Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Soort gegevens Perioden Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening M Specialistische zakelijke diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten 77 Verhuur van roerende goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten 78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten 79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen G-N Commerciële dienstverlening M-N Zakelijke dienstverlening N Verhuur en overige zakelijke diensten 80-82 Beveiliging en overige diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen O-U Niet-commerciële dienstverlening O-Q Overheid en zorg O-P Overheid en onderwijs O Openbaar bestuur en overheidsdiensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen O-U Niet-commerciële dienstverlening R-U Cultuur, recreatie, overige diensten (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Saldo lopende transacties benadering Uitvoersaldo diensten (mln euro) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Totaal (mln euro) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Huisvesting (mln euro)
Prijsniveau 2015 2023* 607.683 461.960 147.727 698.354 525.775 173.665 68.393 45.540 7.796 18.592 6.296 12.884 51.853 17.233 . 198.215 73.143
Prijsniveau 2015, seizoengecorrigeerd 2023* 607.683 461.960 147.727 698.354 525.775 173.665 68.393 45.540 7.796 18.592 6.296 12.884 51.853 17.233 . 198.215 73.143
Werkelijke prijzen 2023* 763.719 575.578 188.141 878.600 665.003 213.597 77.296 63.480 9.805 28.264 8.836 16.575 64.536 19.689 25.456 261.742 89.811
Werkelijke prijzen, seizoengecorrigeerd 2023* 763.719 575.578 188.141 878.600 665.003 213.597 77.296 63.480 9.805 28.264 8.836 16.575 64.536 19.689 25.456 261.742 89.811
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2021 zijn definitief. Kwartaalgegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers van de tweede raming over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Beschikbaar voor finale bestedingen
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) plus de invoer van goederen en diensten.
Invoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
Totaal
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. Tot de invoer behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De goedereninvoer omvat verder goederen die, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van ingezeten bedrijven in het buitenland, zoals vervoersdiensten, bankdiensten en zakelijke diensten. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat uit uitgaven van ingezetenen in het buitenland.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa (bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Uitvoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
Totaal
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. De goederenuitvoer omvat ook wederuitvoer, eerder ingevoerde goederen die weer zijn uitgevoerd, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan.
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer van diensten vallen eveneens de bestedingen door niet-ingezetenen in Nederland.
Opbouw bbp vanuit de productie
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief niet-aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
G-N Commerciële dienstverlening
Commerciële dienstverlening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
G Groot- en detailhandel; reparatie van auto's
H Vervoer en opslag
I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking
J Informatie en communicatie
K Financiële instellingen
L Verhuur van en handel in onroerend goed
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening
M-N Zakelijke dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening
M Specialistische zakelijke diensten
Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening
Deze sectie omvat:
- gespecialiseerde professionele wetenschappelijke en technische activiteiten. Deze activiteiten vereisen een hoge opleiding en stellen specifieke kennis ter beschikking.
N Verhuur en overige zakelijke diensten
Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening
Deze sectie omvat:
- activiteiten die zakelijke gebruikers ondersteunen bij de bedrijfsvoering. Het verschil van deze activiteiten met die uit sectie M is dat de activiteiten uit deze sectie niet primair gericht zijn op het overbrengen van expertise en kennis.
Totaal
77 Verhuur van roerende goederen
Verhuur en lease van auto's, consumentenartikelen, machines en overige roerende goederen
78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling
Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer
79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info
Reisbemiddeling, reisorganisatie, toeristische informatie en reserveringsbureaus
80-82 Beveiliging en overige diensten
Beveiliging en overige zakelijke dienstverlening.
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
80 Beveiligings- en opsporingsdiensten
81 Facility management, reiniging en landschapsverzorging
82 Overige zakelijke dienstverlening
O-U Niet-commerciële dienstverlening
Niet-commerciële dienstverlening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
O Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen
P Onderwijs
Q Gezondheids- en welzijnszorg
R Cultuur, sport en recreatie
S Overige dienstverlening
T Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
U Extraterritoriale organisaties en lichamen
O-Q Overheid en zorg
Overheid en zorg
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
O Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen
P Onderwijs
Q Gezondheids- en welzijnszorg
O-P Overheid en onderwijs
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
O. Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen
P. Onderwijs
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten
Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen
Deze sectie omvat:
- eenheden die deel uitmaken van de lagere of centrale overheid en die tot een goede werking van het bestuur van de samenleving bijdragen en ook het beheer van de verplichte sociale verzekeringsregelingen;
- defensie, justitie, politie, buitenlandse zaken enzovoort;
- het algemeen openbaar bestuur (bijvoorbeeld uitvoerende, wetgevende, financiële taken enzovoort op alle bestuursniveaus) en het toezicht op het economische en sociale leven;
- provincies en gemeentes;
- het beheer van de verplichte socialeverzekeringsregelingen.

