Auteur: Bas Tuinhof, Rob van der Holst
Rapportage corona-uitvraag financiën gemeenten t/m Q3 2020

2. Aanleiding, opzet en uitvoering van het onderzoek

De aanleiding voor dit onderzoek is dat de reguliere Iv3-(kwartaal)uitvraag niet voldoende detail biedt om de effecten van de coronacrisis op de financiën van gemeenten te duiden en te kwantificeren. De maatschappelijke behoefte om op zijn minst een eerste inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van de gemeenten is echter groot. Dit inzicht is namelijk onder meer van groot belang voor het ministerie van BZK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en gemeenten zelf om beleid nu en in de nabije toekomst op te baseren en te evalueren.
Het onderzoek is voorbereid door een werkgroep waarin vertegenwoordigers van het ministerie van BZK, VNG, gemeenten en het CBS waren opgenomen.
In het onderzoek is alle 355 Nederlandse gemeenten gevraagd om een zo goed mogelijke opgave te doen van de meerlasten, meerbaten, niet-gerealiseerde lasten en niet-gerealiseerde baten vanaf het begin van de coronacrisis tot en met september 2020 die coronagerelateerd zijn. Niet-gerealiseerde lasten en baten hebben betrekking op lasten en baten die wel begroot zijn, maar niet gerealiseerd. Het is aan gemeenten zelf geweest te bepalen of (niet-gerealiseerde) lasten en baten al dan niet coronagerelateerd zijn. Voorts is de gemeenten verzocht een aantal aanvullende vragen te beantwoorden. Dit betreft vragen naar de volledigheid en de tijdigheid van de administratie en of de meerlasten en meerbaten van GR’s waaraan gemeenten deelnemen zijn meegenomen. Het gebruikte opvraagmodel is opgenomen als bijlage 1. Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar coronagerelateerde lasten en baten alsmede niet-gerealiseerde lasten en baten tot en met juni 2020.
Evenals het geval was bij het eerste onderzoek zijn ook de uitkomsten van het onderzoek tot en met september nog indicatief en geven de ondergrens aan van de meerlasten en –baten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten. Een meerderheid van de responderende gemeenten geeft namelijk aan nog niet alle coronagerelateerde meerlasten en meerbaten in hun administratie geboekt en/of gekenmerkt te hebben en/of nog niet alle rekeningen verwerkt te hebben. Voorts geeft een meerderheid van de responderende gemeenten aan dat zij nog niet voldoende zicht hebben op de financiële stromen die lopen via de gemeenschappelijke regelingen (GR’s) waaraan zij deelnemen. Opmerking daarbij is dat gemeenten bij de kwalitatieve vragen aangeven dat zij geen extra lasten verwachten van GGD’s en Veiligheidsregio’s omdat deze volledig vergoed zullen worden door het Rijk, net als veel andere coronagerelateerde lasten en gederfde inkomsten vergoed zullen worden door het Rijk. Het aantal gemeenten dat aangeeft alle coronagerelateerde lasten en baten dan wel de belangrijkste coronagerelateerde lasten en baten te kunnen identificeren is echter zowel in aantal als naar verhouding ten opzichte van het eerste onderzoek duidelijk toegenomen. Bovendien hebben er meer gemeenten gerespondeerd. Daardoor heeft het CBS minder hoeven bij te ramen voor non-respons. Al met al lijken de uitkomsten van het onderzoek over de periode tot en met september 2020 daarmee betrouwbaarder dan die van het eerste onderzoek.
Toch is het ook bij dit onderzoek waarschijnlijk dat de geraamde bedragen bij een toename van de beschikbare informatie hoger zullen blijken te liggen dan de stand van zaken die dit onderzoek weergeeft. Hoeveel hoger de uitkomsten zouden uitkomen indien alle meerlasten en –baten en niet-gerealiseerde lasten en baten bij gemeenten bekend zouden zijn, valt op dit moment nog niet te kwantificeren omdat niet vast te stellen is welke mate coronagerelateerde lasten en baten ontbreken. Niet-gerealiseerde lasten en baten kunnen over het algemeen alleen extracomptabel berekend worden. Voor dit onderzoek hebben gemeenten een schatting moeten maken van bijvoorbeeld de toeristenbelasting die volgens de verwachting tot en met september 2020 volgens de begroting ontvangen zou moeten zijn en de daadwerkelijk ontvangen toeristenbelasting tot en met september 2020. Het feit dat niet-gerealiseerde baten en lasten extracomptabel berekend dienen te worden, draagt bij aan de onzekerheid waarmee de uitkomsten van dit onderzoek omgeven zijn.
De voorbereiding op het huidige onderzoek is in korte tijd doorlopen. Dit was mede mogelijk doordat er ten opzichte van het eerste onderzoek niet veel veranderd is in opzet en methodiek. Ten opzichte van het eerste onderzoek is het opvraagmodel iets aangepast. Voor het huidige onderzoek is gevraagd naar de lasten en baten inclusief de verplichtingen voor prestaties die tot en met 30 september zijn geleverd en vorderingen voor inkomsten die nog niet op de rekening staan. Dit is meer omvattend dan bij de uitvraag bij het eerste onderzoek, toen gevraagd werd naar lasten en baten die in de administratie waren verwerkt. De invloed hiervan op de uitkomsten vallen met de huidige kennis niet te kwantificeren. Tevens zijn de aanvullende kwalitatieve vragen aangepast.
Het opvraagmodel is op woensdag 14 oktober 2020 per e-mail toegezonden aan Iv3-contactpersonen van de 355 gemeenten. Op deelname aan het onderzoek lag geen wettelijke verplichting. De deadline voor inzending van het opvraagmodel lag op vrijdag 13 november. Op maandag 23 november 2020 zijn de gemeenten die tot op dat moment nog niet gerespondeerd hadden, dan wel nog niet hadden aangegeven niet mee te willen of kunnen doen aan het onderzoek, per e-mail gerappelleerd.
Het is de bedoeling dat hetzelfde onderzoek ook uitgevoerd zal gaan worden naar de coronagerelateerde meerlasten en meerbaten alsmede de niet-gerealiseerde lasten en baten uit de jaarrekening 2020. Het onderzoek naar de jaarrekening zal gelijk oplopen met de reguliere Iv3-uitvraag van de jaarrekening 2020 waarvoor de deadline van inzending op 14/15 juli 2021 ligt. Om de administratieve lastendruk voor gemeenten zo laag mogelijk te houden volgt er geen apart onderzoek naar de coronagerelateerde lasten en baten tot en met 31 december 2020 gelijktijdig met de reguliere Iv3-uitvraag over het vierde kwartaal van 2020.