SDG 16.2 Instituties

Het tweede deel van SDG 16 gaat over instituties, zoals de Tweede Kamer, pers, rechters, en de overheid in het algemeen. In een open en democratische samenleving is het belangrijk dat instituties verantwoording afleggen, dat informatie goed toegankelijk is en dat fundamentele vrijheden worden beschermd. Zo kunnen burgers vertrouwen op de overheid en gemakkelijker meedoen in de samenleving.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 16.2 Instituties
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Aan dit dashboard zijn nieuwe indicatoren toegevoegd om meer in detail naar instituties te kijken: vertrouwen in de pers, de politie, rechters, de Tweede Kamer, de gemeenteraad, ambtenaren en in de EU.
  • Drie van de dertien indicatoren laten met hun dalende trend een beweging zien die geassocieerd wordt met afnemende brede welvaart (overheidsuitgaven aan algemeen bestuur als percentage van het bbp, het deel van de werknemers dat onder een cao valt, en de perceptie van de corruptie in Nederland).
  • Bij de corruptie-index wordt een score van 100 gezien als vrij van corruptie. De index heeft een dalende (rode) trend, maar Nederland wordt binnen de EU gezien als een van de landen met de minste corruptie.
  • Drie indicatoren duiden - met stijgende trends - op toenemende brede welvaart: het vertrouwen in de pers, in de EU en in rechters.
  • Bij het vertrouwen in de Tweede Kamer en het vertrouwen in ambtenaren is de middellangetermijntrend (gebaseerd op beschikbare datapunten in de periode 2015-2022) omgeslagen van stijgend naar stabiel.
  • Nederland staat bij zeven indicatoren in de bovenste groep van de EU, en slechts bij één (de overheidsuitgaven aan algemeen bestuur) in de achterhoede.

Het dashboard en de indicatoren

Naast veiligheid en vrede (SDG 16.1) heeft SDG 16 ook betrekking op instituties. Het gaat daarbij om verantwoording en transparantie op elk niveau, met inclusieve en representatieve besluitvorming. Ook publieke toegang tot informatie en bescherming van fundamentele vrijheden zijn belangrijke doelen binnen SDG 16. Doeltreffende, verantwoordelijke en transparante instituties zijn essentieel voor het ontwikkelen en behouden van brede welvaart: de kwaliteit van deze instellingen bepaalt mede de samenhang en effectiviteit van beleid. In een open en democratische samenleving is het ook belangrijk dat instituties verantwoording afleggen; als burgers vertrouwen hebben in de overheid zullen ze makkelijker meedoen in de maatschappij.

Aan dit tweede dashboard van SDG 16 zijn relatief veel extra indicatoren toegevoegd in de Nederlandse beleidscontext. Het beeld bij de middellangetermijntrends in dit dashboard (gebaseerd op beschikbare datapunten in de periode 2015-2022) is gemengd: drie indicatoren kleuren rood, drie andere groen. Bij het vertrouwen in de Tweede Kamer en bij het vertrouwen in ambtenaren is de trend nu stabiel, waar deze voorheen stijgend was. Vergeleken met andere EU-landen scoort Nederland op het gebied van deze SDG goed: met vrijwel alle indicatoren waar de positie bepaald kon worden, staat Nederland bovenin de kopgroep.

SDG 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties  

Middelen en mogelijkheden

3,9%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
22e

Gebruik

75,6%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
8e
78,7%
6e

Uitkomsten

1,75
4e
1,77
3e
80
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
4e
1,50
5e

Beleving

39,8%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
76,6%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
2e
42,5%
30,4%
2e
48,7%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart

Middelen en mogelijkheden betreffen middelen die de overheid heeft om haar taken uit te voeren en diensten te verlenen aan burgers. De uitgaven van de overheid aan algemeen bestuur als percentage van het bbp, zijn verder teruggelopen naar 3,9 procent in 2021. Dit is 1 procentpunt minder dan aan het begin van de trendperiode in 2015. De trend kleurt rood: minder middelen voor de overheid wordt bij deze SDG gezien als negatief voor de brede welvaart en het behalen van de doelen. Europees gezien staat Nederland in achterhoede (22e van 27 EU-landen in 2020).