Activiteiten die elders in de SBI zijn geclassificeerd vallen niet onder afdeling 75, ook al worden zij door overheidsinstanties uitgevoerd. Enkele voorbeelden:
- het beheer van het onderwijsstelsel (d.w.z. regelgeving, inspecties, onderwijsprogramma's) valt onder deze sectie O, maar het onderwijs zelf valt onder afdeling 85 "Onderwijs";
- militaire en penitentiaire ziekenhuizen worden ingedeeld bij afdeling 86 "Gezondheidszorg";
- inzameling en verwerking van afvalwater en afval valt onder afdeling 38 "Milieudienstverlening".
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten
Cultuur, recreatie, overige diensten
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
R Cultuur, sport en recreatie
S Overige dienstverlening
T Huishoudens als werkgever; niet- gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
U Extraterritoriale organisaties en lichamen
Opbouw nationaal vorderingensaldo
De opbouw nationaal vorderingensaldo laat twee benaderingen zien die, gestart met het gevormde bruto binnenlands product (bbp), beiden uitkomen op het begrip nationaal vorderingen saldo.
Saldo lopende transacties benadering
De benadering van het nationaal vorderingensaldo via het saldo lopende transacties met het buitenland.
Het saldo van de lopende transacties van Nederland met het buitenland is opgebouwd uit de saldi van goederenverkeer, dienstenverkeer en inkomenstransacties. Achtereenvolgens zijn gepresenteerd: het saldo van de goederenuitvoer (ook wel het uitvoeroverschot van goederen), het uitvoer-
overschot van diensten, het saldo van ontvangen en betaalde primaire inkomens en het saldo van ontvangen en betaalde secundaire inkomens (inkomensoverdrachten om niet).
Uitvoersaldo diensten
Het uitvoeroverschot van diensten is verschil tussen de waarde van de uitvoer van diensten en de waarde van de invoer van diensten.
Aanvullende detailgegevens
De detailgegevens hebben betrekking op variabelen waarvoor elders in deze tabel alleen het totaal is opgenomen. Er zijn detailgegevens over verschillende bestedingsvariabelen. De totale consumptieve bestedingen worden gespecificeerd naar twee verschillende indelingen: de
bestedingsindeling en de verwervingsindeling. De bruto investeringen in vaste activa zijn nader gespecificeerd naar bedrijfsklasse van bestemming en naar type van activa. Verder zijn de gegevens over de uitvoer en invoer van goederen en diensten naar productgroepen afzonderlijk opgenomen.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
Bestedingsindeling consumptie
Hierbij staan de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten centraal.
De totale consumptieve bestedingen worden ingedeeld naar de sectoren die de consumptieve uitgaven financieren.
Indeling schema:
Totaal consumptieve bestedingen =
Consumptieve bestedingen door huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens, waarvan:
Consumptieve bestedingen door huishoudens;
Consumptieve bestedingen door IZW ten behoeve van huishoudens.
Consumptieve bestedingen door de overheid, waarvan:
Collectieve consumptie door de overheid;
Individuele consumptie door de overheid.
Consumptie huishoudens incl. IZWh
Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften.
Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen:
- inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak
- diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten
- duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens.

Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien.

De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer.

De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.
Consumptie diensten huishoudens
Consumptie van diensten.
Totaal
Huisvesting
De overkoepelende term voor verschillende typen onderkomens waarin men tijdelijk of permanent onderdak heeft om in te wonen en te slapen. Alle typen woningen zijn een vorm van huisvesting.