Auteur: Bas Tuinhof, Rob van der Holst

Rapportage corona-uitvraag financiën gemeenten t/m Q3 2020

Over deze publicatie

Op initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naast de reguliere Iv3-kwartaaluitvraag een aanvullende uitvraag naar de corona gerelateerde meerlasten en -baten tot en met 30 september 2020 gedaan. Doel is om in kaart te brengen wat het effect is van de coronacrisis op de financiële positie van gemeenten.
Hierbij wordt tevens gevraagd naar opgaves van, door corona, niet-gerealiseerde baten en lasten in de periode tot en met 30 september. Deze uitvraag heeft plaatsgevonden onder alle Nederlandse gemeenten. De manier van uitvraag is afgestemd met vertegenwoordigers van een aantal gemeenten.
Deze uitvraag zal worden herhaald ten tijde van het aanleveren van de jaarrekening over 2020. Uitgangspunt is dat ook dit parallel verloopt aan het aanleveren van Iv3-gegevens.
Dit betreft nieuwe informatie op basis van een niet wettelijke uitvraag. Nieuwe informatie heeft altijd een aanlooptijd om goed geregistreerd te worden. Hoe dat met dit gegeven zit is nog niet bekend omdat kwaliteitsonderzoek nog niet heeft plaatsgevonden.
Een meerderheid van de responderende gemeenten heeft bij het onderzoek in het derde kwartaal 2020 aangegeven dat nog niet alle corona gerelateerde (meer-)lasten en (meer-)baten in hun administratie gekenmerkt te hebben en/of nog niet alle rekeningen verwerkt te hebben. Het effect van ontbrekende informatie valt op dit moment niet te kwantificeren. Dit is een belangrijke disclaimer voor de uitkomsten zoals gepresenteerd in de tabellenset.

1. Samenvatting

Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het CBS in de periode november/december 2020 een tweede onderzoek uitgevoerd om een indruk te krijgen van de mogelijke invloed van de coronacrisis op de financiën van Nederlandse gemeenten. Doel van dit tweede onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de meerlasten en meerbaten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en de niet-gerealiseerde baten van gemeenten ten gevolge van de coronacrisis over de periode van de aanvang van de corona-uitbraak tot en met september 2020. Het eerste onderzoek betrof de periode tot en met 30 juni 2020.
Evenals het geval was bij het eerste onderzoek zijn ook de uitkomsten van het onderzoek tot en met september nog indicatief en geven de ondergrens aan van de meerlasten en –baten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten. Een meerderheid van de responderende gemeenten geeft namelijk aan nog niet alle coronagerelateerde (meer)lasten en (meer)baten in hun administratie geboekt en/of gekenmerkt te hebben en/of nog niet alle rekeningen verwerkt te hebben. Voorts geeft een meerderheid van de responderende gemeenten aan dat zij nog niet voldoende zicht hebben op de financiële stromen die lopen via de gemeenschappelijke regelingen (GR’s) waaraan zij deelnemen. Opmerking daarbij is dat gemeenten bij de kwalitatieve vragen aangeven geen extra lasten te verwachten van GGD’s en Veiligheidsregio’s omdat deze volledig vergoed zullen worden door het Rijk, net als veel andere coronagerelateerde lasten en gederfde inkomsten.
Het aantal gemeenten dat aangeeft alle coronagerelateerde lasten en baten dan wel de belangrijkste coronagerelateerde lasten en baten te kunnen identificeren is echter zowel in aantal als naar verhouding ten opzichte van het eerste onderzoek duidelijk toegenomen. Bovendien hebben er meer gemeenten gerespondeerd. Daardoor heeft het CBS minder hoeven bij te ramen voor non-respons. Al met al lijken de uitkomsten van het onderzoek over de periode tot en met september 2020 daarmee betrouwbaarder dan die van het eerste onderzoek.