Gebruik gaat hier over het gebruik door burgers van diensten van de overheid en maatschappelijke organisaties. Actieve deelname van burgers in de samenleving is essentieel voor het functioneren van een democratie. Een indicator om dit te meten is de dekkingsgraad van de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Deze dekkingsgraad is gerelateerd aan het aantal vakbondsleden, maar ook aan de rechtsgeldigheid van een cao voor andere bedrijven en werknemers in een sector. Het aandeel werknemers dat valt onder een cao daalt trendmatig, naar 75,6 procent in 2019. Aan het begin van de trendperiode, in 2015, was dit 79,4 procent. Een directere indicator voor actieve participatie is de opkomst bij de parlementsverkiezingen. In 2021 was deze opkomst 78,7 procent, iets minder dan de 81,9 procent in 2017. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre coronamaatregelen de opkomst in 2021 beïnvloed hebben. Vergeleken met de andere EU-landen was de opkomst hoog, Nederland staat dan ook in de kopgroep. Van alle landen wordt de opkomst genomen in het laatste jaar waarin parlementsverkiezingen plaatsvonden. In sommige landen is er een opkomst- of stemplicht, maar die wordt niet afgedwongen.

Uitkomsten betreffen de kwaliteit van publieke dienstverlening, de openheid en efficiëntie van de overheid en inspraak van burgers. Nederland staat bovenin de EU-ranglijst bij alle indicatoren in deze categorie. De trends zijn neutraal, met uitzondering van die van de Corruption Perception Index. Op grond van de hoge notering in 2022 bij deze index van Transparency International – vierde in de EU en achtste van de in totaal 180 landen – wordt de Nederlandse publieke sector in hoge mate als vrij van misbruik van toevertrouwde macht voor persoonlijk gewin beschouwd. Hier is echter wel een dalende trend. De in 2022 gemeten score (80 van maximaal 100 punten), was de laagste sinds de start van de tijdreeks in 2012. Transparency International stelt dat onder meer de politieke integriteit zorgen baart. Zo kent Nederland geen deugdelijk lobbyregister, heeft het beduidend minder regels over de financiering van politieke partijen dan andere landen en kunnen politici vlot overstappen naar een sector die ze voorheen moesten controleren. Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel voor een lobbyverbod dat zal gelden voor (oud-) bewindspersonen, niet voor andere politici.

Beleving betreft hier de vraag of burgers vertrouwen hebben in de overheid. In deze editie van de monitor zijn enkele indicatoren aan het dashboard toegevoegd. Het vertrouwen in instituties (percentage dat 6 of hoger aangeeft op een schaal van 0 tot en met 10) is vergeleken met andere Europese landen groot en neemt bij veel indicatoren trendmatig toe. Er zijn binnen de instituties wel grote verschillen. Het dashboard van SDG 16.1 Veiligheid en vrede liet zien dat in 2022 een groot deel van de bevolking voldoende vertrouwen had in het leger (63,7 procent) en de politie (77,0 procent). Bij de andere instituties die hieronder worden besproken, liggen de percentages doorgaans een stuk lager.

De trend stijgt bij het aandeel van de bevolking dat voldoende vertrouwen heeft in de pers, de EU, en rechters. In 2022 was dit respectievelijk 39,8 procent, 48,7 procent en 76,6 procent. De helft van de bevolking heeft voldoende vertrouwen in de gemeenteraad; hier zijn nog niet voldoende datapunten beschikbaar voor een trendberekening. Bij het vertrouwen in de Tweede Kamer (30,4 procent), en het vertrouwen in ambtenaren (42,5 procent) is de middellangetermijntrend (2015-2022) niet langer stijgend. Bij deze instituties is er een trendomslag naar niet significant stijgend of dalend. In 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, bereikte het vertrouwen in de Tweede Kamer een top: 53,2 procent van de bevolking had voldoende vertrouwen. Daarop volgde echter een forse terugval, naar 42,3 procent in 2021 en dus 30,4 procent in 2022. Dit is het laagst percentage sinds de beginmeting in 2015.

Meer informatie

Veiligheidsmonitor 2021
What do fundamental rights mean for people in the EU
Maatschappelijk onbehagen en pessimisme voor en tijdens de pandemie