Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen
Institutionele sectoren | Niet-geconsolideerd/geconsolideerd | Perioden | Middelen Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Belasting over toegevoegde waarde (btw) (mln euro) | Middelen Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Belasting op invoer exclusief btw (mln euro) | Middelen Overige inkomensoverdrachten Middelen van de EU obv van btw en bni (mln euro) | Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Middelen van de EU obv van btw en bni (mln euro) |
---|---|---|---|---|---|---|
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Totale binnenlandse sectoren | Geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Niet-financiële vennootschappen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Niet-financiële vennootschappen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Financiële instellingen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Financiële instellingen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Monetaire financiële instellingen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Monetaire financiële instellingen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Centrale bank | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Centrale bank | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. deposito-instellingen en GMF's | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. deposito-instellingen en GMF's | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Overige financiële instellingen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Overige financiële instellingen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Fin. instellingen binnen concernverband | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Fin. instellingen binnen concernverband | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Verzekeringsinstellingen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Verzekeringsinstellingen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Pensioenfondsen | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Pensioenfondsen | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Overheid | Niet-geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Overheid | Geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Centrale overheid | Niet-geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Centrale overheid | Geconsolideerd | 2023* | 76.168 | 9.600 | 5.589 | |
Lokale overheid | Niet-geconsolideerd | 2023* | 0 | 0 | ||
Lokale overheid | Geconsolideerd | 2023* | 0 | 0 | ||
Socialezekerheidsfondsen | Niet-geconsolideerd | 2023* | 0 | 0 | ||
Socialezekerheidsfondsen | Geconsolideerd | 2023* | 0 | 0 | ||
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Huishoudens | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
Huishoudens | Geconsolideerd | 2023* | ||||
IZW's t.b.v. huishoudens | Niet-geconsolideerd | 2023* | ||||
IZW's t.b.v. huishoudens | Geconsolideerd | 2023* | ||||
Buitenland | Niet-geconsolideerd | 2023* | 3.609 | 5.589 | ||
Buitenland | Geconsolideerd | 2023* | 3.609 | 5.589 | ||
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de institutionele sectoren van de Nederlandse economie. Niet-financiële transacties bestaan uit lopende transacties en transacties van de kapitaalrekening. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst. Sectoren worden zowel geconsolideerd als niet-geconsolideerd gepresenteerd.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995.
Kwartaalgegevens vanaf het eerste kwartaal 1999.
Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2020 zijn definitief. Gegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.
Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn beschikbaar.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Jaarcijfers:
De eerste jaarcijfers komen beschikbaar 85 dagen na afloop van het verslagjaar als som van de cijfers van de vier kwartalen van het betreffende jaar. Vervolgens worden na 6 en 18 maanden respectievelijk de voorlopige en definitieve jaarramingen gepubliceerd. Hiernaast worden bij de sectorrekeningen de financiële rekeningen en balansen voor alle verslagperioden jaarlijks gereviseerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar op StatLine, de elektronische database van het CBS. Daarnaast worden de cijfers jaarlijks in juli in ‘de Nationale rekeningen tabellenset' gepubliceerd.
Kwartaalcijfers:
85 dagen na afloop van een verslagkwartaal komt de eerste kwartaalraming beschikbaar. Mocht daarna nog nieuwe kwartaalinformatie beschikbaar komen, dan kan in september het eerste, en in december het tweede kwartaal nog worden herzien. In maart kunnen de eerste drie kwartalen nog worden bijgesteld. Als in juni nieuwe jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers.
Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.
Toelichting onderwerpen
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Belastingen op productie en invoer
- Verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die door de overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of andere activa die in het productieproces worden aangewend. Dergelijke belastingen zijn verschuldigd ongeacht gemaakte winst. Zowel productgebonden als niet-productgebonden belastingen behoren hiertoe.
- Productgebonden belastingen
- Belastingen die moeten worden betaald per eenheid van een bepaald goed dat of bepaalde dienst die is geproduceerd of ingevoerd. De belasting kan een bepaald bedrag per kwantitatieve eenheid van een goed of een dienst zijn, of worden berekend als een bepaald percentage van de prijs per eenheid of van de waarde van de geproduceerde of verhandelde goederen en diensten.
- Belasting over toegevoegde waarde (btw)
- Een productgebonden belasting die op de verschillende momenten van levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste komt van de eindgebruikers. Producenten dragen alleen het verschil af tussen de btw op hun verkopen en de btw op hun aankopen.
- Belasting op invoer exclusief btw
- Belastingen die gerelateerd zijn aan de waarde of de hoeveelheid van ingevoerde producten. Voorbeelden hiervan zijn invoerrechten en accijnzen op ingevoerde brandstoffen.
- Overige inkomensoverdrachten
- Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
- Middelen van de EU obv van btw en bni
- De derde en vierde bron van eigen middelen van de EU, op basis van btw en bni, zijn inkomensoverdrachten van de overheid van iedere lidstaat aan de instellingen van de Europese Unie.
De op de btw en het bni gebaseerde derde resp. vierde bron van eigen middelen van de EU zijn bijdragen aan de begroting van de instellingen van de Unie. De hoogte van de bijdrage van elke lidstaat is gebaseerd op diens btw- respectievelijk bni-niveau.
Deze categorie omvat tevens diverse niet-belastingbijdragen van de overheid aan de instellingen van de Europese Unie.
- Bestedingen
- Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
- Overige inkomensoverdrachten
- Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
- Middelen van de EU obv van btw en bni
- De derde en vierde bron van eigen middelen van de EU, op basis van btw en bni, zijn inkomensoverdrachten van de overheid van iedere lidstaat aan de instellingen van de Europese Unie.
De op de btw en het bni gebaseerde derde resp. vierde bron van eigen middelen van de EU zijn bijdragen aan de begroting van de instellingen van de Unie. De hoogte van de bijdrage van elke lidstaat is gebaseerd op diens btw- respectievelijk bni-niveau.
Deze categorie omvat tevens diverse niet-belastingbijdragen van de overheid aan de instellingen van de Europese Unie.