Maatstaven gemeentefonds; Sociaal domein; diverse peildata; regio 2017

Maatstaven gemeentefonds; Sociaal domein; diverse peildata; regio 2017

Regio's Participatiewet Inwoners van 15 tot 65 jaar (aantal) Participatiewet Inwoners doelpopulatie (aantal) Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Totaal beroepsbevolking (x 1 000) Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Lager opgeleiden (x 1 000) Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Lager opgeleiden, percentage (%) Participatiewet Sociale zekerheid Instroom werkregeling Wajong (aantal) Participatiewet Sociale zekerheid Instroom wachtlijst WSW (aantal) Participatiewet Sociale zekerheid Instroom werkregeling Wajong excl. WSW (aantal) Participatiewet Sociale zekerheid Personen met bijstand tot AOW-leeftijd (aantal) Jeugdwet Inwoners tot 18 jaar (aantal) Jeugdwet Minderjarige kinderen in particuliere hh Totaal minderjarige kinderen (aantal) Jeugdwet Minderjarige kinderen in particuliere hh Inkomen hh tot 120% sociaal minimum (aantal) Jeugdwet Minderjarige kinderen in particuliere hh Inkomen hh tot 120% sociaal minimum % (%) Jeugdwet Particuliere huishoudens Totaal particuliere huishoudens (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen Totaal (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen Jongste kind tot 6 jaar (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen Jongste kind 6 tot 12 jaar (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen Jongste kind 12 tot 18 jaar (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Eenouderhuishoudens Totaal (aantal) Jeugdwet Particuliere huishoudens Eenouderhuishoudens Met 2 of meer kinderen (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens Driejaarsgemiddelde (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens 2015 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens 2014 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens 2013 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens met kind <18 jaar Driejaarsgemiddelde (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens met kind <18 jaar 2015 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens met kind <18 jaar 2014 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Eenouderhuishoudens met kind <18 jaar 2013 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen Driejaarsgemiddelde (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen 2015 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen 2014 (aantal) Jeugdwet Bijstandshuishoudens Meerpersoonshuishoudens met kinderen 2013 (aantal) Jeugdwet Ouders met lang psychisch medicijngebr. (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Totaal huishoudens met inkomen Huishoudens (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Totaal huishoudens met inkomen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Paar, alleen kinderen < 18 jaar Huishoudens (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Paar, alleen kinderen < 18 jaar Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Paar, minstens één kind >= 18 jaar Huishoudens (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Paar, minstens één kind >= 18 jaar Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Eenoudergezin, alleen kinderen < 18 jaar Huishoudens (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Eenoudergezin, alleen kinderen < 18 jaar Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Eenoudergezin, minstens één kind >= 18 Huishoudens (aantal) Jeugdwet Huishoudens met inkomen Eenoudergezin, minstens één kind >= 18 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Inwoners Totaal (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Inwoners Inwoners van 65 jaar of ouder (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Huishoudens Huishoudens met inkomen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Huishoudens Huish. met laag inkomen 2e-4e deciel (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Huishoudens Huish. met laag inkomen 2e-4e deciel % (%) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen Totaal (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen WWB uitkeringen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen IOAW uitkeringen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen IOAZ uitkeringen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen Uitkeringen aan adreslozen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Periodieke bijstanduitkeringen BBZ uitkeringen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Woonkernen Totaal woonkernen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Woonkernen Woonkernen met minimaal 500 adressen (aantal) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Omgevingsadressendichtheid (per km²) Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Lokaal klantenpotentieel (aantal)
Nederland 11.094.107 1.961.230 8.896 1.496 17 26.060 25.930 25.490 497.910 3.416.581 3.277.800 427.000 13,0 7.720.787 2.578.670 771.945 553.692 569.456 557.426 211.924 111.960 112.010 114.540 109.330 81.960 82.020 83.630 80.220 121.590 123.170 123.320 118.280 142.550 7.771.700 24.400 1.309.900 26.700 668.100 30.400 285.800 17.200 239.300 22.600 16.979.120 3.085.308 2.906.334 7.771.700 2.331.500 30,0 419.530 388.090 20.520 1.680 5.260 3.990 3.334 1.148 1.969
Aa en Hunze 15.417 2.610 13 2 13 20 30 20 440 4.681 4.600 400 7,8 10.904 3.573 831 822 939 560 195 80 80 90 80 50 50 50 60 80 80 80 90 160 11.300 25.600 2.000 27.200 1.000 29.200 300 18.800 300 23.400 25.243 6.135 2.996 11.300 3.100 27,2 350 300 30 10 0 10 33 6 279 19.390
Aalburg 8.349 1.290 7 2 30 20 20 20 110 3.179 3.100 200 5,4 4.868 2.190 666 432 464 260 76 20 20 20 20 20 20 20 20 30 30 20 20 170 4.900 25.700 1.100 24.700 700 31.800 100 . 100 24.800 13.038 2.115 1.172 4.900 1.300 25,5 100 90 10 0 0 0 7 2 376 10.920
Aalsmeer 19.653 2.220 17 4 22 30 10 30 280 7.165 7.000 400 6,4 12.831 5.348 1.540 1.312 1.125 868 342 60 70 60 60 40 50 40 40 70 80 70 70 210 12.900 28.400 3.000 30.900 1.400 35.000 400 20.200 400 25.900 31.299 5.619 3.682 12.900 3.100 23,7 220 200 10 0 0 0 3 2 904 24.950
Aalten 16.799 2.360 13 3 19 20 30 20 390 5.601 5.500 400 7,5 11.235 4.100 1.095 910 937 584 227 90 80 100 90 60 60 70 60 90 90 90 90 230 11.600 23.400 2.200 23.900 1.200 27.600 300 16.300 300 22.700 26.912 5.600 3.290 11.600 3.600 31,5 320 290 30 0 0 0 10 3 782 26.590
