zwitserland hebben een nog lagere emissie-intensiteit.
Intensiteit fijnstofemissies (kg/miljoen euro) | |
---|---|
Zwitserland | 26 |
Luxemburg | 39 |
Nederland | 42 |
Belgi | 47 |
Italië | 52 |
Verenigd Koninkrijk | 56 |
Noorwegen | 60 |
Ierland | 63 |
Zweden | 70 |
Oostenrijk | 73 |
Frankrijk | 81 |
Finland | 83 |
Duitsland | 91 |
Spanje | 91 |
Sloveni | 109 |
Slowakije | 111 |
Denemarken | 125 |
Tsjechi | 130 |
Hongarije | 209 |
Portugal | 236 |
Griekenland | 277 |
Polen | 316 |
Estland | 681 |
Bron: Eurostat |