Op deelname aan het onderzoek rustte geen wettelijke verplichting en 266 (245 bij het eerste onderzoek) van de 355 gemeenten hebben het opvraagmodel geretourneerd. Van de 266 responderende gemeenten hebben 263 gemeenten (oftewel 74 procent van het totaal aantal gemeenten) de tabbladen 5.Meerlasten en 6.Meerbaten ingevuld en 246 gemeenten de tabbladen 7.Niet-gerealiseerde lasten en 8.Niet-gerealiseerde baten. Bij het eerste onderzoek waren dit respectievelijk 236 en 198 gemeenten. Om een zo compleet mogelijk beeld te kunnen schetsen heeft het CBS voor gemeenten die geen kwantitatieve data geleverd hebben, ramingen gemaakt van de meerlasten en –baten en niet-gerealiseerde lasten en baten. Van de meerlasten exclusief Tozo is ongeveer 12 procent door het CBS bijgeraamd, van de meerbaten exclusief Tozo ongeveer 20 procent, van de niet-gerealiseerde lasten ongeveer 21 procent en van de niet-gerealiseerde lasten ten slotte ongeveer 14 procent. De bijraming is gebaseerd op de opgaven van de gemeenten die wel hebben gerespondeerd.
Als indicatieve raming voor de meerlasten exclusief Tozo tot en met september 2020 levert het onderzoek afgerond een raming van ongeveer 705 miljoen euro op. De raming voor de meerbaten exclusief Tozo bedraagt ongeveer 759 miljoen euro. Gemeenten zijn door het Rijk zowel voor de inkomstenderving als voor de extra uitgaven gecompenseerd. De extra uitgaven van gemeenten vallen onder meerlasten. De compensatie van de extra uitgaven en de inkomstenderving door het Rijk zijn door gemeenten vooral onder taakveld 0.7 ‘Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds’ van het Rijk geboekt.
Zowel de meerlasten als de meerbaten exclusief Tozo vallen aanzienlijk hoger uit dan die uit het onderzoek van de periode tot en met juni 2020, toen deze nog respectievelijk op ongeveer 161 miljoen euro en op ongeveer 70 miljoen euro geraamd werden. Deze stijging vloeit voort uit de extra maanden waarover is uitgevraagd maar zou er mede mee te maken kunnen hebben dat gemeenten de coronagerelateerde lasten en baten bij dit tweede onderzoek beter inzichtelijk hebben kunnen maken, mede doordat zij meer tijd hebben gehad de administratie hierop aan te passen. Zo zijn gemeenten in augustus door het Rijk geïnformeerd over aanvullende compensatie door het Rijk van de extra uitgaven en inkomstenderving als gevolg van de coronamaatregelen (Kamerstukken II 2020/21 35420, nr. 104). Ook het feit dat bij de uitvraag tot en met september 2020 als onderdeel van taakveld 6.3 ‘Inkomensregelingen’ gevraagd is welke bedragen specifiek betrekking hebben op Tozo, zou een rol kunnen spelen. Bij het eerste onderzoek over de periode tot en met 30 juni werd alleen het totaal van taakveld 6.3 uitgevraagd.
De raming voor de niet-gerealiseerde baten bedraagt ongeveer 665 miljoen euro met als belangrijke posten toeristenbelasting (ongeveer 179 miljoen euro) en parkeerheffingen (ongeveer 144 miljoen euro). Dit laatste bedrag bestaat uit parkeerbelastingen en andere inkomsten uit parkeren, bijvoorbeeld van parkeergarages. De raming van de niet-gerealiseerde lasten bedraagt ongeveer 101 miljoen euro. Daarmee liggen de niet-gerealiseerde baten dus meer dan 564 miljoen euro hoger dan de niet-gerealiseerde lasten. De ramingen voor de niet-gerealiseerde lasten en baten uit het onderzoek over de periode tot en met juni 2020 bedroegen respectievelijk ongeveer 46 miljoen euro en ongeveer 432 miljoen euro met als saldo ongeveer 386 miljoen euro.
Voor wat de uitvoering van Tozo betreft hebben op basis van dit onderzoek gemeenten ongeveer 2,4 miljard euro uitgegeven tot en met september 2020. Zij hebben van het Rijk tot en met september voor 2,75 miljard euro aan voorschotten voor de Tozo ontvangen. Dit onderzoek komt op 2,2 miljard aan voorschotten, onder meer vanwege boekhoudkundige voorschriften die bepalen dat dit soort baten pas geboekt worden als de lasten gerealiseerd zijn. Er zijn gemeenten die aangeven tot en met september meer aan Tozo te hebben uitgegeven dan zij van het Rijk aan voorschotten ontvangen hebben. De Tozo is een specifieke uitkering en gemeenten kunnen de door het Rijk toegekende middelen uitsluitend voor deze regeling inzetten. Gemeenten worden financieel gecompenseerd voor de kosten van de Tozo door het Rijk. Gemeenten krijgen de uitkeringskosten volledig gecompenseerd en voor de vergoeding van de uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per aanvraag. De Tozo-regeling loopt door tot 1 juli 2021. Het is de bedoeling dit onderzoek naar coronagerelateerde meerlasten en –baten alsmede niet-gerealiseerde lasten en baten te herhalen voor het hele jaar 2020 bij de Iv3-uitvraag voor de jaarrekening 2020.

