SDG 5 Gendergelijkheid

SDG 5 draait om gelijke behandeling en een gelijkwaardige positie van mannen en vrouwen in de samenleving. In 2030 moeten vrouwen en mannen ook in de praktijk gelijke rechten hebben op onderwijs, gezondheidszorg en werk. Vrouwen moeten evenveel kansen krijgen als mannen om mee te beslissen in de politiek, de economie en het openbare leven. Ook moet er een einde komen aan het geweld tegen vrouwen en meisjes.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 5 Gendergelijkheid
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Bij acht van de dertien indicatoren wijst de trendmatige ontwikkeling (2015-2022) op een verhoging van de brede welvaart. Er zijn geen trends die een achteruitgang laten zien.
  • In het hoger onderwijs is meer dan de helft (52,9 procent) van de studenten vrouw, en het aandeel neemt verder toe. In de andere EU-landen zijn er verhoudingsgewijs nog meer vrouwen onder de studenten.
  • Binnen de EU is het aandeel van mannen en van vrouwen van 15 tot 75 jaar met betaald werk in Nederland het hoogst.
  • Het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen wordt kleiner, maar bedraagt in 2022 nog altijd 12,7 procent. Nederland staat in de middengroep (7 van 13 in 2021).
  • Meer vrouwen hebben zitting in het parlement: de voorheen dalende trend is omgeslagen in een stabiele.

Het dashboard en de indicatoren

Volgens SDG 5 moeten mannen en vrouwen gelijk behandeld worden en een gelijkwaardige positie in de samenleving hebben. Hiervoor moet een eind komen aan achterstand van vooral vrouwen en meisjes op allerlei terreinen, waaronder dwang en geweld, werk en zorg, maar ook invloed in het openbare leven. De Emancipatiemonitor 2022 van het CBS bevat de resultaten van tweejaarlijks onderzoek naar de emancipatie van vrouwen in Nederland.

Van de meeste indicatoren in dit dashboard is de trend groen: acht van de dertien indicatoren ontwikkelen zich in de richting van een toename van brede welvaart en het behalen van de SDG-targets. Bij de internationale positie van Nederland is het beeld meer gemengd. Bij vier indicatoren staan we in de bovenste groep, bij twee indicatoren scoort Nederland lager dan de meeste EU-landen.

SDG 5 Gendergelijkheid  

Gebruik

52,9%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
25e
68,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
1e
76,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
1e

Uitkomsten

37,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
13e
36,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
4e
66,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
81,4%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
12,7%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
7e
27,7%
25e
40,7%
6e
62,3
18e
63,2
14e
2,4

Middelen en mogelijkheden gaan over rechten en vrijheden van mannen en vrouwen en de mogelijkheid deze te gebruiken. Er zijn voor deze categorie op dit moment geen indicatoren bekend die voldoen aan de kwaliteitseisen van deze publicatie.

Gebruik betreft de mate waarin vrouwen en mannen maatschappelijk en economisch participeren. Omdat er wereldwijd achterstanden zijn bij vrouwen in het hoger onderwijs, gaat de SDG-agenda uit van hoe hoger het aandeel vrouwen hoe beter. Hier zien we een combinatie van stijgende trends met hoge posities in de EU, met uitzondering van de vrouwelijke studenten in het hoger onderwijs. In het studiejaar 2021/’22 was het merendeel (52,9 procent) van de studenten in Nederland vrouw. Op Duitsland en Griekenland na ligt het percentage vrouwelijke studenten in de hele EU echter nog hoger dan in Nederland. Op dit punt zijn er in de EU geen achterstanden voor vrouwen.

Ook de nettoarbeidsparticipatie (het aandeel werkenden in de leeftijd van 15 tot 75 jaar) neemt bij zowel mannen als vrouwen trendmatig toe. In 2022 lag de participatie van mannen (76,3 procent) nog 8,2 procentpunt boven die van vrouwen (68,1 procent). Het verschil is in de trendperiode van deze monitor kleiner geworden: aan het begin (2015) was dit nog 9,4 procentpunt. De hoge arbeidsdeelname maakte Nederland in 2021 zowel bij de mannen als de vrouwen koploper binnen de EU.

