Financieel risico hypotheekschuld; eigenwoningbezitters

Financieel risico hypotheekschuld; eigenwoningbezitters

Eigenaar-bewoner Kenmerken van huishoudens Perioden Gemiddelde hypotheekschuld eigen woning (1 000 euro) Schuldrisico kengetallen Hypotheekschuld / woningwaarde (waarde) Schuldrisico kengetallen Hypotheekschuld / bruto-inkomen (waarde) Schuldrisico kengetallen Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen (waarde) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde Geen schuld (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde 0 tot 0,7 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde 0,7 tot 0,8 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde 0,8 tot 0,9 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde 0,9 tot 1,0 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / woningwaarde 1 of hoger (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / bruto-inkomen Geen schuld (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / bruto-inkomen 0 tot 2 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / bruto-inkomen 2 tot 4 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / bruto-inkomen 4 of hoger (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen Geen schuld (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen 0 tot 3,5 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen 3,5 tot 7 (x 1 000) Schuldrisico klassen Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen 7 of hoger (x 1 000)
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Particuliere huishoudens 2022* 201,4 0,44 1,8 2,9 0,0 3.207,8 275,1 133,2 56,1 96,8 0,0 2.201,8 1.277,4 289,8 0,0 2.400,2 1.173,5 195,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Eenpersoonshuishouden 2022* 146,4 0,39 2,1 3,4 0,0 688,5 43,8 22,2 9,4 14,3 0,0 356,0 316,8 105,4 0,0 407,7 304,4 66,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Meerpersoonshuishouden 2022* 215,7 0,46 1,7 2,8 0,0 2.519,3 231,3 111,1 46,7 82,4 0,0 1.845,7 960,7 184,4 0,0 1.992,6 869,2 129,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Eenoudergezin 2022* 187,5 0,45 1,9 3,1 0,0 168,9 12,6 5,1 2,2 5,2 0,0 100,7 71,5 21,7 0,0 113,5 65,2 15,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Paar, totaal 2022* 216,3 0,46 1,7 2,8 0,0 2.293,7 212,9 102,6 42,4 68,7 0,0 1.695,9 868,9 155,5 0,0 1.825,7 786,5 108,0
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Paar, zonder kind 2022* 177,2 0,37 1,7 2,6 0,0 1.063,6 76,1 42,7 18,2 28,8 0,0 758,0 386,8 84,6 0,0 845,2 333,8 50,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Paar, met kind(eren) 2022* 248,6 0,51 1,7 2,9 0,0 1.230,1 136,9 59,9 24,2 39,8 0,0 937,8 482,2 70,9 0,0 980,5 452,7 57,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Type: Meerpersoonshuishouden, overig 2022* 265,6 0,50 1,6 2,5 0,0 56,7 5,8 3,4 2,1 8,6 0,0 49,2 20,2 7,2 0,0 53,3 17,4 5,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: tot 25 jaar 2022* 212,2 0,74 2,6 4,3 0,0 8,8 4,7 3,8 1,8 1,7 0,0 4,9 12,3 3,6 0,0 6,1 12,0 2,7
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar 2022* 246,2 0,57 2,1 3,5 0,0 899,4 157,0 78,2 31,2 47,7 0,0 569,7 554,8 88,9 0,0 605,3 535,8 72,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar 2022* 206,7 0,42 1,5 2,6 0,0 1.509,7 101,5 45,8 20,2 39,7 0,0 1.158,7 452,4 105,8 0,0 1.185,4 446,0 85,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 2022* 123,6 0,24 1,7 2,2 0,0 790,0 11,9 5,5 2,9 7,6 0,0 468,5 258,0 91,4 0,0 603,5 179,7 34,7
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 25 tot 35 jaar 2022* 233,3 0,61 2,2 3,6 0,0 324,4 73,8 41,7 16,8 24,0 0,0 204,3 240,2 36,4 0,0 220,6 230,3 29,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 35 tot 45 jaar 2022* 254,7 0,55 2,0 3,4 0,0 575,0 83,2 36,5 14,4 23,7 0,0 365,5 314,6 52,6 0,0 384,7 305,5 42,5
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 45 tot 55 jaar 2022* 233,4 0,48 1,7 2,9 0,0 757,4 68,4 30,7 13,0 24,1 0,0 567,5 269,0 57,1 0,0 580,3 266,1 47,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 55 tot 65 jaar 2022* 177,7 0,35 1,3 2,3 0,0 752,3 33,0 15,1 7,1 15,6 0,0 591,2 183,4 48,7 0,0 605,1 179,9 38,3
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 65 tot 75 jaar 2022* 133,3 0,26 1,7 2,3 0,0 505,0 9,7 4,4 2,3 5,9 0,0 301,8 166,6 58,9 0,0 383,5 120,6 23,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 75 tot 85 jaar 2022* 109,6 0,21 1,8 2,2 0,0 241,1 2,1 1,0 0,6 1,6 0,0 138,6 79,4 28,3 0,0 184,5 51,9 9,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 85 jaar of ouder 2022* 86,1 0,16 1,5 1,8 0,0 43,9 0,2 0,1 0,0 0,1 0,0 28,1 11,9 4,3 0,0 35,5 7,2 1,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Inkomen als werknemer 2022* 212,6 0,50 1,7 3,0 0,0 1.983,7 222,0 108,3 44,0 71,1 0,0 1.505,7 828,7 94,7 0,0 1.513,0 826,8 89,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 2022* 286,1 0,48 2,1 3,0 0,0 383,1 37,2 17,6 8,6 17,3 0,0 225,5 161,0 77,3 0,0 277,3 135,2 51,3