1.1 Samenvatting uitkomsten corona-uitvraag (mln euro)
Gemeenten | t/m september 2020Totaal
Totaal ResponsBijraming
Meerlasten door corona exclusief Tozo704,8622,182,7
Tozo2378,31409,3969
Meerbaten door corona exclusief Tozo759,1603,9155,2
Voorschotten Tozo2225,81251,1974,7
Niet-gerealiseerde lasten door corona100,579,820,7
Niet-gerealiseerde baten door corona664,9574,390,6
Waarvan parkeerheffingen (tv 0.63 en 2.2)143,5127,316,3
Waarvan toeristenbelasting (tv 3.4.1 - Economische promotie)178,7146,232,5

2. Aanleiding, opzet en uitvoering van het onderzoek

De aanleiding voor dit onderzoek is dat de reguliere Iv3-(kwartaal)uitvraag niet voldoende detail biedt om de effecten van de coronacrisis op de financiën van gemeenten te duiden en te kwantificeren. De maatschappelijke behoefte om op zijn minst een eerste inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van de gemeenten is echter groot. Dit inzicht is namelijk onder meer van groot belang voor het ministerie van BZK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en gemeenten zelf om beleid nu en in de nabije toekomst op te baseren en te evalueren.
Het onderzoek is voorbereid door een werkgroep waarin vertegenwoordigers van het ministerie van BZK, VNG, gemeenten en het CBS waren opgenomen.
In het onderzoek is alle 355 Nederlandse gemeenten gevraagd om een zo goed mogelijke opgave te doen van de meerlasten, meerbaten, niet-gerealiseerde lasten en niet-gerealiseerde baten vanaf het begin van de coronacrisis tot en met september 2020 die coronagerelateerd zijn. Niet-gerealiseerde lasten en baten hebben betrekking op lasten en baten die wel begroot zijn, maar niet gerealiseerd. Het is aan gemeenten zelf geweest te bepalen of (niet-gerealiseerde) lasten en baten al dan niet coronagerelateerd zijn. Voorts is de gemeenten verzocht een aantal aanvullende vragen te beantwoorden. Dit betreft vragen naar de volledigheid en de tijdigheid van de administratie en of de meerlasten en meerbaten van GR’s waaraan gemeenten deelnemen zijn meegenomen. Het gebruikte opvraagmodel is opgenomen als bijlage 1. Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar coronagerelateerde lasten en baten alsmede niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met juni 2020.
Evenals het geval was bij het eerste onderzoek zijn ook de uitkomsten van het onderzoek tot en met september nog indicatief en geven de ondergrens aan van de meerlasten en –baten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten. Een meerderheid van de responderende gemeenten geeft namelijk aan nog niet alle coronagerelateerde meerlasten en meerbaten in hun administratie geboekt en/of gekenmerkt te hebben en/of nog niet alle rekeningen verwerkt te hebben. Voorts geeft een meerderheid van de responderende gemeenten aan dat zij nog niet voldoende zicht hebben op de financiële stromen die lopen via de gemeenschappelijke regelingen (GR’s) waaraan zij deelnemen. Opmerking daarbij is dat gemeenten bij de kwalitatieve vragen aangeven dat zij geen extra lasten verwachten van GGD’s en Veiligheidsregio’s omdat deze volledig vergoed zullen worden door het Rijk, net als veel andere coronagerelateerde lasten en gederfde inkomsten vergoed zullen worden door het Rijk. Het aantal gemeenten dat aangeeft alle coronagerelateerde lasten en baten dan wel de belangrijkste coronagerelateerde lasten en baten te kunnen identificeren is echter zowel in aantal als naar verhouding ten opzichte van het eerste onderzoek duidelijk toegenomen. Bovendien hebben er meer gemeenten gerespondeerd. Daardoor heeft het CBS minder hoeven bij te ramen voor non-respons. Al met al lijken de uitkomsten van het onderzoek over de periode tot en met september 2020 daarmee betrouwbaarder dan die van het eerste onderzoek.
Toch is het ook bij dit onderzoek waarschijnlijk dat de geraamde bedragen bij een toename van de beschikbare informatie hoger zullen blijken te liggen dan de stand van zaken die dit onderzoek weergeeft. Hoeveel hoger de uitkomsten zouden uitkomen indien alle meerlasten en –baten en niet-gerealiseerde lasten en baten bij gemeenten bekend zouden zijn, valt op dit moment nog niet te kwantificeren omdat niet vast te stellen is welke mate coronagerelateerde lasten en baten ontbreken. Niet-gerealiseerde lasten en baten kunnen over het algemeen alleen extracomptabel berekend worden. Voor dit onderzoek hebben gemeenten een schatting moeten maken van bijvoorbeeld de toeristenbelasting die volgens de verwachting tot en met september 2020 volgens de begroting ontvangen zou moeten zijn en de daadwerkelijk ontvangen toeristenbelasting tot en met september 2020. Het feit dat niet-gerealiseerde baten en lasten extracomptabel berekend dienen te worden, draagt bij aan de onzekerheid waarmee de uitkomsten van dit onderzoek omgeven zijn.
De voorbereiding op het huidige onderzoek is in korte tijd doorlopen. Dit was mede mogelijk doordat er ten opzichte van het eerste onderzoek niet veel veranderd is in opzet en methodiek. Ten opzichte van het eerste onderzoek is het opvraagmodel iets aangepast. Voor het huidige onderzoek is gevraagd naar de lasten en baten inclusief de verplichtingen voor prestaties die tot en met 30 september zijn geleverd en vorderingen voor inkomsten die nog niet op de rekening staan. Dit is meer omvattend dan bij de uitvraag bij het eerste onderzoek, toen gevraagd werd naar lasten en baten die in de administratie waren verwerkt. De invloed hiervan op de uitkomsten vallen met de huidige kennis niet te kwantificeren. Tevens zijn de aanvullende kwalitatieve vragen aangepast.
Het opvraagmodel is op woensdag 14 oktober 2020 per e-mail toegezonden aan Iv3-contactpersonen van de 355 gemeenten. Op deelname aan het onderzoek lag geen wettelijke verplichting. De deadline voor inzending van het opvraagmodel lag op vrijdag 13 november. Op maandag 23 november 2020 zijn de gemeenten die tot op dat moment nog niet gerespondeerd hadden, dan wel nog niet hadden aangegeven niet mee te willen of kunnen doen aan het onderzoek, per e-mail gerappelleerd.
Het is de bedoeling dat hetzelfde onderzoek ook uitgevoerd zal gaan worden naar de coronagerelateerde meerlasten en meerbaten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten uit de jaarrekening 2020. Het onderzoek naar de jaarrekening zal gelijk oplopen met de reguliere Iv3-uitvraag van de jaarrekening 2020 waarvoor de deadline van inzending op 14/15 juli 2021 ligt. Om de administratieve lastendruk voor gemeenten zo laag mogelijk te houden volgt er geen apart onderzoek naar de coronagerelateerde lasten en baten tot en met 31 december 2020 gelijktijdig met de reguliere Iv3-uitvraag over het vierde kwartaal van 2020.

