Uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer

© Hollandse Hoogte / EyeEm Mobile GmbH

De uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer als percentage van het bbp zijn gedaald van 0,17 procent in 2000 tot 0,14 procent in 2015. Vooral de uitgaven voor de verwerving van nieuwe natuurgebieden pakten lager uit.

Uitgaven natuur- en landschapsbeheer
 Uitgaven natuur- en landschapsbeheer (% van bbp)
20000,17
20010,18
20030,15
20050,14
20070,13
20090,15
20110,14
20130,14
20140,15
20150,14

In de uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer zitten zowel de uitgaven voor verwerving, inrichting en beheer van natuurterreinen, als de uitgaven voor het behoud van natuurwaarden.

Kader

In het Nederlandse natuurbeleid vormt het Natuurnetwerk Nederland (NNN), inclusief de Natura-2000-gebieden, een belangrijke leidraad bij de bescherming van natuurgebieden. Een belangrijk deel van de kosten voor natuur- en landschap bestaat uit grondverwerving en de inrichting en beheer van natuurterreinen. Grondverwerving gebeurt veelal in het kader van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen de Ecologische Hoofd Structuur. Dit is een netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden dat in 1990 is geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan van het ministerie van LNV. Sinds 2013 zijn provincies, samen met maatschappelijke organisaties, verantwoordelijk om dit natuurnetwerk te realiseren. Tot 2027 willen de provincies minimaal 80 duizend hectare nieuwe natuur realiseren om het natuurnetwerk te versterken. In 2011 moesten provincies nog 40 duizend hectare landbouwgrond te verwerven om dit doel te bereiken. Naast verwerving en inrichting worden kosten gemaakt voor personeel en huisvesting. Dit zijn de kosten die nodig zijn voor het functioneren van een instelling of het uitvoeren van een taak.

Analyse

De totale uitgaven voor natuur- en landschapsbeheer zijn tussen 2000 en 2015 gestegen met 22 procent. Omdat het bbp sneller is gestegen, is het aandeel van de uitgaven in het bbp gedaald. De kosten voor beheer en onderhoud van natuurterreinen zijn gestegen met 60 procent, terwijl de uitgaven voor aankopen van nieuwe natuurterreinen zijn gedaald met 70 procent. Vooral de provincies hebben veel gronden aangekocht vóór 2011. Circa 60 procent van de natuur- en landschapskosten wordt gemaakt door overheidsorganisaties, zoals de provincies en Staatsbosbeheer. Het restant van de uitgaven komt van particulieren, waaronder de provinciale landschapsorganisaties. De activiteiten van de particuliere natuurbeschermingsorganisaties worden in belangrijke mate mogelijk gemaakt door bijdragen van huishoudens. In 2015 ging het om 180 miljoen euro. Dit bedrag komt onder andere uit contributies, giften, nalatenschappen en bijdragen uit loterijen.