SDG 11.2 Leefomgeving

In het tweede deel van SDG 11 gaat het om de omgeving waarin mensen wonen en werken. Hoe zorg je ervoor dat de lokale leefomgeving veilig, betaalbaar, toegankelijk en duurzaam wordt? In Nederland is ruimte schaars en staan de leefomgeving en de beschikbare ruimte onder druk.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 11.2 Leefomgeving
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Drie van de dertien indicatoren wijzen op een daling van de brede welvaart. De beschikbare oppervlakte per inwoner daalt omdat de bevolking groeit, mensen hebben in toenemende mate last van geluidshinder door buren of verkeer en afgemeten aan de ontwikkeling bij de vogels in de stad verslechtert de biodiversiteit in de directe leefomgeving trendmatig.
  • Drie andere indicatoren wijzen op een stijging van de brede welvaart: minder emissie van verzurende stoffen verbetert de luchtkwaliteit, slachtofferschap van misdaad neemt af, en mensen ervaren dat de sociale cohesie in hun woonomgeving toeneemt.
  • Nederland staat onderin de EU-ranglijst bij geluidshinder, slachtofferschap van misdrijven en bij oppervlakte per inwoner.

Het dashboard en de indicatoren

SDG 11 heeft niet alleen betrekking op wonen (SDG 11.1), maar ook op de omgeving waarin gewoond en geleefd wordt. Gezien de grote druk op de schaarse beschikbare ruimte is het een grote uitdaging om de lokale leefomgeving veilig, betaalbaar, toegankelijk en duurzaam te houden.

In dit tweede dashboard van SDG 11 ligt de focus op de omgevingsfactoren: de hoeveelheid ruimte per persoon, afvalverwerking, en overheidsuitgaven voor het milieu. Andere indicatoren betreffen stedelijke fijnstofconcentraties en slachtoffers van misdaad. Een aantal nieuwe indicatoren in dit dashboard betreffen deelname aan en tevredenheid over culturele voorzieningen in de woonbuurt.

Drie van de dertien indicatoren in dit dashboard ontwikkelen zich in de richting van de doelen. Bij drie andere indicatoren beweegt de trend van de doelen af. Nederland hoort binnen de EU doorgaans tot de middengroep of zelfs de achterhoede.

SDG 11 Duurzame steden en gemeenschappen: leefomgeving  

Middelen en mogelijkheden

2 362
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
26e
1,4%
3e

Gebruik

61%
84%
562
12e

Uitkomsten

0,88
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
13e
10,4
8e
17,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
15e
6,4
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
93,4
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart

Beleving

27,9%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
25e
54%
2,0%

Middelen en mogelijkheden betreffen de beschikbare ruimte en de uitgaven aan de bescherming van de kwaliteit van de leefomgeving. Omdat de bevolking van Nederland blijft toenemen, wordt de totale ruimte per inwoner steeds kleiner. In 2022 was er per inwoner gemiddeld 96 vierkante meter minder ruimte dan aan het begin van de trendperiode in 2015. Naar de toegankelijkheid of aantrekkelijkheid van de beschikbare ruimte is dan nog niet gekeken. Nederland is het op een na dichtstbevolkte land van de EU: alleen op Malta hebben mensen gemiddeld nog minder ruimte ter beschikking. Nederland geeft verhoudingsgewijs wel veel uit aan milieubescherming, waarmee het binnen de EU tot de voorlopers hoort. De overheidsuitgaven aan milieubescherming zijn daarbij redelijk constant: 1,4 procent van het bbp in 2021.

Gebruik gaat over hoe mensen hun leefomgeving gebruiken. In 2021 is door gemeenten 9,8 miljard kilogram aan huishoudelijk afval ingezameld, ongeveer 562 kilogram per inwoner. In 2020 was dit nog 10,1 miljard kilogram (582 kilogram per inwoner). Onder invloed van de coronamaatregelen waren mensen meer thuis, ruimden zij flink op en lieten zij ook meer producten thuis bezorgen, wat veel afval met zich meebracht. Maar vooral de hoeveelheden ingeleverd grof tuinafval, hout, puin en grond namen van 2020 op 2021 af. De middellangetermijntrend (2015-2022) is neutraal. Het gaat hier om afval dat wordt opgehaald of ingezameld via de milieustraat, maar ook textiel, oud papier en karton dat voor goede doelen of door scholen en verenigingen wordt ingezameld is inbegrepen.