3. Respons en uitkomsten

3.1 Respons en het maken van ramingen voor non-respons

Op deelname aan het onderzoek rustte geen wettelijke verplichting en 266 van de 355 gemeenten hebben het opvraagmodel geretourneerd. Van de 266 responderende gemeenten hebben 263 gemeenten de tabbladen 5.Meerlasten en 6.Meerbaten ingevuld en 246 de tabbladen 7.Niet-gerealiseerde lasten en 8.Niet-gerealiseerde baten.
Voor de gemeenten waarvan het CBS geen kwantitatieve data ontvangen heeft, heeft het CBS ramingen gemaakt van de coronagerelateerde meerlasten en meerbaten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met september 2020 aan de hand van de kwantitatieve datarespons. Voor de gemeenten die wel de tabbladen 5.Meerlasten en 6.Meerbaten ingevuld hebben maar niet de tabbladen 7.Niet-gerealiseerde lasten en 8. Niet-gerealiseerde baten, heeft het CBS een raming gemaakt van de niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met september 2020.
Voor het maken van de ramingen voor gemeenten die (gedeeltelijk) niet gerespondeerd hebben, heeft het CBS gebruik gemaakt van de data van gemeenten die wel met kwantitatieve data gerespondeerd hebben. Van de responderende gemeenten zijn per grootteklasse[1], waarbij de grootteklassen 6 tot en met 8 samen zijn genomen, en per taakveld de meerlasten, meerbaten en de niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met september 2020 als percentage van de begroting 2020 genomen. Deze percentages zijn gebruikt om ramingen te maken van de coronagerelateerde lasten en baten voor gemeenten uit de overeenkomstige grootteklasse.
Als eerste uitzondering op bovenstaande worden de niet-gerealiseerde baten (onderdeel van taakveld 3.4 Economische promotie) betreffende de toeristenbelasting niet geraamd op basis van de grootteklasse waartoe de betreffende gemeente behoort maar op basis van de toeristische regio waartoe de betreffende regio behoort.
Als tweede uitzondering worden de meerbaten die betrekking hebben op de Tozo geraamd op basis van de voorschotten die door het Rijk verstrekt zijn.
Als derde uitzondering zijn voor gemeenten die geen of minimaal Tozo-lasten geboekt hebben, bijvoorbeeld omdat zij deze lasten toch kunnen bekostigen uit de van het Rijk ontvangen voorschotten, de lasten geraamd. De lasten zijn dan geraamd op basis van de responderende groep gemeenten binnen een grootteklasse. Van deze groep is het gezamenlijke aandeel berekend van de kosten die zij reeds gemaakt hebben ten opzichte van de ontvangsten. Dit verhoudingsgetal is vervolgens weer gezet op de ontvangsten (t/m 5de tranche ontvangsten van het Rijk) van de non-respons binnen een grootteklasse.
Als vierde uitzondering ten slotte zijn voor niet responderende gemeenten de meerbaten op taakveld 0.7 (Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds) geraamd op basis van de aanvullende uitkeringen van het Rijk.
Van de meerlasten exclusief Tozo is ongeveer 12 procent bijgeraamd, van de meerbaten exclusief Tozo ongeveer 20 procent, van de niet-gerealiseerde lasten ongeveer 21 procent en van de niet-gerealiseerde lasten ten slotte ongeveer 14 procent. Dit ligt duidelijk lager dan bij het eerste onderzoek. Het aandeel van de bijramingen in de totalen is dus ten opzichte van het eerste onderzoek afgenomen.

3.1.1 Gemeenten | Respons aanvullende corona-uitvraag, t/m september 2020
Totaal Grootteklasse
123456-aug
Totaal (aantallen)355414145618681
Respons266412124414153
ResponsMeerlasten en -baten263412114414151
ResponsNiet-gerealiseerde lasten en -baten246412104212949
Non-respons89022124528
Non-responsAfwijzing8002231
Respons (percentage)751008686797665
Respons (percentage)Meerlasten en -baten741008679797663
Respons (percentage)Niet-gerealiseerde lasten en -baten691008671756960
Non-respons (percentage)2501414212435
Non-respons (percentage)Afwijzing20014421

3.2 Resultaten kwalitatieve uitvraag

Van de 266 gemeenten die respons hebben geleverd, geven 99 (eerste onderzoek 74) gemeenten als antwoord op vraag 1 uit Tabblad ‘4.Vragen’ aan dat alle coronagerelateerde lasten en baten zijn meegenomen, 131 (eerste onderzoek 115) gemeenten dat alleen de belangrijkste coronagerelateerde baten en lasten zijn meegenomen, 9 (eerste onderzoek 27) gemeenten dat alleen de coronagerelateerde baten en lasten op bepaalde taakvelden meegenomen zijn en 27 (eerste onderzoek 29) gemeenten hebben dit niet aangegeven.
Het CBS heeft geen bedragen bijgeraamd indien gemeenten aangeven niet alle coronagerelateerde baten en lasten tot en met september hebben kunnen meenemen in het opvraagmodel maar alleen de belangrijkste of alleen op bepaalde taakvelden. Dit houdt dus in dat ook hierdoor de werkelijke coronagerelateerde meerlasten en meerbaten alsmede niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met september 2020 zeer waarschijnlijk hoger liggen dan de uitkomsten van dit onderzoek laten zien. De uitkomsten van dit onderzoek zijn daarmee dan ook indicatief en geven waarschijnlijk de ondergrens aan van meerlasten en –baten en niet-gerealiseerde lasten en baten. Wel is het aantal gemeenten dat aangeeft alle coronagerelateerde lasten en baten of de belangrijkste coronagerelateerde lasten en baten meegenomen te hebben toegenomen ten opzichte van het eerste onderzoek. Met de tijd lijken meer gemeenten dus grip te krijgen op coronagerelateerde lasten en baten. Het aantal gemeenten dat aangeeft rekening gehouden te hebben met coronagerelateerde lasten en baten alsmede niet-gerealiseerde lasten en baten bij GR’s waaraan zij deelnemen bedraagt 76. Opmerking daarbij is dat gemeenten bij de kwalitatieve vragen aangeven geen extra lasten verwachten van GGD’s en Veiligheidsregio’s omdat deze vergoed zullen worden door het Rijk. Opmerking hierbij is dat bij enkele gemeenten de GGD deel uitmaakt van de gemeentelijke organisatie. Bij deze gemeenten stijgen de GGD gerelateerde lasten wel, maar omdat de compensatie nog niet bekend is zijn deze baten niet betrokken in de meerbaten.