Achtkarspelen 17.677 3.540 14 4 29 30 30 30 880 6.320 6.200 700 12,0 11.610 4.539 1.347 1.038 933 771 314 180 170 170 180 120 120 110 130 190 190 180 200 350 11.800 21.300 2.400 20.900 1.400 26.300 300 15.000 400 21.300 28.007 5.106 3.377 11.800 4.100 35,1 710 640 60 0 0 10 14 6 426 27.030
Alblasserdam 12.123 1.950 9 2 17 20 30 20 360 4.746 4.600 300 7,4 8.044 3.244 1.080 656 651 543 243 100 110 90 90 80 80 70 70 110 110 100 100 270 8.100 24.900 1.700 24.700 1.000 31.600 300 16.900 200 23.800 19.955 3.841 2.335 8.100 2.400 29,7 300 280 10 0 0 0 3 1 1.506 17.280
Albrandswaard 16.167 2.370 12 2 14 60 30 60 380 5.656 5.600 400 7,8 10.022 4.368 1.248 1.085 983 796 329 90 100 100 90 70 70 80 60 90 100 100 80 180 10.600 28.900 2.400 31.100 1.100 35.000 500 19.000 300 25.600 24.985 4.067 2.570 10.600 2.200 20,6 250 230 20 0 0 0 2 2 1.018 16.800
Alkmaar 71.047 11.750 58 9 16 260 160 260 2.790 20.986 20.200 2.500 12,2 50.431 16.327 5.102 3.505 3.401 3.945 1.403 630 630 630 620 450 450 460 450 640 650 650 620 910 50.900 24.300 8.300 26.000 3.900 29.600 2.100 17.400 1.700 22.600 107.615 19.169 19.935 50.900 16.300 32,0 2.430 2.280 90 10 30 20 13 5 2.224 118.610
Almelo 46.501 10.230 36 7 20 180 260 180 3.420 15.392 14.800 2.600 17,5 31.695 11.477 3.293 2.574 2.631 2.460 973 680 670 700 670 480 490 490 480 830 840 850 820 710 32.300 22.000 5.900 22.300 3.000 26.100 1.200 16.100 1.000 20.800 72.425 13.430 11.033 32.300 11.700 36,2 2.670 2.500 130 10 0 30 3 1 1.569 82.780
Almere 139.392 23.720 108 18 16 270 290 270 6.880 47.271 44.600 7.300 16,5 82.509 36.823 11.191 8.011 7.882 10.164 4.291 2.160 2.150 2.230 2.120 1.650 1.630 1.680 1.640 2.260 2.220 2.320 2.240 1.790 82.300 24.400 17.000 24.700 9.000 29.700 5.500 16.900 3.800 21.600 198.145 19.753 25.592 82.300 22.500 27,4 5.920 5.470 260 20 60 120 7 1 1.578 206.450
Alphen aan den Rijn 70.150 10.020 60 10 16 150 170 140 1.880 23.092 22.400 2.100 9,2 46.088 17.224 5.204 3.656 3.880 3.183 1.289 380 400 400 350 290 300 300 270 450 500 450 410 1.090 46.900 26.200 9.100 26.900 4.600 32.300 1.600 18.000 1.500 24.200 107.960 18.947 14.528 46.900 12.200 25,9 1.580 1.450 100 20 0 20 12 5 1.765 108.490
Alphen-Chaam 6.325 780 7 1 21 0 0 0 100 1.898 1.800 200 8,5 4.035 1.561 388 301 333 217 77 20 20 20 20 10 10 10 10 20 20 20 20 50 4.000 27.500 700 27.500 500 34.800 100 . 100 27.900 9.924 2.070 953 4.000 900 23,4 70 60 10 0 0 0 8 2 301 6.000
Ameland 2.199 280 1 0 19 0 0 0 20 760 800 100 7,7 1.632 517 162 113 111 71 16 0 0 0 0 0 0 0 0 10 10 10 10 30 1.600 22.400 300 22.000 100 29.600 0 . 0 . 3.611 786 594 1.600 500 31,2 10 10 10 0 0 0 4 3 250 3.460
Amersfoort 102.250 15.080 81 11 13 160 190 160 3.970 36.224 35.100 3.700 10,5 66.538 25.264 8.364 5.883 5.612 4.997 1.884 950 940 970 930 690 690 700 690 1.000 1.020 1.010 980 1.690 67.500 26.100 14.400 29.000 5.400 30.900 2.800 18.800 1.900 22.800 153.602 21.178 23.818 67.500 18.500 27,4 3.340 3.010 170 10 100 50 3 1 2.285 176.960
Amstelveen 56.522 9.740 45 4 9 100 60 100 1.150 18.131 16.700 1.500 8,9 42.636 13.801 4.722 3.032 2.845 3.033 1.093 270 270 280 260 200 200 200 190 280 300 280 260 520 41.800 28.000 7.500 34.800 2.900 36.400 1.500 20.900 1.300 24.200 88.602 16.793 18.606 41.800 10.300 24,7 980 920 50 0 0 0 6 1 2.464 88.420