Uitkomsten betreffen de effecten van participatie en arbeidsduur op gendergelijkheid. De indicatoren met betrekking tot economische zelfstandigheid, loon en onderwijsniveau ontwikkelen zich gunstig vanuit het oogpunt van brede welvaart. De trends kleuren groen. Met vier op de vijf zijn mannen nog altijd vaker economisch zelfstandig dan vrouwen, maar vrouwen maken een inhaalslag. In 2021 verdienden twee van de drie vrouwen in de leeftijd van 15 jaar tot de AOW-leeftijd (exclusief scholieren en studenten) meer dan het bijstandsniveau. Het verschil in economische zelfstandigheid tussen mannen en vrouwen is teruggelopen van ruim 20 procentpunt in 2015 naar 15 procentpunt in 2021.

Het verschil in de gemiddelde bruto-uurlonen van mannelijke en vrouwelijke werknemers wordt geleidelijk kleiner. Het uurloonverschil is afgenomen, van 16 procentpunt in 2015 naar 12,7 procentpunt in 2022. Nederland heeft binnen de EU een middenpositie. Het lagere uurloon van vrouwen is voor een deel toe te schrijven aan verschillen met hun mannelijke collega’s op het gebied van leeftijd, vaker in deeltijd werken, het beroepsniveau, en het al dan niet leidinggeven. Het loonverschil is in de loop der jaren mede kleiner geworden doordat vrouwelijke werknemers steeds hoger opgeleid zijn. Ruim een kwart van de managers is vrouw. De middellangetermijntrend stijgt of daalt niet significant. Dit aandeel is laag vergeleken met andere EU-landen, getuige de 25e plaats in 2021.

Bij zowel vrouwen als mannen neemt het percentage hoogopgeleiden toe. Sinds 2015, het startjaar van de middellangetermijntrend in deze monitor, steeg het aandeel bij de vrouwen met 8 procentpunt en bij de mannen met 5,9 procentpunt. Het aandeel hoogopgeleiden onder vrouwen is groter dan het aandeel hoogopgeleiden onder mannen. Bij de vrouwen staat Nederland binnen de EU in de middengroep. Met het aandeel hoogopgeleide mannen bevindt Nederland zich juist in de Europese voorhoede.

Op 1 februari 2022, de peildatum van het onderzoek, was 41 procent van de Tweede Kamerleden vrouw, tegen 33 procent een jaar eerder. Het aandeel vrouwelijke volksvertegenwoordigers is na de verkiezingen op 17 maart 2021 flink toegenomen. De dalende, rode, trend in de periode 2014-2021 is in de periode 2015-2022 omgeslagen in een stabiele. De stijging bezorgt Nederland een plek in de kopgroep van de EU.

De gezonde levensverwachting – de levensverwachting in als goed of zeer goed ervaren gezondheid – is voor vrouwen (62,3 jaar) iets lager dan voor mannen (63,2 jaar). Hier speelt een ogenschijnlijke tegenstelling: de totale levensverwachting van vrouwen (83,1 jaar) is namelijk hoger dan die van mannen (80,1). Vrouwen worden meestal ouder, maar verkeren wel een iets groter deel van hun leven in minder goede gezondheid. Vergeleken met andere EU-landen bevinden Nederlanders zich in de middengroep. Wel hebben de cijfers voor de internationale vergelijking een iets andere definitie dan de cijfers die voor de trend in Nederland gebruikt zijn: bij de internationale vergelijking gaat het over de levensverwachting zonder beperkingen.

Bij het streven naar sociale veiligheid voor alle burgers is minder intimidatie en geweld tegen vrouwen een van de speerpunten van deze SDG. Fysiek en/of seksueel geweld door de huidige of ex-partner is hier een aspect van. In 2021 hadden van elke duizend vrouwen er 2,4 te maken met geweld door de (ex-)partner. De tweejaarlijkse Veiligheidsmonitor, waar dit cijfer aan ontleend is, heeft in 2021 een geheel nieuwe opzet gekregen. De uitvraag naar geweld is nu heel anders dan voorheen en de uitkomsten zijn dus onvergelijkbaar met die uit eerdere edities. Er kan geen trend berekend worden.

Beleving gaat om de persoonlijke ervaring van gender(on)gelijkheid. Er zijn voor deze categorie op dit moment geen indicatoren bekend die voldoen aan de kwaliteitseisen van deze publicatie.

Meer informatie

Dossier Emancipatie
Emancipatiemonitor 2022
StatLine M/V