3.3 Resultaten kwantitatieve uitvraag

Zoals al in paragrafen 1 en 3.2 is aangegeven zijn de meerlasten en –baten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten zoals die uit dit onderzoek volgen indicatief en zullen waarschijnlijk uiteindelijk hoger uit blijken te vallen.
Tot september 2020 heeft de coronacrisis, afgezien van Tozo, volgens de huidige stand van zaken ongeveer 705 miljoen euro aan meerlasten met zich gebracht voor gemeenten. Deze hebben vooral betrekking op hoofdtaakveld ‘6. Sociaal domein’ (395 miljoen euro), hoofdtaakveld 7. ‘Volksgezondheid en milieu’ (95 miljoen euro), hoofdtaakveld 0. ‘Bestuur en ondersteuning’ (82 miljoen euro) en hoofdtaakveld 5. ‘Sport, cultuur en recreatie’ (74 miljoen euro).
Van de afzonderlijke taakvelden laten 6.3 ‘Inkomensregelingen’ (228 miljoen euro, onder meer wijzigingen BUIG ten gevolge van corona, crisisopvang, voedselbank), 7.1 ‘Volksgezondheid’ (67 miljoen euro, onder meer meerkosten testen en labonderzoek), 0.4 ‘Overhead’ (53 miljoen euro, onder meer extra IT-faciliteiten, meer schoonmaak, aanpassen kantoren), 5.3 ‘Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurpresentatie’ (49 miljoen euro, ondersteuning culturele instellingen) en 6.4 ‘Begeleide participatie’ (43 miljoen euro, onder meer compensatie participatie WSW) de hoogste lasten te zien. De meerlasten exclusief Tozo vallen aanzienlijk hoger uit dan die uit het onderzoek van de periode tot en met juni 2020, toen deze nog op ongeveer 161 miljoen euro geraamd werden. Deze stijging zou naast de extra maanden die zijn meegenomen er mede mee te maken kunnen hebben dat gemeenten de coronagerelateerde lasten en baten bij het tweede onderzoek door meer voorbereidingstijd beter inzichtelijk hebben kunnen maken. Ook het feit dat bij de uitvraag tot en met september 2020 als onderdeel van taakveld 6.3 ‘Inkomensregelingen’ gevraagd is welke bedragen specifiek betrekking hebben op Tozo zou rol kunnen spelen. Bij het eerste onderzoek over de periode tot en met 30 juni werd alleen het totaal van taakveld 6.3 uitgevraagd. Zo zijn de gemeenten in augustus door het Rijk geïnformeerd over aanvullende compensatie door het Rijk van de extra uitgaven en inkomstenderving als gevolg van de coronamaatregelen (Kamerstukken II 2020/21 35420, nr. 104).
Voor wat de uitvoering van Tozo betreft hebben op basis van dit onderzoek gemeenten ongeveer 2,4 miljard euro uitgegeven en hebben ze van het Rijk tot en met september 2020 voor 2,75 miljard euro aan voorschotten voor de Tozo ontvangen. Er zijn gemeenten die aangeven meer aan Tozo-uitkeringen verstrekt te hebben dan zij aan voorschotten van het Rijk hebben ontvangen. De Tozo is een specifieke uitkering en gemeenten kunnen de door het Rijk toegekende middelen uitsluitend voor deze regeling inzetten. Gemeenten worden financieel gecompenseerd voor de kosten van de Tozo door het Rijk. Gemeenten krijgen de uitkeringskosten volledig gecompenseerd en voor de vergoeding van de uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per aanvraag. De Tozo-regeling loopt door tot 1 juli 2021.

3.3.1 Gemeenten | Meerlasten door corona exclusief Tozo, t/m september 2020 (mln euro)
Totaal
Totaal ResponsBijraming
Totaal Taakvelden704,8622,182,7
Taakveld 0. - BESTUUR EN ONDERSTEUNING82,463,618,8
Taakveld 1. - VEILIGHEID17,513,54
Taakveld 2. - VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT86,91,1
Taakveld 3. - ECONOMIE14,411,72,7
Taakveld 4. - ONDERWIJS1512,12,9
Taakveld 5. - SPORT, CULTUUR EN RECREATIE746311
Taakveld 6. - SOCIAAL DOMEIN395,3358,237,1
Taakveld 7. - VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU95,290,74,5
Taakveld 8. - VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING3,12,50,6
 

Buiten Tozo-voorschotten resulteert dit onderzoek in ongeveer 759 miljoen euro aan coronagerelateerde meerbaten voor gemeenten. Deze meerbaten hebben vermoedelijk vooral betrekking op het feit dat het Rijk gemeenten compenseert voor extra uitgaven en inkomstenderving als gevolg van de coronamaatregelen en zijn vooral te vinden op hoofdtaakveld 0. ‘Bestuur en ondersteuning’ (535 miljoen euro), 6. ‘Sociaal domein’ (204 miljoen euro) en hoofdtaakveld 5. ‘Sport, cultuur en recreatie’ (13 miljoen euro). Van de afzonderlijke taakvelden geeft taakveld 0.7 ‘Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds’ met 529 miljoen euro het hoogste bedrag aan baten te zien. Gemeenten zijn door het Rijk zowel voor de inkomstenderving als voor de extra uitgaven gecompenseerd. De extra uitgaven van gemeenten vallen onder meerlasten. De compensatie van de extra uitgaven en de inkomstenderving door het Rijk zijn door gemeenten met name onder taakveld 0.7 ‘Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds’ tegemoetkomingen van het Rijk geboekt. Het gaat hier bijvoorbeeld om compensatie van het Rijk voor de derving van parkeer- en toeristenbelastingen, maar ook om bijv. extra uitgaven voor de jeugdzorg en de WMO en andere steunmaatregelen waarvoor het Rijk gemeenten compenseert.
De meerbaten exclusief Tozo vallen aanzienlijk hoger uit dan die uit het onderzoek van de periode tot en met juni 2020, toen deze nog op ongeveer 70 miljoen euro geraamd werden. Deze stijging zou er naast de extra maanden die in dit onderzoek zijn uitgevraagd mede mee te maken kunnen hebben dat gemeenten de coronagerelateerde lasten en baten bij het tweede onderzoek door meer voorbereidingstijd beter in hun administratie hebben kunnen verwerken. Ook het feit dat bij de uitvraag tot en met september 2020 als onderdeel van taakveld 6.3 ‘Inkomensregelingen’ gevraagd is welke bedragen specifiek betrekking hebben op Tozo zou een rol kunnen spelen. Bij het eerste onderzoek over de periode tot en met 30 juni werd alleen het totaal van taakveld 6.3 uitgevraagd.