Amsterdam 606.270 129.600 466 43 9 1.130 1.580 1.110 46.570 148.819 138.200 34.000 24,6 456.462 111.925 42.708 22.867 19.890 40.238 15.276 11.200 10.990 11.510 11.110 7.740 7.600 7.900 7.730 11.450 11.180 11.650 11.520 5.880 443.500 23.700 49.900 29.900 18.500 26.900 21.300 17.800 16.600 21.000 833.624 100.135 251.828 443.500 147.400 33,2 40.200 36.860 1.330 130 1.510 380 21 5 6.004 920.000
Apeldoorn 101.498 17.780 79 13 17 270 260 270 4.220 32.021 30.700 3.500 11,3 70.266 24.034 6.970 5.293 5.492 4.941 1.850 950 940 960 940 700 690 710 700 1.000 1.010 1.000 990 1.410 72.600 24.600 12.400 26.100 6.100 30.100 2.600 17.200 2.100 22.400 159.025 31.425 24.323 72.600 22.000 30,3 3.380 3.170 170 20 10 10 24 6 1.710 166.050
Appingedam 7.351 1.730 6 1 25 20 40 20 510 2.235 2.200 400 18,4 5.594 1.720 490 384 417 449 178 130 130 140 110 100 110 110 80 140 150 150 130 100 5.800 21.700 900 22.800 400 26.300 300 14.900 200 21.600 12.001 2.825 2.032 5.800 2.200 38,4 440 420 20 0 0 0 1 1 1.045 13.090
Arnhem 106.287 24.400 82 10 12 530 550 530 8.640 30.284 28.400 5.500 19,3 76.530 22.242 7.859 5.071 4.575 6.120 2.097 1.860 1.880 1.890 1.820 1.390 1.400 1.400 1.360 1.980 1.980 2.010 1.950 1.440 77.300 21.800 11.700 25.700 4.100 27.000 3.500 16.700 2.300 20.000 153.818 22.124 35.852 77.300 27.400 35,4 7.360 6.880 350 10 70 50 5 1 2.128 183.020
Assen 42.932 8.380 34 5 13 140 160 140 2.470 14.397 14.200 1.900 13,7 30.134 10.250 3.020 2.427 2.524 2.403 929 530 500 540 540 390 370 390 410 580 550 580 600 710 31.400 23.000 5.600 24.200 2.200 27.700 1.400 17.200 900 20.900 67.061 12.348 11.108 31.400 10.200 32,5 2.030 1.920 70 10 10 30 3 1 1.538 75.900
Asten 10.585 1.480 9 2 25 10 30 0 230 3.271 3.300 300 8,6 6.944 2.542 595 553 562 387 144 40 40 40 30 30 30 30 20 50 60 60 40 80 7.100 25.200 1.300 26.300 800 31.500 100 16.600 200 28.400 16.580 3.342 2.092 7.100 2.100 28,9 190 180 10 0 0 0 2 2 946 16.120
Baarle-Nassau 3.980 660 3 1 30 10 10 10 100 1.109 1.000 100 11,3 2.890 946 231 208 185 183 69 10 10 10 10 10 10 10 10 20 20 20 10 40 3.000 24.400 400 26.600 300 32.200 100 . 100 . 6.611 1.717 896 3.000 900 28,8 50 50 0 0 0 0 6 1 324 4.720
Baarn 15.120 2.650 11 2 16 20 10 20 420 4.822 4.600 400 9,4 11.001 3.509 1.012 786 817 764 282 90 90 100 90 70 60 70 60 90 90 100 80 190 11.800 27.800 1.900 33.100 800 35.800 400 19.500 400 23.800 24.521 5.459 4.154 11.800 3.200 26,7 350 310 30 0 0 10 5 2 1.598 21.390
Barendrecht 30.849 4.090 25 3 13 40 20 40 570 11.594 11.200 800 7,4 18.789 8.615 2.415 2.061 2.066 1.503 631 160 160 170 160 120 120 130 120 180 190 190 170 410 18.900 29.000 4.700 30.300 2.300 33.700 800 19.100 600 24.200 47.861 7.489 4.450 18.900 3.700 19,3 450 420 30 0 0 0 4 1 1.654 45.110
Barneveld 34.662 5.180 29 7 24 60 20 60 630 14.581 13.900 900 6,3 20.687 8.817 3.142 1.735 1.769 1.033 451 130 140 140 120 90 100 100 90 160 160 170 140 510 20.800 25.300 4.700 23.800 2.800 31.700 400 16.500 600 25.600 55.441 8.750 5.632 20.800 5.100 24,3 510 490 20 0 0 10 18 5 824 52.180
Bedum 6.578 1.160 5 1 11 20 20 20 200 2.155 2.100 200 11,0 4.350 1.572 454 327 398 270 107 40 40 40 50 30 30 30 40 50 60 50 50 90 4.600 23.500 800 23.600 500 28.900 100 17.400 100 22.700 10.433 2.107 1.236 4.600 1.300 28,6 170 140 20 0 0 0 3 1 678 8.630
Beek (L.) 10.204 1.690 8 1 17 20 0 20 340 2.638 2.700 300 11,4 7.321 2.418 535 447 588 488 170 70 70 70 80 50 50 50 50 80 80 80 80 110 7.400 25.300 1.100 27.000 800 30.900 200 16.900 300 23.900 16.068 3.819 2.291 7.400 2.200 30,0 280 270 10 0 0 0 3 2 879 13.640
