Saldo en schuld; overheidssectoren

Saldo en schuld; overheidssectoren

Institutionele sectoren Perioden Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Saldo (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Inkomsten (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Uitgaven (-) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Mutatie schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Tekort (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in financiële activa (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in passiva, niet EMU-schuld (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Waarderingsverschillen (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Statistisch verschil (mln euro)
Overheid 2023* -3.549 445.901 -449.450 480.671 123 3.549 -9.565 196 5.959 -16
Centrale overheid 2023* -23.504 289.076 -312.580 499.832 11.490 23.504 -18.035 1.193 4.848 -20
Rijksoverheid 2023* -23.603 278.683 -302.286 507.378 11.948 23.603 -17.046 970 4.441 -20
Overige centrale overheid 2023* 99 37.593 -37.494 6.817 654 -99 1.079 -326 0 0
Lokale overheid 2023* 1.229 136.456 -135.227 53.289 -1.300 -1.229 789 -870 6 4
Gemeenten 2023* 950 79.208 -78.258 39.267 -675 -950 -772 1.027 7 13
Gemeenschappelijke regelingen 2023* 45 13.456 -13.411 3.173 -25 -45 90 -70 0 0
Provincies 2023* -154 7.018 -7.172 1.071 96 154 1.499 -1.548 0 -9
Waterschappen 2023* -525 4.437 -4.962 9.690 357 525 -14 -154 0 0
Overige lokale overheden 2023* 913 47.340 -46.427 8.147 51 -913 1.052 -88 0 0
Socialezekerheidsfondsen 2023* 18.726 180.764 -162.038 9.019 -11.910 -18.726 6.197 619 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont de ontwikkeling van het saldo en de schuld van de overheid (ook wel EMU-saldo respectievelijk EMU-schuld genoemd) in Nederland. EMU staat voor Economische en Monetaire Unie. In deze tabel worden jaar- en kwartaalramingen gegeven van de overheid, opgesplitst naar de bijdrage per subsector van de overheid.

In deze tabel wordt daarnaast de aansluiting tussen het saldo en de veranderingen in de schuld getoond. De schuld wordt gepresenteerd in faciale waarde (het oorspronkelijke schuldbedrag).

Het saldo en de schuld van de sector overheid zijn binnen de Europese Unie de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën. In het Verdrag van Maastricht en het daaruit voortvloeiende Stabiliteits- en Groeipact is bepaald dat een tekort niet meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen en de schuld niet meer dan 60 procent van het bbp. Indien de normen overschreden worden en hier geen bijzondere omstandigheden aan ten grondslag liggen, kan de Europese Commissie sancties opleggen.

De cijfers sluiten aan bij het stelsel van de Nationale Rekeningen. Er kunnen tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn. Door het verschil in waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de overheidsschuld (faciale waarde) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de nationale rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels: deposito's, kortlopende schuldbewijzen, langlopende schuldbewijzen, kortlopende leningen en langlopende leningen.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995, kwartaalgegevens vanaf 1999.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2020 de status definitief. De kwartalen van 2021 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2021 hebben de status definitief. De cijfers van 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn beschikbaar.
Daarnaast zijn cijfers over de eerste drie kwartalen van 2023 geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De eerste cijfers van het meest recente kwartaal worden drie maanden na afloop van een kwartaal gepubliceerd. Vervolgens kunnen in september het eerste kwartaal, in december het tweede kwartaal en in maart de eerste drie kwartalen worden bijgesteld. De eerste jaarcijfers worden drie maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Vervolgens worden de jaarcijfers twee maal bijgesteld: zes en achttien maanden na afloop van het verslagjaar. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers. De bijgestelde jaar- en kwartaalcijfers worden elk jaar eind juni gepubliceerd. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Saldo en schuld in mln euro
Het saldo en de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt in miljoenen euro's.

Het saldo is het saldo van de uitgaven en inkomsten van de overheid. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de overheid in de nationale rekeningen.

De schuld is geconsolideerd. Dit wil zeggen dat schulden en vorderingen tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector.
Opbouw saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid.
Saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid. Een positief getal betekent een overschot en een negatief getal een tekort. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.
Inkomsten
De inkomsten van de sector overheid bestaan uit belastinginkomsten, ontvangen sociale premies, inkomsten uit productieactiviteiten, overige lopende inkomsten en ontvangen kapitaaloverdrachten.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Uitgaven (-)
De uitgaven van de sector overheid bestaan uit intermediair verbruik, beloning van werknemers, betaalde rente, sociale uitkeringen en (aangekochte) natura overdrachten, betaalde subsidies, overige lopende uitgaven en overige kapitaaluitgaven.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Schuld (EMU)
De geconsolideerde schuld van de overheid, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Geconsolideerd wil zeggen dat schulden tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector. De schuldtitels zijn gewaardeerd tegen faciale waarde.
Opbouw mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Tekort (EMU)
Het negatieve saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid. Dit is gelijk aan het saldo, echter met een tegengesteld teken. Een positief getal betekent een tekort en een negatief getal een overschot.
Transacties in financiële activa
Transacties in financiële activa zijn mutaties in chartaal geld en deposito's, schuldbewijzen, leningen, aandelen en deelnemingen, financiële derivaten en overige vorderingen die het gevolg zijn van afspraken tussen twee eenheden.
Transacties in passiva, niet EMU-schuld
Transacties in financiële passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren. Transacties zijn een gevolg van afspraken tussen twee eenheden.

Transacties in passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren zijn:
- Transacties in deelnemingen.
- Transacties in financiële derivaten.
- Overige schulden.
Waarderingsverschillen
Veranderingen in schulden die het gevolg zijn van veranderingen in waarde, bijvoorbeeld door valutaveranderingen.
Statistisch verschil
Het verschil tussen het saldo berekend vanuit de inkomsten en de uitgaven (+), en het saldo van de transacties op de activa en passiva (-).

In theorie zijn de saldi aan elkaar gelijk. In de praktijk kunnen echter verschillen voorkomen, bijvoorbeeld doordat er verschillende bronnen worden gebruikt.