Auteur: Sebastian Alejandro Perez, Martijn Souren
Module Arbeid, Zorg en Kinderopvang 2021

7. Gebruik van verschillende vormen van kinderopvang

In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot het gebruik van kinderopvang besproken. Binnen kinderopvang wordt een onderscheid gemaakt tussen formele kinderopvang en informele kinderopvang. Bij formele kinderopvang gaat het om bijvoorbeeld het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang. Op deze vormen van kinderopvang (en hiermee vergelijkbare vormen, zoals een betaalde oppas) is de Wet Kinderopvang van toepassing en bij het gebruik van deze vormen komt men (mogelijk) in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Bij informele opvang gaat het bijvoorbeeld om de peuterspeelzaal of kinderopvang door familie of vrienden. Dit hoeft niet per se betaalde omvang te zijn. Informele vormen van kinderopvang vallen niet onder de Wet Kinderopvang, hier kan men dus ook geen kinderopvangtoeslag voor ontvangen.

De manier waarop kinderopvang is uitgevraagd is in 2019 sterk gewijzigd, waardoor de nadruk vanaf dat jaar meer is komen te liggen op de zorg door de eventuele partner/andere ouder in het huishouden en combinaties van verschillende formele en informele vormen van kinderopvang. De meest voorkomende combinatie was in 2021 zorg door enkel de partner, gevolgd door zorg door de partner, een onbetaalde oppas én formele opvang. Bij formele opvang gaat het om huishoudens die gebruik maakten van een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang, en bij een onbetaalde oppas gaat het bijvoorbeeld om opa’s, oma’s of andere familie/vrienden. Deze tweede combinatie was in 2019 nog de meest voorkomende combinatie wat betreft kinderopvang, terwijl zorg door enkel de partner in 2019 zelfs op de vierde plaats stond. De derde en vierde plaats worden in 2021 ingenomen door zorg door de partner in combinatie met formele opvang, en zorg door de partner in combinatie met een onbetaalde oppas. Op de vijfde plaats komen huishoudens waar zorg door de partner gecombineerd wordt met een andere, niet nader genoemde vorm van kinderopvang. De vier meest voorkomende combinaties tezamen betreffen in 2021 61 procent van de huishoudens. Met de top 10 is 95 procent van de huishoudens in dat jaar beschreven.

7.1 Gebruik van kinderopvang door huishoudens met kinderen van twaalf jaar of jonger
 2019 (%)2021 (%)
Alleen partner11,915,8
Partner, onbetaalde oppas en formele opvang17,615,7
Partner en formele opvang16,615,3
Partner en onbetaalde oppas16,114
Partner en anders8,610
Alleen anders7,29,9
Alleen formele opvang65,9
Alleen onbetaalde oppas5,73,8
Onbetaalde oppas en formele opvang3,53,3
Partner en betaalde oppas1,11,3
Overige combinaties6,75,1

Bij werkende mannen kwam het naar verhouding vaker voor dan bij vrouwen dat enkel de partner voor het kind zorgde wanneer men aan het werk was. Ook combinaties waarbij de partner een deel van de zorg op zich neemt komen naar verhouding vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. (Gedeeltelijke) opvang door de partner speelt dan ook een rol binnen elk van de vier meest voorkomende combinaties bij de mannen. In totaal zijn deze vier goed voor 77 procent van de mannen. Naast zorg door enkel de partner komt het bij de vrouwen juist vaker voor dat men een enkele een andere vorm van opvang gebruikt, alleen formele opvang of alleen een onbetaalde oppas. Deze vier zijn samen goed voor 59 procent van de vrouwen. Een vijfde combinatie die bij vrouwen naar verhouding vaker voorkomt dan bij de mannen is een onbetaalde oppas en formele opvang.