Beemster 5.705 810 5 1 13 10 10 10 80 1.789 1.700 100 7,4 3.649 1.408 379 272 318 211 78 20 20 20 20 20 20 20 20 30 20 30 30 50 3.800 28.500 700 31.100 500 37.500 100 . 100 . 8.958 1.809 1.009 3.800 900 23,1 70 70 0 0 0 0 4 2 604 4.720
Beesel 8.521 1.330 8 1 19 10 20 10 280 2.555 2.500 200 9,3 5.776 2.119 517 456 511 351 134 70 70 70 80 60 50 60 60 80 80 90 90 100 5.800 23.800 1.100 23.800 700 29.400 200 16.100 200 23.000 13.388 2.818 1.630 5.800 1.800 30,4 230 200 30 0 0 0 1 1 729 14.210
Bellingwedde 5.449 1.300 5 1 30 10 10 10 280 1.505 1.400 200 14,9 3.963 1.206 281 238 293 230 77 50 40 50 40 30 30 40 30 60 60 60 50 40 4.100 22.400 600 23.300 400 27.100 100 11.600 100 23.400 8.971 2.330 1.160 4.100 1.400 34,4 220 190 20 0 0 0 14 3 151 7.270
Berg en Dal 21.702 3.770 18 4 19 40 50 40 890 6.198 6.100 500 8,9 15.398 5.132 1.241 1.042 1.245 965 337 150 150 150 150 110 110 110 110 160 170 160 160 270 15.800 24.200 2.600 26.600 1.500 29.100 400 17.600 400 22.900 34.579 7.959 5.210 15.800 4.900 31,2 730 670 50 10 0 0 12 5 641 26.900
Bergeijk 11.601 1.470 8 2 20 10 40 10 180 3.600 3.600 300 7,3 7.550 2.862 652 582 699 425 173 40 40 40 40 20 20 20 20 40 50 40 40 140 7.600 26.400 1.400 26.400 1.000 32.000 200 17.900 200 26.000 18.253 3.808 2.003 7.600 1.800 23,9 140 130 10 0 0 0 9 5 497 14.440
Bergen (L.) 8.407 1.260 8 2 21 20 40 20 220 2.406 2.400 200 8,4 5.536 2.031 442 415 508 330 117 60 60 60 60 40 40 40 40 50 50 60 50 90 5.600 23.800 1.000 23.700 700 29.100 100 15.000 200 23.600 13.090 2.795 1.517 5.600 1.700 29,6 190 160 20 0 0 10 11 4 312 11.100
Bergen (NH.) 16.952 3.020 14 2 14 30 10 30 330 5.092 4.900 400 8,8 13.644 4.165 804 917 1.093 948 348 70 60 70 70 50 40 50 50 70 70 80 70 160 14.300 29.100 1.900 32.200 1.300 34.600 500 19.500 400 24.900 29.943 9.047 4.901 14.300 3.900 27,0 280 250 20 0 0 10 5 4 796 25.720
Bergen op Zoom 42.794 8.520 34 6 18 110 120 100 2.170 12.592 12.100 1.900 15,7 29.493 10.004 2.826 2.069 2.327 2.190 807 450 470 450 420 330 360 330 310 540 570 550 510 600 30.600 24.400 4.900 25.900 2.700 29.900 1.100 17.500 900 22.200 66.237 13.332 9.868 30.600 9.500 31,1 1.770 1.590 100 10 60 10 8 2 1.798 72.770
Berkelland 27.330 4.000 23 5 21 60 50 60 660 8.886 8.600 700 7,7 18.732 6.687 1.549 1.551 1.559 986 351 130 130 140 130 90 90 90 90 140 140 140 150 270 19.000 24.100 3.500 24.300 2.000 29.200 400 16.700 500 25.100 44.437 10.114 5.377 19.000 5.600 29,4 530 480 30 10 0 10 23 5 654 42.840
Bernheze 18.954 2.360 17 4 21 30 80 30 320 6.430 6.400 500 7,3 11.736 4.871 1.168 1.088 1.131 677 273 70 70 80 70 50 50 60 50 80 90 90 80 190 11.900 26.300 2.500 27.000 1.600 32.000 300 17.800 300 26.800 29.880 5.787 2.939 11.900 3.000 25,0 260 230 20 0 0 0 8 4 638 23.950
Best 18.972 2.770 14 2 15 30 50 20 530 6.154 6.000 400 6,9 12.059 4.869 1.184 1.077 1.254 858 338 110 120 110 100 80 80 80 70 120 130 120 110 240 12.000 27.400 2.500 28.900 1.400 32.200 400 19.600 400 24.000 28.976 5.109 3.265 12.000 2.900 24,0 440 400 40 0 0 0 2 1 1.392 28.720
