SDG 16.1 Veiligheid en vrede

Het eerste deel van SDG 16 wil een veilige samenleving bevorderen waarin iedereen toegang heeft tot het rechtssysteem. Het gaat daarbij om het verminderen van alle vormen van geweld, vooral tegen kinderen, en het terugdringen van corruptie, georganiseerde misdaad en illegale wapenhandel.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 16.1 Veiligheid en vrede
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • De meeste middellangetermijntrends (berekend uit de beschikbare datapunten in de periode 2015-2022) wijzen in de richting van stabiele brede welvaart, zij stijgen of dalen niet significant.
  • Overheidsuitgaven aan landsverdediging, geregistreerde misdrijven en slachtofferschap van misdrijven hebben trends in de richting die geassocieerd wordt met een toename van de brede welvaart. Bij het vertrouwen in de politie kleurt de trend eveneens groen.
  • Het aantal politiebeambten per 100 duizend inwoners daalt trendmatig, net als de indicator rechtsorde, die weergeeft in hoeverre mensen vertrouwen hebben in wetten en regels, en de mate waarin zij die wetten naleven. Dit is vanuit het oogpunt van brede welvaart minder gunstig, beide trends zijn rood.
  • Binnen de EU is het beeld gemengd: evenveel plaatsen in de onderste groep als plaatsen bij de kop- of middengroep.

Het dashboard en de indicatoren

Een vreedzame en veilige samenleving is het hoofdonderwerp van SDG 16. Naast vrede en veiligheid dekken de doelen hier ook instituties. Dit eerste dashboard (16.1) gaat over veiligheid en vrede; instituties komen aan bod in een tweede dashboard bij deze SDG (16.2).

Voor veiligheid en vrede moeten alle vormen van geweld en de sterfte die daarvan het gevolg is teruggedrongen worden. Speciale aandacht gaat uit naar geweld tegen kinderen en naar georganiseerde misdaad. In een veilige samenleving heeft iedereen toegang tot het rechtssysteem, en wordt corruptie tegengegaan. Het ervaren van onveiligheid - met de daarmee samengaande gevoelens van kwetsbaarheid en onzekerheid - kan een grote impact hebben op het persoonlijke leven. (On)veiligheid heeft daarom, zowel objectief als subjectief, effect op de brede welvaart ‘hier en nu’.

Het leger, de politie en justitie hebben de taak om de veiligheid te vergroten en te handhaven, preventief en via het rechtssysteem. Vertrouwen van burgers in deze instanties kan het gevoel van veiligheid vergroten. Aan dit dashboard bij SDG 16 zijn de indicatoren vertrouwen in de politie en vertrouwen in het leger toegevoegd.

Door wijzigingen in de vraagstellingen en de onderzoeksopzet zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 niet zonder meer te vergelijken met die van de eerdere edities. De Veiligheidsmonitor is tweejaarlijks. In 2022 zijn geen nieuwe uitkomsten gepubliceerd.

Het beeld bij dit dashboard is voor de trendmatige ontwikkelingen tamelijk positief: de meeste indicatoren wijzen op een stabiele of toenemende welvaart. Alleen bij de operationele sterkte van de politie (berekend per 100 duizend inwoners) en bij rechtsorde beweegt de trend van het doel af. Een internationale vergelijking is niet overal te geven. Waar dit wel kan houden de posities in de achterste-, midden- en kopgroep elkaar in evenwicht.

SDG 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten: veiligheid en vrede  

Middelen en mogelijkheden

2,0%
11e
1,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
14e
290
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
19e

Gebruik

63
2e
11,1%
19e

Uitkomsten

0,7
10e
45,8
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
17,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
15e
16,9%
4,5
11,0%
2,0%
352
1,74
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
5e

Beleving

77,0%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
2e
63,7%
2,0%

Middelen en mogelijkheden betreffen in deze context middelen die worden ingezet om een eerlijke rechtsgang en de nationale veiligheid te garanderen. De uitgaven aan landsverdediging hebben een stijgende middellangetermijntrend, hoewel het aandeel met 1,3 procent in 2021 nog duidelijk onder het streefpercentage van de NAVO ligt (2 procent). Het kabinet maakt momenteel geld vrij om op een hoger percentage van het bbp uit te komen. Bij de overheidsuitgaven aan openbare orde en veiligheid is de trend stabiel.

De operationele sterkte van de politie is weliswaar toegenomen, maar de bevolking groeide harder. De middellangetermijntrend van het aantal politiebeambten per 100 duizend inwoners daalt dan ook. Operationeel betekent: beschikbaar zijn voor direct contact met burgers en/of direct bijdragen aan kerntaken. Hun aantal is na een piek van 307 voltijdsequivalent (vte) per 100 duizend inwoners in 2012 en 2013, afgenomen naar 290 vte in 2021. Nederland heeft een plek in de Europese achterhoede.

Gebruik gaat bij deze SDG over het aantal mensen dat in aanraking komt met of een beroep doet op justitie. Internationaal gezien zitten er relatief weinig mensen in gevangenissen, penitentiaire en tuchtinstellingen: 63 per 100 duizend inwoners in 2020. Het percentage minderjarigen onder de verdachten die in beeld zijn gekomen bij de politie, is vergeleken met andere EU-landen juist hoog (Nederland staat 19e van 24 landen in 2020). Dit percentage schommelt al jaren rond de 10 à 11 procent.

