Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Institutionele sectoren Niet-geconsolideerd/geconsolideerd Perioden Middelen Totaal (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van goederen (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van diensten Totaal (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van diensten Invoer van diensten exclusief IGDFI (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van diensten Invoer van IGDFI (mln euro) Middelen Output Totaal (mln euro) Middelen Output Marktoutput Totaal (mln euro) Middelen Output Marktoutput Productie van IGDFI (mln euro) Middelen Output Marktoutput Overige marktproductie (mln euro)
Totale binnenlandse sectoren Niet-geconsolideerd 2023* 4.113.867 2.006.591 1.751.696 31.132 1.720.564
Totale binnenlandse sectoren Geconsolideerd 2023* 3.002.696 2.006.591 1.751.696 31.132 1.720.564
Niet-financiële vennootschappen Niet-geconsolideerd 2023* 1.584.178 1.434.897 1.422.714 1.422.714
Niet-financiële vennootschappen Geconsolideerd 2023* 1.562.447 1.434.897 1.422.714 1.422.714
Financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2023* 627.434 94.270 92.364 31.132 61.232
Financiële instellingen Geconsolideerd 2023* 532.066 94.270 92.364 31.132 61.232
Monetaire financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2023* 125.180 38.252 36.750 30.350 6.400
Monetaire financiële instellingen Geconsolideerd 2023* 111.750 38.252 36.750 30.350 6.400
Centrale bank Niet-geconsolideerd 2023* 12.468 536 536 0 536
Centrale bank Geconsolideerd 2023* 12.468 536 536 0 536
Ov. deposito-instellingen en GMF's Niet-geconsolideerd 2023* 112.712 37.716 36.214 30.350 5.864
Ov. deposito-instellingen en GMF's Geconsolideerd 2023* 112.490 37.716 36.214 30.350 5.864
Overige financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2023* 325.944 27.918 27.819 782 27.037
Overige financiële instellingen Geconsolideerd 2023* 280.256 27.918 27.819 782 27.037
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Niet-geconsolideerd 2023* 26.451 8.059 8.060 8.060
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Geconsolideerd 2023* 24.584 8.059 8.060 8.060
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Niet-geconsolideerd 2023* 299.493 19.859 19.759 782 18.977
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Geconsolideerd 2023* 256.177 19.859 19.759 782 18.977
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Niet-geconsolideerd 2023* 41.374 14.736 14.636 782 13.854
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Geconsolideerd 2023* 39.934 14.736 14.636 782 13.854
Fin. instellingen binnen concernverband Niet-geconsolideerd 2023* 258.119 5.123 5.123 5.123
Fin. instellingen binnen concernverband Geconsolideerd 2023* 216.258 5.123 5.123 5.123
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2023* 176.310 28.100 27.795 27.795
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Geconsolideerd 2023* 171.759 28.100 27.795 27.795
Verzekeringsinstellingen Niet-geconsolideerd 2023* 53.633 16.500 16.223 16.223
Verzekeringsinstellingen Geconsolideerd 2023* 49.564 16.500 16.223 16.223
Pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2023* 122.677 11.600 11.572 11.572
Pensioenfondsen Geconsolideerd 2023* 122.677 11.600 11.572 11.572
Overheid Niet-geconsolideerd 2023* 806.305 184.555 8.291 8.291
Overheid Geconsolideerd 2023* 600.889 184.555 8.291 8.291
Centrale overheid Niet-geconsolideerd 2023* 378.237 74.123 2.347 2.347
Centrale overheid Geconsolideerd 2023* 349.236 74.123 2.347 2.347
Lokale overheid Niet-geconsolideerd 2023* 242.158 105.258 5.944 5.944
Lokale overheid Geconsolideerd 2023* 226.138 105.258 5.944 5.944
Socialezekerheidsfondsen Niet-geconsolideerd 2023* 185.910 5.174 0 0
Socialezekerheidsfondsen Geconsolideerd 2023* 185.910 5.174 0 0
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Niet-geconsolideerd 2023* 1.091.221 292.869 228.327 228.327
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Geconsolideerd 2023* 1.072.347 292.869 228.327 228.327
Huishoudens Niet-geconsolideerd 2023* 1.071.539 285.118 227.633 227.633
Huishoudens Geconsolideerd 2023* 1.059.880 285.118 227.633 227.633
IZW's t.b.v. huishoudens Niet-geconsolideerd 2023* 19.682 7.751 694 694
IZW's t.b.v. huishoudens Geconsolideerd 2023* 19.280 7.751 694 694
Buitenland Niet-geconsolideerd 2023* 1.167.761 763.719 575.578 188.141 181.811 6.330
Buitenland Geconsolideerd 2023* 1.167.761 763.719 575.578 188.141 181.811 6.330
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de institutionele sectoren van de Nederlandse economie. Niet-financiële transacties bestaan uit lopende transacties en transacties van de kapitaalrekening. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst. Sectoren worden zowel geconsolideerd als niet-geconsolideerd gepresenteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995.