7.2 Gebruik van kinderopvang door 15- tot 75-jarige werknemers met kinderen van twaalf jaar of jonger, 2021
 Mannen (%)Vrouwen (%)
Enkel partner39,319,7
Partner en onbetaalde oppas13,28,7
Partner en formele opvang12,79,3
Partner, onbetaalde oppas en formele opvang12,18,4
Enkel andere vorm van opvang8,118
Enkel formele opvang4,210,3
Enkel onbetaalde oppas2,711,2
Onbetaalde oppas en formele opvang2,78,8
Partner en betaalde oppas1,20,8
Partner en andere vorm van opvang1,11
Overige combinaties3,14,6

Dagen en uren informele opvang

Van de huishoudens waarbinnen de partner/andere ouder voor de kinderen zorgt, deed deze persoon dit in de meeste gevallen 1 dag per week, gevolgd door 2 dagen per week (zie figuur 7.2). Ook 5 dagen per week wordt relatief vaak genoemd.

7.3 Dagen per week dat de partner/andere ouder voor kind(eren) zorgt, 2021
 2021 (x 1 000)
1 dag427
2 dagen371
3 dagen214
4 dagen107
5 dagen256
6 dagen19
7 dagen118
Onbekend16

Van de huishoudens die gebruik maakten van een onbetaalde oppas, gebruikte de grootste groep deze vorm van kinderopvang voor 1 dag per week, gevolgd door 2 dagen in de week en daarna 3 dagen in de week (zie figuur 7.3). Meer dan 3 dagen in de week wordt niet vaak genoemd. Wat betreft het aantal uren per week dat er gebruik wordt gemaakt van een onbetaalde oppas is 1-11 uur duidelijk het meest voorkomend (zie figuur 7.5).

7.4 Dagen per week dat het huishouden gebruik maakt van een onbetaalde oppas (bijv. opa's, oma's, andere familieleden of vrienden), 2021
 2021 (x 1 000)
1 dag238
2 dagen165
3 dagen46
4 dagen9
5 dagen10
6 dagen0
7 dagen0
Onbekend8

7.5 Uren per week dat het huishouden gebruik maakt van een onbetaalde oppas (bijv. opa's, oma's, andere familieleden of vrienden), 2021
 2021 (x 1 000)
1-11 uur per week318
12-19 uur per week93
20-27 uur per week40
28-34 uur per week2
>= 35 uur per week4
Onbekend19

Ervaringen met het aanvragen van kinderopvangtoeslag

Huishoudens die gebruik maken van formele vormen van kinderopvang (zoals een kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang) of een betaalde oppas komen (mogelijk) in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Van de werkenden met kinderen van 12 jaar en jonger die gebruik maken van formele kinderopvang of een betaalde oppas ontving in 2021 87 procent kinderopvangtoeslag.

7.6 Het al dan niet ontvangen van kinderopvangtoeslag door werkenden met kinderen van twaalf jaar en jonger met formele kinderopvang of een betaalde oppas
 Ontvangt kinderopvangtoeslag (x 1 000)Ontvangt geen kinderopvangtoeslag (x 1 000)Weet niet (x 1 000)
20194876415
20214886111

In 2021 was van de werkenden die kinderopvangtoeslag ontvingen 60 procent goed op de hoogte van de hoogte van deze toeslag, en 27 procent was ongeveer op de hoogte. Ook zei 75 procent dat de hoogte van de kinderopvangtoeslag geen invloed heeft gehad op het aantal uren dat de ouder(s) werkten. Ten slotte ontving 85 procent van deze personen geen andere subsidie of bijdrage bestemt voor kinderopvang.

Het grootste deel (70 procent in 2021) van de werkenden met kinderen van 12 jaar en jonger die kinderopvangtoeslag ontvingen, gaf aan dat zij het makkelijk vonden om kinderopvangtoeslag aan te vragen. Ook het doorgeven van een eventuele verandering in de werk- of leefsituatie van het huishouden aan de Belastingdienst bleek in de meeste gevallen gemakkelijk (66 procent in 2021), aldus de personen bij wie dit voorkwam. Het overgrote deel (79 procent) van de personen die wél moeite hebben ondervonden bij het aanvragen of aanpassen van de kinderopvangtoeslag heeft hier geen hulp voor ingeschakeld.