Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Soort gegevens Perioden Opbouw nationaal vorderingensaldo Saldo aan- en verkopen van niet-geprod.. (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal vorderingensaldo (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Bruto binnenlands product (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Bruto nationaal inkomen (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Bruto beschikbaar nationaal inkomen (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Consumptieve bestedingen (-) (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Correctie pensioenvoorziening (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Bruto nationale besparingen (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Bruto investeringen (-) (mln euro) Opbouw nationaal vorderingensaldo Nationaal inkomensoverschot benadering Nationaal inkomensoverschot (mln euro)
Prijsniveau 2015 2023* . . 807.350 805.798 801.923 552.832 . 250.029 165.401 .
Prijsniveau 2015, seizoengecorrigeerd 2023* . . 807.350 805.798 801.923 552.832 . 250.029 165.401 .
Werkelijke prijzen 2023* 283 102.168 1.034.086 1.028.312 1.023.289 711.468 346 312.167 207.737 104.430
Werkelijke prijzen, seizoengecorrigeerd 2023* 283 102.168 1.034.086 1.028.312 1.023.289 711.468 346 312.167 207.737 104.430
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2021 zijn definitief. Kwartaalgegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers van de tweede raming over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Opbouw nationaal vorderingensaldo
De opbouw nationaal vorderingensaldo laat twee benaderingen zien die, gestart met het gevormde bruto binnenlands product (bbp), beiden uitkomen op het begrip nationaal vorderingen saldo.
Nationaal inkomensoverschot benadering
Deze benadering loopt via de inkomens en de bestedingen in Nederland en komt via het nationaal inkomensoverschot en het saldo ontvangen kapitaaltransacties uit op het nationaal vorderingensaldo.
Bruto binnenlands product
Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd:
- vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
- vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (consumptie en bruto-investeringen) en het saldo van uitvoer en invoer van goederen en diensten;
- vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
Bruto nationaal inkomen
Het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, netto-exploitatieoverschot / netto gemengd inkomen, het saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen en de belastingen op productie en invoer minus subsidies. Inkomens uit vermogen die van de ene binnenlandse sector naar de andere gaan, vallen in dit inkomensbegrip tegen elkaar weg. Het bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden aan niet-ingezeten eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden uit het buitenland ontvangen. De afdrachten van lidstaten aan de Europese Unie is voor een groot deel gebaseerd op het bruto nationaal inkomen.

Het begrip nationaal inkomen is geen productie-, maar een inkomensbegrip; het is daarom relevanter indien het netto wordt uitgedrukt, dat wil zeggen na aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa).
Bruto beschikbaar nationaal inkomen
De som van de bruto beschikbare inkomens van de institutionele sectoren. Het bruto nationaal beschikbaar inkomen is gelijk aan het bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) minus de inkomensoverdrachten (belastingen op inkomen, vermogen enz., sociale premies, sociale uitkeringen en overige inkomensoverdrachten) die aan niet-ingezeten eenheden worden betaald, plus de inkomensoverdrachten die ingezeten eenheden uit het buitenland ontvangen. Meestal wordt het netto-begrip gebruikt, dat wil zeggen: na aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa).
Consumptieve bestedingen (-)
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
Correctie pensioenvoorziening
Per saldo uit het buitenland ontvangen correctie pensioenvoorziening. De correctie pensioenvoorziening is bedoeld om de verandering in de pensioenvoorzieningen in de besparingen van de huishoudens tot uitdrukking te kunnen brengen. Het vermogen dat pensioenfondsen en verzekeraars voor huishoudens beheren ten behoeve van de oudedagsvoorziening wordt binnen de nationale rekeningen namelijk gezien als onderdeel van het vermogen van huishoudens. Veranderingen in dit vermogen moeten dan ook worden doorgevoerd in het vermogen van huishoudens. De correctie pensioenvoorziening is gelijk aan de pensioenpremies minus de pensioenuitkeringen. Bij de nationale besparingen spelen alleen de grensoverschrijdende correcties een rol. De correctie wordt ook gemaakt voor de voorzieningen van niet-ingezeten huishoudens bij Nederlandse verzekeringsinstellingen. Uiteraard zijn tegenovergestelde correcties noodzakelijk bij de betreffende verzekeringsinstellingen.
Bruto nationale besparingen
Het gedeelte van het nationaal beschikbaar inkomen dat niet voor consumptieve bestedingen is gebruikt. De nationale besparingen zijn de som van de besparingen van alle institutionele sectoren. Meestal wordt voor de nationale besparingen het netto-begrip gebruikt, dat wil zeggen: na aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa).
Bruto investeringen (-)
De som van de investeringen in vaste activa (bruto) en de veranderingen in voorraden inclusief het saldo van aan- en verkopen van kostbaarheden.
Nationaal inkomensoverschot
Het nationaal inkomensoverschot is een saldo dat aangeeft hoeveel er van het beschikbaar nationaal inkomen resteert als de uitgaven voor consumptie en investeringen zijn gepleegd. Dit is gelijk aan het saldo van de lopende transacties van Nederland met het buitenland.
Saldo aan- en verkopen van niet-geprod..
Het saldo aan -en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa bestaat voornamelijk uit transacties in grond. Het belangrijkste deel wordt gevormd door de verkopen van bouwrijp gemaakte grond door gemeentelijke grondbedrijven aan investeerders in gebouwen en woningen.
De waardering van de aan- en verkopen van grond is exclusief btw en overdrachtskosten; deze vormen een onderdeel van de investeringen in vaste activa.
Voor de sector overheid worden de immateriële activa meegerekend, zoals de verkoop van UMTS-frequenties.
Nationaal vorderingensaldo
Het nationaal vorderingensaldo is het saldo van middelen en bestedingen op de lopende rekening en de kapitaalrekening van de gezamenlijke binnenlandse sectoren. In de financiële rekening van Nederland geeft het saldo aan voor welk bedrag nieuwe leningen zijn aangegaan met het buitenland en/of financiële activa zijn verkocht (bij een tekort) of voor welk bedrag schulden zijn afgelost aan het buitenland en/of financiële activa zijn gekocht (bij een overschot). Het vorderingensaldo is dan ook in theorie gelijk aan de mutatie van de saldo van vorderingen en schulden ten opzichte van het buitenland. In praktijk bestaat er echter een statistisch verschil tussen die twee.