3.3.2 Gemeenten | Meerbaten door corona exclusief Tozo, t/m september 2020 (mln euro)
Totaal
Totaal ResponsBijraming
Totaal Taakvelden759,1603,9155,2
Taakveld 0. - BESTUUR EN ONDERSTEUNING535,4393,2142,2
Taakveld 1. - VEILIGHEID1,91,40,4
Taakveld 2. - VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT1,110,1
Taakveld 3. - ECONOMIE1,81,60,2
Taakveld 4. - ONDERWIJS0,90,60,3
Taakveld 5. - SPORT, CULTUUR EN RECREATIE12,9102,9
Taakveld 6. - SOCIAAL DOMEIN203,6194,88,8
Taakveld 7. - VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU10,70,3
Taakveld 8. - VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING0,60,40,1
 

Samenvattend geven gemeenten aan volgens de huidige stand van zaken buiten Tozo om tot en met september 705 miljoen euro aan meerlasten te hebben en ongeveer 759 miljoen euro aan meerbaten.
Niet-gerealiseerde baten en lasten worden extracomptabel berekend. Er dient een schatting gemaakt te worden van de baten/lasten die volgens de begroting in de periode ontvangen/uitgegeven zouden moeten worden en die moeten afgezet worden tegen de in de periode daadwerkelijk ontvangen/uitgegeven bedragen. Voor wat niet-gerealiseerde baten en lasten betreft is dit een aanvullende reden waarom de resultaten van dit onderzoek indicatief zijn.
De niet-gerealiseerde baten tot en met september 2020 bedragen volgens de huidige inzichten ongeveer 665 miljoen euro. Deze hebben met name betrekking op hoofdtaakveld 0 ‘Bestuur en ondersteuning’ (ongeveer 197 miljoen euro), hoofdtaakveld 3. ‘Economie’ (ongeveer 200 miljoen euro), hoofdtaakveld 8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (ongeveer 80 miljoen euro), hoofdtaakveld 5. “Sport, cultuur en recreatie’ (ongeveer 67 miljoen euro), hoofdtaakveld 2. ‘Verkeer, vervoer en waterstaat’ (ongeveer 63 miljoen euro) en hoofdtaakveld 6. ‘Sociaal Domein’ (ongeveer 41 miljoen euro).
Van de afzonderlijke taakvelden vallen vooral op 3.4 ‘Economische promotie’ (ongeveer 186 miljoen euro waarvan ongeveer 179 miljoen euro aan toeristenbelasting) en 0.63 ‘Parkeerbelasting’/2.2 ‘Parkeren’ (gezamenlijk ongeveer 144 miljoen euro). Het toerisme heeft ten gevolge van de coronacrisis in veel gemeenten zware klappen gekregen. Dit werkt ook door op parkeerheffingen. Daarmee maken niet-gerealiseerde toeristenbelasting en niet-gerealiseerde parkeerheffingen dus met ongeveer 322 miljoen euro ongeveer de helft uit van de totale niet-gerealiseerde baten.
Ook bij overige belastingen is sprake van niet-gerealiseerde baten. Deze zijn te vinden op taakveld 0.61 ‘OZB woningen’ (ongeveer 1 miljoen euro), taakveld 0.62 ‘OZB niet-woningen’ (ongeveer 2 miljoen euro) en taakveld 0.64 ‘Belastingen overig’ (ongeveer 35 miljoen euro, onder meer precariobelasting).
Andere opvallende taakvelden zijn 8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) (ongeveer 74 miljoen euro) 0.5 ‘Treasury’ (ongeveer 41 miljoen euro, onder meer minder dividendinkomsten of opschorting daarvan van bijvoorbeeld BNG), 5.2 ‘Sportaccommodaties’ (ongeveer 37 miljoen euro, onder meer kwijtschelding huur/minder huurinkomsten sportverenigingen), 6.4 ‘Begeleide participatie’ (ongeveer 19 miljoen euro, onder meer omzetderving tijdelijk stilleggen productie/detachering), 5.3 ‘Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie (ongeveer 15 miljoen euro, onder meer kwijtschelding huur/minder opbrengsten cultuurinstellingen), 0.2 Burgerzaken (ongeveer 15 miljoen euro, onder meer minder leges burgerzaken, minder huwelijken) en 0.3 ‘Beheer overige gebouwen en gronden’ (ongeveer 11 miljoen euro, onder meer lagere verkoopopbrengsten, huurderving, minder afkoopsommen erfpacht).
De raming voor de niet-gerealiseerde baten uit het onderzoek over de periode tot en met juni 2020 bedroeg ongeveer 432 miljoen euro.

3.3.3 Gemeenten | Niet-gerealiseerde baten door corona, t/m september 2020 (mln euro)
Totaal
Totaal ResponsBijraming
Totaal Taakvelden664,9574,390,6
Taakveld 0. - BESTUUR EN ONDERSTEUNING196,6171,624,9
waarvan onder andere dividend (tv 0.5 - Treasury)41,440,60,8
waarvan OZB (tv 0.61 en 0.62)2,92,10,8
waarvan parkeerheffing (tv 0.63 - Parkeerbelasting)86,772,614,1
waarvan overige belastingen (tv 0.64 - Belastingen overig)34,729,94,8
Taakveld 1. - VEILIGHEID87,10,9
Taakveld 2. - VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT62,759,53,2
waarvan parkeerheffing (tv 2.2 - Parkeren)56,854,72,2
Taakveld 3. - ECONOMIE199,716237,7
waarvan toeristenbelasting ( tv 3.4 - Economische promotie)178,7146,232,5
Taakveld 4. - ONDERWIJS1,10,70,4
Taakveld 5. - SPORT, CULTUUR EN RECREATIE66,552,114,4
Taakveld 6. - SOCIAAL DOMEIN40,834,26,7
Taakveld 7. - VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU9,28,60,6
Taakveld 8. - VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING80,278,41,8
 