Uitkomsten betreffen gepleegde misdrijven en slachtoffers daarvan. Een deel van de criminaliteit blijft buiten beeld van registraties. Zo wordt niet altijd aangifte gedaan, maar van land tot land kan het ook verschillen welke delicten worden geregistreerd. In de slachtofferschapsenquêtes, zoals de Veiligheidsmonitor, wordt zelf-gerapporteerd slachtofferschap gemeten. Dat geeft een indicatie van het deel dat niet aangegeven wordt: delicten die plaatsgevonden hebben volgens de bevolking, maar waarvan geen melding of aangifte is gedaan bij de politie.

In 2021 kwamen 114 Nederlanders om door moord of doodslag, waarvan een derde in de drie grootste steden: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De trend is stabiel. De grootste steden tellen ook relatief de meeste slachtoffers van moord en doodslag. Steeds minder Nederlanders geven aan slachtoffer te zijn geweest van criminaliteit zoals geweld, inbraak, diefstal en vernieling: 17,1 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder in 2021. Dit was in 2015, aan het begin van de trendperiode, nog 26,9 procent. De politie registreerde dan ook minder van deze misdrijven: 45,8 misdrijven per 100 duizend inwoners in 2022, tegen 57,9 in 2015. Bij beide indicatoren is de trend neerwaarts. Nederland heeft bij het slachtofferschap van misdaad een positie in de onderste groep van de EU.

In de Veiligheidsmonitor is verder een nieuwe, uitgebreidere meting gedaan naar slachtofferschap van online criminaliteit. In 2021 was 16,9 procent van de bevolking slachtoffer van online criminaliteit. Dit cijfer is niet vergelijkbaar met de uitkomsten voor eerdere jaren, en een trendberekening is gelet op de tweejaarlijkse frequentie van de Veiligheidsmonitor voorlopig niet mogelijk.

Mensenhandel is een delict waar moeilijk zicht op is te krijgen. Het aantal gemelde slachtoffers van mensenhandel is opnieuw afgenomen, naar 791 in 2021. Dit komt neer op 4,5 per 100 duizend inwoners, duidelijk minder dan tijdens de piek in 2019 (7,9). Tijdens de coronapandemie was reizen beperkt mogelijk, en ook opsporingsdiensten ondervonden hinder van de maatregelen. De data zijn afkomstig van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en betreffen geregistreerde slachtoffers. De hoogte van de cijfers hangt samen met regelgeving en met de capaciteit voor het registreren van meldingen. De kwaliteit is onvoldoende voor het bepalen van een trend. Zo zorgde de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming in 2018 voor terughoudendheid bij meldende instanties. Ook komen slachtoffers sinds 2019 alleen nog in aanmerking voor een tijdelijke verblijfsvergunning als het Openbaar Ministerie (OM) oordeelt dat hun aanwezigheid nodig is voor de opsporing en vervolging van mensenhandelaren. Hierdoor kunnen slachtoffers ontmoedigd zijn zich te melden. Het WODC, het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, liet de universiteiten van Tilburg en Utrecht onderzoek doen naar mensenhandel. Zij ramen het aantal slachtoffers op zo’n vijf duizend, en daarmee zijn er dus aanwijzingen dat maar een relatief klein deel van de slachtoffers in beeld komt bij instanties.

Het onderzoek seks onder je 25e wordt periodiek uitgevoerd door Rutgers en Soa Aids Nederland in samenwerking met de GGD’s. Het geeft een beeld van de seksuele gezondheid van jongeren van 12 tot 25 jaar. De eerste twee edities dateren uit 2005 en 2012, de laatste uit 2017. Bij deze laatste meting was het aandeel jonge mannen dat slachtoffer was van seksueel grensoverschrijdend gedrag 2 procentpunt lager dan in 2012, dit is een halvering. Bij de jonge vrouwen daalde het percentage van 17 in 2012 naar 11 in 2017. De meetfrequentie van deze indicator is te laag om een trend te bepalen. Ook zijn er geen internationale gegevens beschikbaar.

Het aantal meldingen over (vermoedens van) kindermishandeling bij de 26 Veilig Thuis organisaties in Nederland kwam in 2021 uit op 352 per 100 duizend inwoners. Bij één melding kunnen meerdere kinderen betrokken zijn en bij één melding kunnen naast vermoedens van kindermishandeling ook vermoedens over andere vormen van huiselijk geweld zijn geuit.

De indicator rechtsorde (rule of law) werd in vorige edities van de monitor ‘vertrouwen in de rechtsstaat’ genoemd. Het is een van de zes aspecten van deugdelijk bestuur die de Wereldbank meet door middel van de Worldwide Governance Indicators. Hoewel de trend dalend is, functioneert de rechtsorde in Nederland relatief goed, gelet op de score van 1,74 op een schaal van schaal van -2,5 (zwak) tot en met 2,5 (deugdelijk). Alleen in de Finland en Denemarken, Luxemburg en Oostenrijk is de uitkomst hoger.

Beleving heeft betrekking op het vertrouwen in justitie en politie en het gevoel van veiligheid. Aan deze editie van de monitor zijn enkele vertrouwensindicatoren toegevoegd. Het vertrouwen in de politie is groot en de trend is stijgend: 77,0 procent had in 2022 voldoende vertrouwen. Ook het deel van de bevolking met voldoende vertrouwen in de krijgsmacht is substantieel. Hier gaf 63,7 procent in 2022 een score van zes of meer op een schaal van nul tot en met tien. Deze uitkomst is duidelijk lager dan de 72 procent die in 2021 gemeten werd. De middellangetermijntrend (2015-2022) slaat om van stijgend naar neutraal.

Meer informatie

Veiligheid en recht
Criminaliteit en Recht
Veiligheidsmonitor 2021