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Inkomen als zelfstandig ondernemer 2022* 228,7 0,47 1,9 2,7 0,0 269,0 24,0 10,7 4,9 8,8 0,0 166,6 106,5 44,2 0,0 210,6 82,6 24,0
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Inkomen als dir.-grootaandeelh. 2022* 415,7 0,52 2,4 3,8 0,0 110,6 13,0 6,8 3,7 8,4 0,0 57,3 53,4 31,8 0,0 64,7 51,5 26,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Inkomen als overige zelfstandige 2022* 220,2 0,42 2,5 3,6 0,0 3,5 0,2 0,1 0,1 0,1 0,0 1,7 1,1 1,3 0,0 2,0 1,2 0,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Overdrachtsinkomen 2022* 125,6 0,25 1,9 2,4 0,0 841,0 15,9 7,3 3,5 8,4 0,0 470,6 287,8 117,7 0,0 609,9 211,5 54,7
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering inkomensverzekering 2022* 125,7 0,25 1,9 2,4 0,0 831,8 15,5 7,1 3,5 8,2 0,0 467,7 284,6 113,8 0,0 605,6 208,0 52,5
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering werkloosheid 2022* 162,1 0,39 2,6 4,0 0,0 10,4 0,6 0,3 0,1 0,2 0,0 4,2 4,5 2,9 0,0 4,9 4,6 2,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering arbeidsongeschiktheid 2022* 137,1 0,39 2,1 3,3 0,0 63,3 3,3 1,4 0,6 1,0 0,0 32,1 27,9 9,6 0,0 37,7 25,8 6,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering pensioen 2022* 124,2 0,24 1,8 2,3 0,0 758,1 11,6 5,4 2,8 7,0 0,0 431,4 252,2 101,3 0,0 563,0 177,6 44,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering sociale voorziening 2022* 114,3 0,36 3,2 4,0 0,0 9,1 0,4 0,2 0,1 0,2 0,0 2,9 3,2 3,9 0,0 4,3 3,5 2,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitkering bijstand 2022* 106,4 0,44 3,9 4,6 0,0 2,5 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,5 0,9 1,3 0,0 0,9 1,3 0,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Uitk. sociale voorziening, overig 2022* 117,4 0,32 2,9 3,7 0,0 6,6 0,2 0,1 0,0 0,1 0,0 2,4 2,2 2,5 0,0 3,4 2,2 1,5
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Bron: Studiefinanciering 2022* 267,2 0,51 11,6 13,4 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 2022* 211,4 0,44 7,5 10,0 0,0 49,8 4,0 2,1 1,0 2,2 0,0 4,8 9,3 44,9 0,0 7,2 13,3 38,5
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 2022* 150,3 0,40 3,2 4,3 0,0 58,1 3,3 1,5 0,7 1,4 0,0 14,9 26,1 24,0 0,0 23,7 27,9 13,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 2022* 131,0 0,35 2,5 3,3 0,0 122,7 5,9 2,7 1,1 2,1 0,0 49,4 58,6 26,5 0,0 71,7 50,2 12,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep 2022* 130,8 0,35 2,2 3,0 0,0 254,9 13,3 5,9 2,4 3,9 0,0 123,7 121,3 35,4 0,0 168,6 95,9 16,0
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 5e 10%-groep 2022* 148,4 0,41 2,1 3,1 0,0 342,5 24,2 10,4 4,1 6,4 0,0 180,8 172,8 34,0 0,0 233,7 136,8 17,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 6e 10%-groep 2022* 165,8 0,45 2,0 3,1 0,0 416,6 35,3 15,7 6,3 9,3 0,0 248,4 204,0 30,8 0,0 295,9 169,5 17,8
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 7e 10%-groep 2022* 180,2 0,46 1,8 3,0 0,0 462,6 42,9 20,2 7,8 11,9 0,0 313,1 204,6 27,7 0,0 345,3 181,9 18,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 8e 10%-groep 2022* 199,4 0,47 1,7 2,8 0,0 486,5 47,8 23,5 9,8 15,4 0,0 371,5 187,0 24,4 0,0 382,8 180,9 19,3
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 9e 10%-groep 2022* 224,7 0,46 1,5 2,7 0,0 508,6 50,2 25,4 10,9 19,1 0,0 427,5 164,6 22,2 0,0 421,1 172,3 20,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 10e 10%-groep 2022* 312,0 0,46 1,3 2,3 0,0 505,6 48,2 25,7 12,0 24,9 0,0 467,7 129,1 19,8 0,0 450,2 144,9 21,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 1e 10%-groep 2022* 548,4 1,29 3,9 6,9 0,0 2,6 1,7 2,7 4,3 61,3 0,0 6,6 30,8 35,2 0,0 6,9 30,3 35,4
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 2e 10%-groep 2022* 308,1 1,00 2,9 4,8 0,0 0,1 0,2 0,4 0,8 1,8 0,0 0,6 2,0 0,7 0,0 0,7 2,1 0,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 3e 10%-groep 2022* 288,1 0,97 2,7 4,6 0,0 0,6 0,7 1,7 4,6 4,1 0,0 2,5 7,3 1,9 0,0 2,8 7,2 1,7
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 4e 10%-groep 2022* 248,1 0,86 2,6 4,2 0,0 6,8 15,3 31,1 21,5 8,1 0,0 21,7 50,9 10,2 0,0 25,0 50,0 7,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 5e 10%-groep 2022* 208,0 0,68 2,2 3,7 0,0 288,2 146,4 64,9 14,0 6,6 0,0 202,7 277,3 40,1 0,0 232,0 263,4 24,6