De niet-gerealiseerde lasten bedragen tot en met september 2020 volgens de huidige inzichten ongeveer 101 miljoen euro. De grootste bedragen zijn te vinden op hoofdtaakveld 6. Sociaal domein (ongeveer 32 miljoen euro), hoofdtaakveld 0. ‘Bestuur en ondersteuning’ (ongeveer 27 miljoen euro) en hoofdtaakveld 5. ‘Sport, cultuur en recreatie (ongeveer 18 miljoen euro).
Bij de afzonderlijke taakvelden laten de hoogste bedragen zien taakveld 0.4 ‘Overhead’ (ongeveer 19 miljoen euro, onder meer minder vergaderkosten, minder opleidingskosten, minder catering, lagere apparaatskosten), taakveld 6.5 ‘Arbeidsparticipatie’ (ongeveer 12 miljoen euro, onder meer doorschuiven kosten naar 2021, stilvallen re-integratiemaatregelen) en taakveld 5.3 ‘Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie’ (ongeveer 12 miljoen euro, onder meer lagere lasten inkoopprogrammering, horeca, inzet personeel derden en overige kosten).
De raming voor de niet-gerealiseerde lasten uit het onderzoek over de periode tot en met juni 2020 bedroeg respectievelijk ongeveer 46 miljoen euro.

3.3.4 Gemeenten | Niet-gerealiseerde lasten door corona, t/m september 2020 (mln euro)
Totaal
Totaal ResponsBijraming
Totaal Taakvelden100,579,820,7
Taakveld 0. - BESTUUR EN ONDERSTEUNING26,921,75,2
Taakveld 1. - VEILIGHEID1,51,10,4
Taakveld 2. - VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT4,83,81
Taakveld 3. - ECONOMIE7,76,41,3
Taakveld 4. - ONDERWIJS5,541,5
Taakveld 5. - SPORT, CULTUUR EN RECREATIE18,1144,1
Taakveld 6. - SOCIAAL DOMEIN32,125,86,3
Taakveld 7. - VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU21,50,5
Taakveld 8. - VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING1,91,70,3
 

Per saldo liggen de niet-gerealiseerde baten ongeveer 564 miljoen euro hoger dan de niet-gerealiseerde lasten.

[1] Het CBS heeft gemeenten ingedeeld in acht grootteklassen (GK’s) op basis van het aantal inwoners. GK 8 minder dan 5 000 inwoners, GK 7 van 5 000 tot 9 999 inwoners, GK 6 van 10 000 tot 19 999 inwoners, GK 5 van 20 000 tot 49 999 inwoners, GK 4 van 50 000 tot 99 999 inwoners, GK 3 van 100 000 tot 149 999 inwoners, GK 2 van 150 000 tot 249 999 inwoners en GK 1 meer dan 249 999 inwoners.

Aanvullende uitvraag coronagerelateerde lasten en baten Gemeenten, t/m september 2020

Toelichting bij de tabellen

Inleiding

Op initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) doet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naast de reguliere Iv3-kwartaaluitvraag een aanvullende uitvraag naar de coronagerelateerde meerlasten en -baten tot en met 30 september 2020. Doel is om in kaart te brengen wat het effect is van de coronacrisis op de financiële positie van gemeenten. 
Hierbij wordt tevens gevraagd naar opgaves van, door corona, niet-gerealiseerde baten en lasten in de periode tot en met 30 september. Deze uitvraag vindt plaats onder alle Nederlandse gemeenten. De manier van uitvraag is afgestemd met de vertegenwoordigers van een aantal gemeenten.
Deze uitvraag zal worden herhaald ten tijde van het aanleveren van de jaarrekening over 2020. Uitgangspunt is dat ook dit parallel verloopt aan het aanleveren van Iv3-gegevens. Mogelijk vindt ook een uitvraag over het derde kwartaal plaats, al naar gelang de behoefte aan informatie en de uitkomsten van de uitvraag over tweede kwartaal. Het volledige Excel-bestand is te downloaden via deze link.

Over de tabellen

Tabel 1
In tabel 1 wordt per grootteklassegroep de respons getoond. Hierin wordt onderscheid gemaakt of de meerlasten en -baten zijn ingevuld en of de niet-gerealiseerde lasten en -baten zijn ingevuld. 

Tabel 2
In tabel 2 staan per taakveld de meerlasten die gemeenten hebben gehad  door corona. Het gaat om lasten die in de gemeentelijke administratie zijn verwerkt tot en met 30 september 2020.
Gevraagd wordt naar lasten die 1. in overwegende mate veroorzaakt zijn door de coronacrisis, en 2. meerkosten vormen. De eerste voorwaarde betekent dat er een direct verband moet zijn met corona - dus, bijvoorbeeld, geen achterstallig onderhoud dat tijdens de coronacrisis versneld is uitgevoerd. De timing is daarbij wel beïnvloed door corona, maar het onderhoud komt niet door corona. De tweede voorwaarde is dat de gemeente extra lasten heeft gehad. Heeft de gemeente bijvoorbeeld personeel van een andere afdeling ingezet om TOZO-aanvragen af te wikkelen, dan gelden die lasten niet als meerlasten door corona. Maar heeft de gemeente extra personeel ingehuurd, dan gelden de lasten daarvan wel als meerlasten door corona. Uitstel van belastingen en verstrekking van leningen resulteren niet in meerlasten. Daarvan is pas sprake bij oninbaarheid of ingebreke blijven om af te lossen. De lasten voor de doorbetaling van jeugd en wmo vormen ook geen meerlasten, want die lasten worden gemaakt zoals begroot - ook al wordt de zorg niet geleverd. Lasten door inhaalzorg en extra lasten van de anderhalve-metersamenleving vormen wel meerlasten.