Beuningen 16.959 2.320 14 2 17 30 40 30 470 5.057 5.000 500 9,2 10.704 4.249 1.011 876 1.083 774 288 110 110 110 110 80 80 80 70 110 110 110 100 210 10.700 26.000 2.200 27.400 1.300 31.600 400 17.600 400 22.200 25.289 4.341 2.898 10.700 2.800 26,0 390 350 30 0 0 10 7 3 977 21.700
Beverwijk 26.558 4.320 22 4 18 60 70 60 1.110 8.143 7.900 1.100 13,6 18.532 6.432 2.001 1.417 1.374 1.563 593 290 280 290 300 210 200 210 230 290 290 290 310 340 18.700 23.800 3.200 24.800 1.600 29.700 800 16.400 600 22.000 40.318 7.009 7.142 18.700 6.100 32,9 980 950 30 0 0 0 3 2 2.720 38.310
het Bildt 6.631 1.270 4 1 26 20 0 20 320 2.249 2.100 200 11,5 4.529 1.566 398 382 371 312 107 60 60 60 60 50 50 50 50 70 70 70 80 90 4.600 21.700 800 21.700 400 26.400 200 16.000 100 21.400 10.525 2.091 1.505 4.600 1.600 35,2 270 240 20 0 0 0 9 3 293 8.870
De Bilt 25.222 3.660 21 2 11 40 10 40 720 8.918 8.600 800 9,3 18.997 6.334 1.729 1.492 1.540 1.273 471 150 170 150 130 110 120 110 100 170 190 170 160 330 19.500 30.900 3.300 37.500 1.500 35.800 600 19.000 600 25.000 42.377 9.930 7.017 19.500 4.900 25,2 610 560 40 0 0 10 10 4 1.245 34.640
Binnenmaas 17.811 2.510 17 3 20 30 20 30 260 5.614 5.500 400 6,7 12.324 4.362 1.214 992 928 653 255 50 60 50 50 40 40 40 40 60 70 60 50 230 12.500 28.200 2.400 28.400 1.300 33.200 300 17.600 300 25.400 28.771 6.313 3.414 12.500 2.900 23,6 210 190 10 0 0 0 9 4 659 17.670
Bladel 12.754 1.650 11 2 21 10 70 10 180 4.024 3.900 300 6,9 8.334 3.072 815 618 710 468 192 30 40 30 40 30 30 30 30 40 40 40 40 120 8.400 25.600 1.600 25.800 1.000 32.100 200 17.600 200 25.200 19.966 3.965 2.360 8.400 2.200 26,2 150 140 10 0 0 0 9 4 680 17.960
Blaricum 5.466 990 5 1 19 0 0 0 120 1.942 1.800 200 10,7 4.286 1.426 388 305 373 304 124 30 30 30 30 20 20 20 20 30 30 30 30 60 4.200 38.600 700 47.600 300 45.400 100 21.700 100 30.900 9.622 2.585 1.330 4.200 900 21,4 100 90 10 0 0 0 3 2 1.015 6.410
Bloemendaal 12.513 2.140 11 1 8 20 10 20 230 4.924 4.800 300 6,8 9.417 3.350 801 836 923 579 226 30 30 30 30 20 20 20 20 40 50 50 40 130 9.900 40.200 1.900 50.400 800 48.400 300 25.600 300 30.600 22.296 5.891 2.995 9.900 1.900 19,6 170 160 10 0 0 0 5 3 1.056 12.200
Bodegraven-Reeuwijk 20.924 2.730 18 4 22 30 20 30 310 7.560 7.300 600 7,9 13.545 5.353 1.584 1.126 1.191 823 335 60 60 60 50 40 50 50 40 80 90 80 70 280 13.500 29.000 2.800 28.300 1.700 34.400 400 19.000 400 26.100 33.451 6.376 3.720 13.500 3.100 22,6 240 210 20 0 0 10 17 6 1.091 26.360
Boekel 6.647 820 6 1 23 10 30 10 120 2.283 2.200 200 8,1 3.880 1.666 401 370 407 209 94 20 20 20 20 10 10 10 10 20 20 30 20 60 4.100 24.400 900 24.500 500 31.900 100 . 100 25.200 10.254 1.783 945 4.100 1.000 24,9 70 60 10 0 0 0 6 1 505 8.600
Ten Boer 4.604 640 4 1 18 10 10 10 120 1.709 1.700 200 9,8 2.963 1.172 313 294 306 188 79 40 40 40 30 30 30 30 30 40 40 50 30 70 3.100 24.200 700 23.500 300 29.300 100 18.200 100 . 7.352 1.390 808 3.100 900 27,9 100 90 10 0 0 0 9 1 371 5.180
Borger-Odoorn 15.792 2.810 12 3 22 50 50 50 610 4.750 4.700 500 10,8 10.998 3.694 893 787 949 591 212 110 100 110 120 80 80 80 90 130 140 130 140 170 11.100 23.700 1.900 24.200 1.100 28.000 300 16.100 300 22.400 25.371 5.879 3.016 11.100 3.400 30,4 480 430 40 10 0 10 36 5 251 20.520
Borne 13.831 2.170 13 2 12 20 30 20 380 4.775 4.600 400 8,5 9.302 3.570 1.012 799 764 548 219 90 80 100 90 70 60 70 70 110 100 110 100 150 9.300 25.800 1.900 26.800 1.000 30.600 300 16.900 200 23.400 22.343 4.572 2.567 9.300 2.500 26,8 290 260 20 0 0 10 3 1 1.216 20.540