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 6e 10%-groep 2022* 192,8 0,54 2,0 3,3 0,0 639,7 60,5 15,0 3,5 2,8 0,0 368,0 306,4 47,0 0,0 414,1 282,3 25,1
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 7e 10%-groep 2022* 176,3 0,41 1,7 2,8 0,0 687,2 21,3 5,5 1,7 1,8 0,0 443,1 232,8 41,6 0,0 489,3 206,3 21,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 8e 10%-groep 2022* 163,5 0,31 1,4 2,3 0,0 635,4 10,1 3,2 1,2 1,5 0,0 456,9 160,7 33,7 0,0 492,9 139,5 18,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 9e 10%-groep 2022* 171,5 0,25 1,2 2,0 0,0 543,2 7,4 2,7 1,2 1,7 0,0 410,0 115,2 31,0 0,0 433,5 103,0 19,7
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Vermogen: 10e 10%-groep 2022* 274,8 0,26 1,3 2,2 0,0 404,0 11,5 6,0 3,3 7,2 0,0 289,6 94,1 48,4 0,0 303,1 89,5 39,5
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Woningwaarde: 1e 25%-groep 2022* 130,4 0,52 1,7 2,7 0,0 757,1 96,9 50,1 21,3 37,5 0,0 598,6 315,3 49,0 0,0 685,4 252,2 25,3
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Woningwaarde: 2e 25%-groep 2022* 160,6 0,45 1,7 2,8 0,0 822,0 70,2 32,7 13,2 20,0 0,0 580,4 323,4 54,2 0,0 644,5 284,6 28,9
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Woningwaarde: 3e 25%-groep 2022* 196,1 0,41 1,8 2,9 0,0 828,0 56,7 26,1 10,4 18,0 0,0 553,9 320,2 65,1 0,0 592,6 306,4 40,2
Eigenaar-bewoner met hypotheekschuld Woningwaarde: 4e 25%-groep 2022* 325,3 0,39 2,0 3,4 0,0 800,8 51,3 24,3 11,2 21,3 0,0 468,9 318,5 121,5 0,0 477,7 330,3 100,9
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Particuliere huishoudens 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 779,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 779,3 0,0 0,0 0,0 779,3 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Eenpersoonshuishouden 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 279,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 279,3 0,0 0,0 0,0 279,3 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Meerpersoonshuishouden 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 500,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 500,0 0,0 0,0 0,0 500,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Eenoudergezin 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 27,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 27,7 0,0 0,0 0,0 27,7 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Paar, totaal 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 459,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 459,3 0,0 0,0 0,0 459,3 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Paar, zonder kind 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 358,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 358,1 0,0 0,0 0,0 358,1 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Paar, met kind(eren) 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 101,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 101,3 0,0 0,0 0,0 101,3 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Type: Meerpersoonshuishouden, overig 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 13,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 13,0 0,0 0,0 0,0 13,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: tot 25 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 3,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,9 0,0 0,0 0,0 3,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 52,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 52,5 0,0 0,0 0,0 52,5 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 227,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 227,1 0,0 0,0 0,0 227,1 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 495,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 495,9 0,0 0,0 0,0 495,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 25 tot 35 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 22,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 22,6 0,0 0,0 0,0 22,6 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 35 tot 45 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 45 tot 55 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 67,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 67,6 0,0 0,0 0,0 67,6 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 55 tot 65 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 159,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 159,5 0,0 0,0 0,0 159,5 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 65 tot 75 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 234,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 234,0 0,0 0,0 0,0 234,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 