Binnen Europa neemt Nederland een middenpositie in, met de kanttekening dat verschillen in het soort afval dat gemeentelijke diensten in verschillende landen ophalen de ranking kunnen beïnvloeden.

Aan het dashboard zijn indicatoren over cultuurbeoefening en -participatie (bezoek) toegevoegd. Van de bevolking ondernam 61 procent in 2020 minstens één keer actief een activiteit rond kunst of erfgoed, zoals het bespelen van een instrument, dansen, beeldhouwen, schrijven, historische voorwerpen verzamelen en stamboomonderzoek. In 2018, dus voor de uitbraak van corona, was dat nog zo’n 64 procent. Daarnaast bezocht in 2020 84 procent minstens één keer een culturele activiteit. Bij deze indicatoren is de middellangetermijntrend neutraal.

Uitkomsten hebben betrekking op de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. Er zijn per inwoner steeds minder emissies van verzurende stoffen (zwaveloxide, stikstofoxide en ammonia), de trend is neerwaarts. Een ander probleem met luchtkwaliteit is de stedelijke achtergrondconcentratie van fijnstof, een verzamelbegrip voor zwevende deeltjes in de lucht. Hier gaat het om de fijnere fractie van fijnstof, namelijk PM2,5 (deeltjes met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer).

Een gewaardeerd aspect van de leefomgeving is de aanwezigheid van natuur. De indicator voor vogels in de stad is een maatstaf voor natuur in de stad. Sommige vogelsoorten voelen zich meer thuis tussen mensen en bebouwing dan in het buitengebied. Met de vogelsoorten die kenmerkend zijn voor de bebouwde omgeving, gaat het niet goed. De populatie van 83 voor de stad kenmerkende inheemse broedvogelsoorten die zijn aangetroffen in het Meetnet Urbane Soorten (MUS), is sinds het startjaar van de index in 2007 bijna zeven procentpunt achteruitgegaan tot een indexniveau van 93,4 in 2020. Dit wijst erop dat de stedelijke omgeving als broedplek voor deze vogels minder geschikt wordt.

De veiligheid in de leefomgeving lijkt toe te nemen: steeds minder Nederlanders geven aan slachtoffer van een misdaad te zijn geweest, en de trend is neerwaarts. In 2021 ging het om 17,1 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder. In 2015 was dat nog bijna 27 procent. Deze cijfers zijn afkomstig uit de Veiligheidsmonitor 2021. Door wijzigingen in de vraagstelling en onderzoeksopzet zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 niet zonder meer te vergelijken met die van de eerdere edities. Hier hebben we voor de trendberekening gebruik gemaakt van cijfers over oudere jaren die voor de breuk gecorrigeerd zijn.

De binding met de eigen woonomgeving wordt afgeleid uit het aantal en de aard van de contacten met andere buurtbewoners, de tevredenheid met de bevolkingssamenstelling en de mate waarin men zich thuis voelt in de buurt. In 2021 waardeerden mensen de sociale cohesie in hun woonbuurt met het rapportcijfer 6,4. De tevredenheid heeft een stijgende trend.

Beleving gaat over hoe mensen hun leefomgeving ervaren. In vergelijking met andere EU-landen heeft een groot deel van de huishoudens hinder van geluidsoverlast door buren en verkeer. Hier is de trend stijgend. Nieuw is de indicator tevredenheid met het culturele aanbod in de woonomgeving. Meer dan de helft van de bevolking was hierover (zeer) tevreden (54 procent in 2020), zo blijkt uit cijfers van het CBS en de Boekmanstichting.

Meer informatie

Dossier natuur en milieu
Dossier stikstof
Natuurlijk kapitaal
Dossier Verstedelijking
Compendium voor de Leefomgeving