Kwartaalgegevens vanaf het eerste kwartaal 1999.

Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2020 zijn definitief. Gegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn beschikbaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Jaarcijfers:
De eerste jaarcijfers komen beschikbaar 85 dagen na afloop van het verslagjaar als som van de cijfers van de vier kwartalen van het betreffende jaar. Vervolgens worden na 6 en 18 maanden respectievelijk de voorlopige en definitieve jaarramingen gepubliceerd. Hiernaast worden bij de sectorrekeningen de financiële rekeningen en balansen voor alle verslagperioden jaarlijks gereviseerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar op StatLine, de elektronische database van het CBS. Daarnaast worden de cijfers jaarlijks in juli in ‘de Nationale rekeningen tabellenset' gepubliceerd.
Kwartaalcijfers:
85 dagen na afloop van een verslagkwartaal komt de eerste kwartaalraming beschikbaar. Mocht daarna nog nieuwe kwartaalinformatie beschikbaar komen, dan kan in september het eerste, en in december het tweede kwartaal nog worden herzien. In maart kunnen de eerste drie kwartalen nog worden bijgesteld. Als in juni nieuwe jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers.
Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Totaal
Invoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
Totaal
Invoer van goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. Tot de invoer behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De goedereninvoer omvat verder goederen die, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
Invoer van diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van ingezeten bedrijven in het buitenland, zoals vervoersdiensten, bankdiensten en zakelijke diensten. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat uit uitgaven van ingezetenen in het buitenland.
Totaal
Invoer van diensten exclusief IGDFI
Dit is de invoer van diensten minus de invoer van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs.
Invoer van IGDFI
Dit is de invoer van indirect gemeten diensten van niet-ingezeten financiële intermediairs.
Output
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd. Ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is.
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde institutionele eenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd.
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er namelijk vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de productie van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Totaal
Marktoutput
Marktoutput bestaat uit de output die op de markt wordt afgezet of waarvoor dit de bedoeling is. De marktoutput omvat:
- producten die tegen een economisch significante prijs worden verkocht;
- producten die worden geruild;
- producten die worden gebruikt voor betalingen in natura (inclusief beloning van werknemers in natura en gemengd inkomen in natura);
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers.
Totaal
Productie van IGDFI
Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI).
Traditioneel worden financiële diensten vaak verleend via financiële intermediatie. Dit houdt in dat een financiële instelling, zoals een bank, deposito's aanvaardt van eenheden die hun middelen willen laten renderen, en geld leent aan eenheden die onvoldoende middelen hebben om in hun behoeften te voorzien. De bank voorziet aldus in een mechanisme waardoor de ene eenheid aan de andere eenheid geld kan lenen. De eenheid die de middelen verstrekt, accepteert een rentetarief dat lager is dan het door de geldnemer betaalde tarief. Het 'referentierentetarief' is het tarief waarbij zowel de geldverstrekker als de geldnemer bereid zijn een overeenkomst te sluiten. Het verschil tussen het referentietarief en de werkelijk aan deposanten betaalde en aan geldnemers in rekening gebrachte rente is een indirect gemeten vergoeding voor een dienst van financiële intermediairs. De totale vergoeding voor de IGDFI is de som van de twee impliciet in rekening gebrachte vergoedingen die door de geldnemer en de geldverstrekker zijn betaald.
Overige marktproductie
Marktoutput exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs.

Marktoutput bestaat uit de output die op de markt wordt afgezet of waarvoor dit de bedoeling is. De marktoutput omvat:
a) producten die tegen een economisch significante prijs worden verkocht;
b) producten die worden geruild;
c) producten die worden gebruikt voor betalingen in natura (inclusief beloning van werknemers in natura en gemengd inkomen in natura);
d) producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers;
e) aan de voorraad gereed product en onderhanden werk toegevoegde producten die zijn bestemd voor een van bovengenoemde vormen van gebruik (inclusief de natuurlijke groei van dieren en gewassen en onvoltooide bouwwerken waarvan de koper nog onbekend is).