Landbouw; opbouw inkomen en arbeidsvolume, nationale rekeningen

Landbouw; opbouw inkomen en arbeidsvolume, nationale rekeningen

Perioden Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) Onderhoud van materiaal (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) Onderhoud van gebouwen (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) Landbouwdiensten (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) Indirect gemeten diensten van financi... (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) Totaal (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) Werktuigen (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) Bouwwerken (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) Aanplantingen (mln euro) Productie en verbruik Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) Andere (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Intermediair verbruik (-) Onderhoud van materiaal (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Intermediair verbruik (-) Onderhoud van gebouwen (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Intermediair verbruik (-) Landbouwdiensten (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Intermediair verbruik (-) Indirect gemeten diensten van financi... (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) Totaal (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) Werktuigen (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) Bouwwerken (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) Aanplantingen (mln euro) Productie en verbruik Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) Andere (mln euro) Productie en verbruik Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Intermediair verbruik (-) Onderhoud van materiaal (%) Productie en verbruik Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Intermediair verbruik (-) Onderhoud van gebouwen (%)
2023* 1.282 393 2.882 201 5.272 . . . . 997 321 2.306 64 4.220 . . . . 2,8 -7,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen. De cijfers hebben betrekking op de output, het intermediair verbruik, de toegevoegde waarde, het arbeidsvolume en het landbouwinkomen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De jaren in de periode 1995-2020 zijn definitief. Gegevens van de jaren 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 18 december 2023:
De gegevens van de zeer voorlopige raming van 2023 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.
Met ingang van medio 2016 is het publicatie- en revisiebeleid van de nationale rekeningen herzien. In paragraaf 3 wordt verwezen naar aanvullende informatie over deze veranderingen.

Toelichting onderwerpen

Productie en verbruik
Productie (basisprijzen); het totaal van goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel output genoemd.
Intermediair verbruik (aankoopprijzen); goederen en diensten die als input in het productieproces worden gebruikt, met uitzondering van vaste activa (investeringsgoederen).
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Onderhoud van materiaal
Omvat alleen het klein onderhoud aan machines.
Onderhoud van gebouwen
Omvat alleen het klein onderhoud aan gebouwen.
Landbouwdiensten
Omvat alleen loonwerk in de landbouw.
Indirect gemeten diensten van financi...
Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (igdfi)
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Totaal
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Werktuigen
Omvat de afschrijvingen op personenauto's, ov. wegvervoermiddelen, computers machines, installaties en overige materiële activa.
Bouwwerken
Omvat de afschrijvingen op gebouwen, schuren en stallen (geen woongebouwen).
Aanplantingen
Omvat de afschrijvingen op pantopstanden zoals vruchtbomen.
Andere
Omvat vooral de afschrijvingen op de overdrachtskosten op grond en de afschrijvingen op immateriële activa. Omvat niet de afschrijvingen op investeringsvee. Gezien de praktische moeilijkheden bij de berekening van het verbruik van vaste activa voor investeringsvee is afgesproken dat de afschrijvingen in de landbouwrekeningen en nationale rekeningen niet worden berekend.
Waarde prijsniveau 2015
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het basisjaar 2015. Hiertoe zijn inflatiecorrecties gebruikt. Zonder dergelijke correcties spreekt men van waarde in werkelijke prijzen.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Onderhoud van materiaal
Omvat alleen het klein onderhoud aan machines.
Onderhoud van gebouwen
Omvat alleen het klein onderhoud aan gebouwen.
Landbouwdiensten
Omvat alleen loonwerk in de landbouw.
Indirect gemeten diensten van financi...
Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (igdfi)
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Totaal
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Werktuigen
Omvat de afschrijvingen op personenauto's, ov. wegvervoermiddelen, computers machines, installaties en overige materiële activa.
Bouwwerken
Omvat de afschrijvingen op gebouwen, schuren en stallen (geen woongebouwen).
Aanplantingen
Omvat de afschrijvingen op pantopstanden zoals vruchtbomen.
Andere
Omvat vooral de afschrijvingen op de overdrachtskosten op grond en de afschrijvingen op immateriële activa. Omvat niet de afschrijvingen op investeringsvee. Gezien de praktische moeilijkheden bij de berekening van het verbruik van vaste activa voor investeringsvee is afgesproken dat de afschrijvingen in de landbouwrekeningen en nationale rekeningen niet worden berekend.
Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar
Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen- of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele veranderingen.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Onderhoud van materiaal
Omvat alleen het klein onderhoud aan machines.
Onderhoud van gebouwen
Omvat alleen het klein onderhoud aan gebouwen.