75 tot 85 jaar 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 190,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 190,7 0,0 0,0 0,0 190,7 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Hoofdkostwinner: 85 jaar of ouder 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 71,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 71,2 0,0 0,0 0,0 71,2 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Inkomen als werknemer 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 189,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 189,7 0,0 0,0 0,0 189,7 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 77,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 77,9 0,0 0,0 0,0 77,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Inkomen als zelfstandig ondernemer 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 57,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 57,1 0,0 0,0 0,0 57,1 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Inkomen als dir.-grootaandeelh. 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 19,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 19,6 0,0 0,0 0,0 19,6 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Inkomen als overige zelfstandige 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Overdrachtsinkomen 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 511,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 511,8 0,0 0,0 0,0 511,8 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering inkomensverzekering 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 508,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 508,0 0,0 0,0 0,0 508,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering werkloosheid 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 2,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,1 0,0 0,0 0,0 2,1 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering arbeidsongeschiktheid 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 13,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 13,9 0,0 0,0 0,0 13,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering pensioen 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 491,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 491,9 0,0 0,0 0,0 491,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering sociale voorziening 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 3,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,7 0,0 0,0 0,0 3,7 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitkering bijstand 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Uitk. sociale voorziening, overig 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Bron: Studiefinanciering 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0 29,9 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 23,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 23,0 0,0 0,0 0,0 23,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 52,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 52,0 0,0 0,0 0,0 52,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 101,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 101,0 0,0 0,0 0,0 101,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 5e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 96,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 96,0 0,0 0,0 0,0 96,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 6e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 89,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 89,4 0,0 0,0 0,0 89,4 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 7e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 92,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 92,0 0,0 0,0 0,0 92,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 8e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 90,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 90,0 0,0 0,0 0,0 90,0 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 9e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 90,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 90,3 0,0 0,0 0,0 90,3 0,0 0,0 0,0
Eigenaar-bewoner zonder hypotheekschuld Gestandaardiseerd inkomen: 10e 10%-groep 2022* 0,0 0,00 0,0 0,0 115,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 115,7 0,0 0,0 0,0 115,7 0,0 0,0 0,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het financieel risico van eigenwoningbezitters door hypotheekschuld, woningwaarde en inkomen aan elkaar te relateren. De uitkomsten worden uitgesplitst naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, en inkomens- en vermogensgroepen.

