Zelfstandigen; inkomen, vermogen, bedrijfstak

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, bedrijfstak

Type zelfstandige Bedrijfstakken/branches (SBI2008) Perioden Zelfstandige, voornaamste inkomen Zelfstandigen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Vermogen van zelfstandigen Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro)
Zelfstandige zonder personeel (zzp) A-U Alle economische activiteiten 2019 976,4 40,5 30,6 24,8
Zelfstandige zonder personeel (zzp) A Landbouw, bosbouw en visserij 2019 61,6 39,8 32,1 435,4
Zelfstandige zonder personeel (zzp) B Delfstoffenwinning 2019 0,2 63,5 54,4 27,9
Zelfstandige zonder personeel (zzp) C Industrie 2019 30,5 38,4 33,7 22,2
Zelfstandige zonder personeel (zzp) D Energievoorziening 2019 0,7 53,2 32,6 104,6
Zelfstandige zonder personeel (zzp) E Waterbedrijven en afvalbeheer 2019 0,7 40,4 37,8 8,1
Zelfstandige zonder personeel (zzp) F Bouwnijverheid 2019 141,5 42,5 39,6 13,6
Zelfstandige zonder personeel (zzp) G Handel 2019 88,2 28,9 21,0 26,5
Zelfstandige zonder personeel (zzp) H Vervoer en opslag 2019 27,6 34,9 27,6 15,1
Zelfstandige zonder personeel (zzp) I Horeca 2019 19,9 24,9 18,9 19,2
Zelfstandige zonder personeel (zzp) J Informatie en communicatie 2019 42,4 55,1 44,4 29,0
Zelfstandige zonder personeel (zzp) K Financiële dienstverlening 2019 53,2 67,4 62,8 367,0
Zelfstandige zonder personeel (zzp) L Verhuur en handel van onroerend goed 2019 9,3 51,9 43,3 112,1
Zelfstandige zonder personeel (zzp) M Specialistische zakelijke diensten 2019 177,0 54,8 44,3 36,3
Zelfstandige zonder personeel (zzp) N Verhuur en overige zakelijke diensten 2019 39,1 33,3 26,4 14,1
Zelfstandige zonder personeel (zzp) O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2019 0,6 13,9 1,3 26,7
Zelfstandige zonder personeel (zzp) P Onderwijs 2019 43,8 27,3 19,9 11,2
Zelfstandige zonder personeel (zzp) Q Gezondheids- en welzijnszorg 2019 103,5 40,5 26,8 17,9
Zelfstandige zonder personeel (zzp) R Cultuur, sport en recreatie 2019 50,2 24,5 18,0 9,4
Zelfstandige zonder personeel (zzp) S Overige dienstverlening 2019 59,9 17,1 12,2 5,9
Zelfstandige zonder personeel (zzp) T Huishoudens 2019 0,0 . . .
Zelfstandige zonder personeel (zzp) U Extraterritoriale organisaties 2019 0,0 . . .
Zelfstandige zonder personeel (zzp) SBI-code onbekend 2019 26,6 28,2 12,0 46,0
Zelfstandige met personeel (zmp) A-U Alle economische activiteiten 2019 294,9 64,0 52,3 102,8
Zelfstandige met personeel (zmp) A Landbouw, bosbouw en visserij 2019 21,8 61,7 47,0 677,2
Zelfstandige met personeel (zmp) B Delfstoffenwinning 2019 0,0 . . .
Zelfstandige met personeel (zmp) C Industrie 2019 17,6 65,0 57,5 182,8
Zelfstandige met personeel (zmp) D Energievoorziening 2019 0,1 . . .
Zelfstandige met personeel (zmp) E Waterbedrijven en afvalbeheer 2019 0,3 76,8 62,1 472,0
Zelfstandige met personeel (zmp) F Bouwnijverheid 2019 23,5 66,2 59,3 106,5
Zelfstandige met personeel (zmp) G Handel 2019 73,5 56,1 47,0 115,0
Zelfstandige met personeel (zmp) H Vervoer en opslag 2019 10,5 61,6 51,8 104,2
Zelfstandige met personeel (zmp) I Horeca 2019 37,5 43,9 35,3 40,7
Zelfstandige met personeel (zmp) J Informatie en communicatie 2019 6,7 69,7 62,9 116,0
Zelfstandige met personeel (zmp) K Financiële dienstverlening 2019 7,2 81,4 72,0 327,1
Zelfstandige met personeel (zmp) L Verhuur en handel van onroerend goed 2019 3,8 83,2 67,5 233,6
Zelfstandige met personeel (zmp) M Specialistische zakelijke diensten 2019 27,6 74,9 66,2 110,9
Zelfstandige met personeel (zmp) N Verhuur en overige zakelijke diensten 2019 15,0 60,9 53,4 74,2
Zelfstandige met personeel (zmp) O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2019 0,0 . . .
Zelfstandige met personeel (zmp) P Onderwijs 2019 4,0 56,3 48,3 51,7
Zelfstandige met personeel (zmp) Q Gezondheids- en welzijnszorg 2019 27,1 109,4 91,6 85,8
Zelfstandige met personeel (zmp) R Cultuur, sport en recreatie 2019 5,4 51,0 44,1 86,3
Zelfstandige met personeel (zmp) S Overige dienstverlening 2019 13,5 41,8 33,7 24,7
Zelfstandige met personeel (zmp) T Huishoudens 2019 0,0 . . .
Zelfstandige met personeel (zmp) U Extraterritoriale organisaties 2019 0,0 . . .
Zelfstandige met personeel (zmp) SBI-code onbekend 2019 0,1 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen per bedrijfstak. Het gaat hier om personen voor wie werk als zelfstandige de belangrijkste inkomensbron vormt. Er wordt onderscheid gemaakt naar type zelfstandige en naar economische activiteit. De gegevens zijn uitgesplitst naar diverse detailniveaus van de standaard bedrijfsindeling (SBI).

Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar.

Alle cijfers in deze tabel zijn op persoonsniveau, ook de vermogens; (bedrijfs)vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart. Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Overige zelfstandigen worden tot en met 2-digit SBI niveau geclassificeerd. Op basis van beschikbare gegevens is een gedetailleerdere indeling niet mogelijk. Hierdoor kan het voorkomen dat opgetelde aantallen zelfstandigen op 3-digit niveau of dieper lager uitvallen dan het overkoepelende 2-digit totaal.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers over 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 8 november 2023:
De definitieve cijfers over 2021 en de voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 10 maart 2022:
De cijfers over vermogen van zelfstandigen in 2010 waren niet correct en zijn uit de tabel verwijderd. Voor dit jaar kan worden uitgegaan van de vermogens van 2011, omdat sinds 2011 de peildatum is verschoven van 31 december naar 1 januari.

Wijzigingen per 26 juli 2021:
Gereviseerde cijfers over 2006 tot en met 2019 zijn toegevoegd. Door het beschikbaar komen van nieuwe bronnen ten aanzien van schulden en opgebouwd tegoed bij spaar- en beleggingshypotheken, en een vernieuwde methodiek in de berekening van het aanmerkelijk belang en diverse andere vermogensposten, zijn de vermogenscijfers gewijzigd. Ook is de typering van zelfstandigen zodanig aangepast dat alle zelfstandigen met personeel in dienst als zmp'er worden aangemerkt (voorheen werd hierbij enkel naar de voornaamste inkomensbron gekeken).

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2023 komen in december 2024 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Zelfstandige, voornaamste inkomen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Zelfstandigen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Vermogen van zelfstandigen
Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Mediaan bedrijfsvermogen
Het bedrijfsvermogen van een huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van directeur-grootaandeelhouders en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.