Borsele 14.283 1.990 13 3 24 20 30 10 270 5.032 5.000 400 7,6 9.361 3.461 1.041 736 788 532 221 50 50 60 50 40 40 50 40 60 60 70 50 190 9.500 25.400 1.900 24.900 1.000 32.000 300 16.600 200 25.100 22.612 4.235 2.694 9.500 2.600 26,9 230 190 30 0 0 10 18 6 319 18.000
Boxmeer 18.361 2.750 17 3 18 30 100 30 410 5.482 5.400 400 7,4 12.053 4.346 964 927 1.058 680 265 80 70 80 80 60 50 60 60 90 90 100 80 180 12.100 25.700 2.200 26.500 1.400 31.000 300 17.200 300 25.500 28.465 5.802 3.576 12.100 3.300 27,0 340 300 30 0 0 10 12 6 638 26.970
Boxtel 19.194 3.030 16 3 15 60 180 50 500 6.193 5.900 700 11,0 13.196 4.563 1.225 1.091 986 896 354 130 120 140 120 100 100 100 100 140 130 140 140 240 13.500 25.000 2.400 26.000 1.300 30.900 400 16.800 400 23.700 30.406 6.156 4.304 13.500 3.800 28,3 430 390 30 0 0 0 3 2 1.229 29.790
Breda 120.668 20.620 98 15 15 230 320 220 5.470 35.522 33.900 4.300 12,8 86.716 26.475 8.329 5.874 5.675 6.007 2.195 1.210 1.190 1.220 1.200 890 880 890 890 1.320 1.320 1.330 1.320 1.530 87.400 24.700 13.900 29.900 5.900 30.800 3.100 18.100 2.500 22.400 181.611 31.511 36.618 87.400 25.500 29,2 4.590 4.270 250 10 40 20 5 1 2.139 202.570
Brielle 10.659 1.680 8 1 17 10 10 10 270 3.062 2.900 300 9,9 7.421 2.560 638 543 640 550 213 60 60 60 50 40 40 40 40 60 70 60 60 120 7.500 27.800 1.300 29.000 700 34.000 300 18.500 300 25.200 16.640 3.531 2.291 7.500 1.700 23,1 220 200 20 0 0 0 4 3 856 13.490
Bronckhorst 22.329 3.080 19 4 19 40 50 40 450 7.060 7.000 500 7,8 15.320 5.488 1.149 1.213 1.391 775 316 80 80 80 80 60 60 50 50 100 110 90 90 220 15.700 25.500 2.800 25.400 1.800 30.100 300 17.300 400 24.200 36.510 8.627 4.130 15.700 4.300 27,4 350 290 50 0 0 10 24 6 376 29.040
Brummen 12.969 1.960 10 2 24 30 30 30 380 3.905 3.900 300 9,0 9.031 3.170 736 671 805 594 211 80 90 80 80 50 60 50 60 90 90 90 90 200 9.300 25.400 1.600 25.500 900 30.200 300 16.800 300 25.600 20.938 4.910 2.544 9.300 2.500 27,1 300 280 20 0 0 0 7 2 760 18.520
Brunssum 18.171 4.030 14 3 18 60 50 60 1.100 4.738 4.600 900 20,1 13.548 4.279 1.090 831 1.000 1.174 369 300 290 300 300 220 220 230 230 290 280 300 300 260 13.900 21.800 1.900 22.500 1.200 27.100 600 16.000 500 21.200 28.448 6.466 4.933 13.900 5.400 38,8 950 900 40 0 0 10 1 1 1.665 29.680
Bunnik 8.927 1.010 8 1 9 10 0 10 140 3.213 3.100 100 4,7 6.325 2.292 653 555 514 353 115 20 20 30 20 10 20 10 10 20 30 20 20 90 6.300 30.000 1.300 32.400 600 34.000 200 23.800 200 27.200 14.773 3.166 1.938 6.300 1.200 18,4 120 110 10 0 0 0 3 3 652 8.470
Bunschoten 13.462 1.590 10 3 28 20 0 20 200 5.049 4.900 300 5,6 7.834 3.607 1.193 720 725 410 167 40 40 40 40 30 30 30 30 50 50 50 50 200 7.900 25.800 1.900 25.800 1.300 32.000 200 15.500 200 23.100 20.823 3.185 1.895 7.900 1.900 23,7 150 140 10 0 0 0 2 1 1.142 17.970
Buren 17.012 2.530 13 3 23 30 30 30 260 5.520 5.400 400 8,2 10.584 4.281 1.154 880 986 634 246 60 60 50 60 50 50 50 50 70 80 70 70 200 10.600 27.200 2.200 27.000 1.300 32.800 300 18.900 300 24.900 26.202 4.743 2.599 10.600 2.600 24,3 210 180 20 10 0 0 22 8 270 17.400