Tabel 3
In tabel 3 staan per taakveld de meerbaten die gemeenten hebben gehad door corona. Het gaat om baten die in de gemeentelijke administratie zijn verwerkt tot en met 30 september 2020.
Gevraagd wordt naar baten die 1. in overwegende mate veroorzaakt zijn door de coronacrisis, en 2. meerbaten vormen. De eerste voorwaarde betekent dat er een direct verband moet zijn met corona. De tweede voorwaarde is dat de gemeente extra baten heeft gehad. Een voorbeeld vormen de voorschotten die zijn verstrekt voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO).

Tabel 4
In tabel 4 staan per taakveld de niet-gerealiseerde lasten die gemeenten niet hebben gerealiseerd door corona. Het gaat om opgaves van geschatte minderlasten ten opzichte van de begroting die vóór het begin van het jaar is vastgesteld, voor de periode tot en met 30 september 2020.
Het gaat om opgaves van geschatte lasten die de gemeente niet heeft gerealiseerd, waarbij die niet-realisatie in overwegende mate het gevolg is van corona. Een voorbeeld: de vermindering van lasten doordat - de lijn van VWS, OCW en de VNG volgend - niet 100 procent, maar 80 procent wordt vergoed voor de uitgevallen ritten in het doelgroepenvervoer.

Tabel 5
In tabel 5 staan per taakveld de niet-gerealiseerde baten die gemeenten niet hebben gerealiseerd door corona. Het gaat om opgaves van geschatte minderbaten ten opzichte van de begroting die vóór het begin van het jaar is vastgesteld, voor de periode tot en met 30 september 2020.
Het gaat om opgaves van geschatte baten die de gemeente niet heeft gerealiseerd, waarbij die niet-realisatie in overwegende mate het gevolg is van corona. Een voorbeeld: de derving in toeristenbelasting.

Tabel 6
Naar aanleiding van deze uitvraag zijn nog een aantal vragen gesteld om onder andere de kwaliteit en up-to-date-heid te duiden. Deze vragen staan gepresenteerd in tabel 6.

Tabel 7
In tabel 7 staan de totaal uitkomsten uitgesplitst naar taakveld en respons en bijraming van de meerlasten en -baten van het tweede en derde kwartaal naast elkaar. Daarnaast is de ontwikkeling berekend.

Tabel 8
In tabel 8 staan de totaal uitkomsten uitgesplitst naar taakveld en respons en bijraming van de niet-gerealiseerde lasten en -baten van het tweede en derde kwartaal naast elkaar. Daarnaast is de ontwikkeling berekend.

Variabelen

Taakvelden
Gemeentelijke taakvelden zoals opgenomen in het Iv3-informatievoorschrift 2020. Voor meer informatie zie:
https://vraagbaakiv3gemeenten.nl/files/2020-03/iv3-informatievoorschrift-2020-gemeenten-en-gemeenschappelijke-regelingen.pdf

Grootteklassegroep
1 - gemeenten met 250 000 inwoners of meer per 1 januari 2020
2 - gemeenten met 150 000 tot 250 000 inwoners per 1 januari 2020
3 - gemeenten met 100 000 tot 150 000 inwoners per 1 januari 2020
4 - gemeenten met 50 000 tot 100 000 inwoners per 1 januari 2020
5 - gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners per 1 januari 2020
6-8 - gemeenten met minder dan 20 000 inwoners per 1 januari 2020

Aandachtspunten bij de cijfers

Correcties
Sommige eenheden hebben de gegevens aangeleverd in hele euro's in plaats van 1000den euro's, hiervoor is gecorrigeerd. Verder heeft het CBS op basis van inzichten op basis van onder andere de kwartaalenquete correcties doorgevoerd. Deze zijn niet apart zichtbaar in de tabellen.

Bijraming van eenheden
In dit onderzoek zijn alle gemeenten bevraagd, echter om verschillende redenen hebben gemeenten niet (kunnen) of gedeeltelijk gerespondeerd. Voor de (gedeeltelijk) ontbrekende eenheden heeft het CBS bijgeraamd. De bijraming is niet per gemeente teruggelegd in deze tabellenset, maar per grootteklassegroep.
Voor non-respons bij de meerlasten en -baten en de niet-gerealiseerde lasten en -baten is bijgeraamd. Per grootteklassegroep is gekeken naar de respons voor een bepaald taakveld voor een onderwerp. De som hiervan is afgezet tegen de som van de begrotingswaarde voor diezelfde groep gemeenten (in de grootteklassegroep). Hier komt een verhoudingsgetal uit, een factor. Voor de non-respons binnen een bepaalde grootteklassegroep, taakveld en onderwerp wordt deze factor op de begrotingswaarde (lasten of baten afhaneklijk van het onderwerp) gezet. 
"Met uitzondering op het bovenstaande wordt voor taakveld 3.4 (onder andere de toeristenbelasting) niet gekeken naar grootteklassegroep maar naar toeristische regio. Dit geldt alleen voor het onderwerp de niet-gerealiseerde baten.
Als tweede uitzondering hierop wordt voor taakveld 6.3 (het taakveld waar gemeenten de TOZO verantwoorden) voor de onderwerpen meerlasten en -baten de TOZO-budgetten (tot en met de vierde tranche) gebruikt. Voor de lasten wordt een factor berekend. Voor de baten wordt bij non-respons de gehele waade ingezet."

Risico's
"Dit betreft nieuwe informatie op basis van een vrijwillige uitvraag. Nieuwe informatie heeft altijd een aanlooptijd om goed geregistreerd te worden. Hoe dat met dit gegeven zit is nog niet bekend omdat kwaliteitsonderzoek nog niet heeft plaatsgevonden. 
Gemeenten hebben aangegeven dat hun administratie op moment van leveren nog niet helemaal bij was."

Afkortingen

Tozo - Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers

Iv3 - Informatie voor derden