De tabel bevat drie kengetallen voor het financieel risico van eigenwoningbezit:
- hypotheekschuld / woningwaarde,
- hypotheekschuld / bruto-inkomen, en
- hypotheekschuld / besteedbaar inkomen.
Het eerste verhoudingsgetal wordt ook wel loan-to-value (LTV) genoemd, en de andere twee zijn bekend als loan-to-income ratio's (LTI).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
Voor de jaren 2006 t/m 2010 zijn geen inkomensgegevens beschikbaar.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers over 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 3 november 2023:
De cijfers over 2021 zijn definitief en voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2023 komen in het najaar van 2024 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Gemiddelde hypotheekschuld eigen woning
Gemiddelde hypotheekschuld in verband met de eigen woning van particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar.
Dit betreft de stand van de schuld waarover rente is verschuldigd. Opgebouwde tegoeden voor de aflossing van de hypotheek via kapitaalsverzekeringen, spaar-, beleggingshypotheken en dergelijke zijn deels in mindering gebracht.
Schuldrisico kengetallen
Deze verhoudingsgetallen geven een indicatie van het financiële risico dat huishoudens lopen door het hebben van een hypotheekschuld.
Drie kengetallen worden onderscheiden:
- hypotheekschuld / woningwaarde (LTV),
- hypotheekschuld / bruto-inkomen (LTI), en
- hypotheekschuld / besteedbaar inkomen (LTI).
Hypotheekschuld / woningwaarde
Mediane LTV van particuliere huishoudens.
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning. Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Dit betekent dat precies de helft van de populatie een lagere of even grote LTV heeft.

Hypotheekschuld / bruto-inkomen
Mediane LTI van particuliere huishoudens.
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen. Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Dit betekent dat precies de helft van de populatie een lagere of even grote LTI heeft.
Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen
Mediane LTI van particuliere huishoudens.
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen. Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Dit betekent dat precies de helft van de populatie een lagere of even grote LTI heeft.

Schuldrisico klassen
Hypotheekschuld / woningwaarde
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
Geen schuld
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
0 tot 0,7
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
0,7 tot 0,8
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
0,8 tot 0,9
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
0,9 tot 1,0
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
1 of hoger
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en de waarde van de eigen woning.
Ook wel bekend als loan-to-value (LTV). Dit verhoudingsgetal hangt samen met het risico op restschuld na verkoop van de eigen woning. Een LTV gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als de LTV gelijk is aan 1 dan is de hypotheekschuld precies gelijk aan de woningwaarde. Bij een LTV groter dan 1 is de hypotheekschuld groter dan de onderliggende woningwaarde.
Hypotheekschuld / bruto-inkomen
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
Geen schuld
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
0 tot 2
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
2 tot 4
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
4 of hoger
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het bruto inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'bruto-inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
Hypotheekschuld / besteedbaar inkomen
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
Geen schuld
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
0 tot 3,5
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
3,5 tot 7
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.
7 of hoger
Verhouding tussen de hypotheekschuld van de eigen woning en het besteedbaar inkomen.
Ook wel bekend als loan-to-income (LTI), waarbij hier gekozen is voor het 'besteedbaar inkomen'. Dit verhoudingsgetal hangt samen met het kunnen dragen van de maandelijkse hypotheeklasten (betalingsrisico). Een LTI gelijk aan 0 komt overeen met een eigen woning waarop geen hypotheekschuld rust. Als er wel een hypotheekschuld bestaat, dan geldt 'hoe lager het inkomen, hoe hoger de LTI en hoe hoger het betalingsrisico'.