Capelle aan den IJssel 43.170 8.440 34 5 16 120 40 120 2.550 13.441 12.400 2.300 18,2 30.519 10.866 3.397 2.121 2.172 3.284 1.369 770 810 780 730 590 620 590 550 760 800 780 710 540 30.900 25.000 4.700 26.600 2.800 31.100 1.700 16.400 1.300 21.800 66.486 12.199 11.247 30.900 9.900 32,1 2.260 2.130 110 10 0 10 1 1 2.254 66.410
Castricum 21.190 2.780 18 2 10 50 10 50 380 6.647 6.500 400 6,1 15.092 5.266 1.236 1.101 1.386 940 368 70 70 70 60 50 50 50 50 90 90 80 80 230 15.400 28.900 2.600 31.100 1.600 34.400 400 19.200 500 25.000 34.604 8.215 4.880 15.400 3.500 22,9 290 260 20 0 0 10 7 3 1.334 29.760
Coevorden 21.932 4.060 19 4 21 60 40 60 1.070 7.011 6.800 900 13,2 15.249 5.227 1.325 1.194 1.307 909 360 210 210 210 220 160 150 150 170 260 260 260 270 320 15.600 23.700 2.800 23.900 1.500 28.400 500 15.800 400 21.800 35.381 7.833 4.601 15.600 5.100 32,4 880 810 50 0 0 20 27 8 488 32.470
Cranendonck 13.107 2.130 11 2 19 10 40 10 300 3.816 3.700 400 9,4 8.769 3.162 813 629 712 500 185 60 60 70 70 50 40 50 50 80 80 80 80 130 8.800 25.500 1.600 25.600 1.000 31.700 200 16.200 200 25.400 20.660 4.503 2.440 8.800 2.400 27,4 240 220 10 10 0 0 10 4 585 17.980
Cromstrijen 7.983 1.070 7 1 18 20 0 20 100 2.448 2.400 100 5,8 5.456 1.957 519 383 477 300 130 20 20 20 20 10 10 10 20 20 20 20 20 130 5.600 28.000 1.000 29.500 600 32.700 100 20.400 100 26.600 12.755 2.820 1.471 5.600 1.300 23,8 80 80 10 0 0 0 5 2 655 10.100
Cuijk 15.807 2.390 13 2 18 40 90 40 460 4.926 4.900 500 9,9 10.540 3.887 1.033 820 943 725 268 120 120 120 120 90 80 80 90 130 130 130 140 220 10.700 24.200 2.000 24.900 1.100 28.900 300 16.700 300 23.300 24.608 4.880 3.125 10.700 3.200 30,2 390 370 20 0 0 0 6 3 829 24.790
Culemborg 18.072 2.920 15 3 20 40 60 40 720 6.138 6.000 600 10,6 11.717 4.571 1.273 1.017 1.105 885 336 140 150 140 130 100 90 100 100 200 200 200 200 260 11.900 25.400 2.400 26.900 1.200 29.800 400 18.600 400 23.400 27.644 4.608 3.679 11.900 3.200 27,2 570 520 30 0 0 10 1 1 1.445 29.090
Dalfsen 17.416 2.110 15 3 20 30 20 30 280 6.224 6.100 400 5,9 11.073 4.452 1.221 970 1.008 493 201 40 50 40 40 40 40 40 30 60 70 60 40 210 11.200 25.200 2.400 24.700 1.500 30.300 200 16.800 300 24.900 27.916 5.450 2.816 11.200 2.800 25,4 220 200 20 0 0 0 9 3 495 25.650
Dantumadiel 11.895 2.520 10 3 27 20 20 20 610 4.042 4.000 500 11,4 7.725 3.045 837 613 659 445 169 120 110 120 120 70 70 70 80 120 110 130 130 200 8.000 21.700 1.500 21.400 1.100 26.200 200 15.700 200 22.100 19.015 3.845 2.165 8.000 2.800 35,6 510 450 40 10 0 0 9 3 444 18.490
Delft 73.077 14.650 54 6 11 200 200 190 3.600 15.313 14.400 2.600 18,2 56.904 12.169 3.973 2.422 2.532 3.444 1.278 870 880 880 870 640 650 640 650 890 900 890 890 800 53.200 20.700 5.700 27.700 2.800 30.500 1.800 16.900 1.500 21.900 101.034 15.257 32.092 53.200 14.900 28,0 3.140 2.880 140 0 110 20 2 1 3.488 106.230
Delfzijl 15.514 3.650 12 3 22 60 60 50 1.110 4.475 4.300 800 19,2 11.564 3.596 915 743 889 855 317 260 260 280 260 190 180 190 180 280 270 290 270 190 11.900 22.100 1.800 22.300 1.000 26.700 400 15.000 400 20.800 25.068 6.006 4.082 11.900 4.300 36,2 950 890 50 0 0 0 11 3 680 25.060
Deurne 20.687 3.080 17 3 21 30 90 30 480 6.221 6.000 600 9,9 13.241 4.902 1.259 933 1.086 780 337 100 100 110 100 80 70 90 80 120 110 130 110 210 13.600 24.300 2.400 24.200 1.600 30.700 300 15.600 400 23.900 31.878 6.301 3.827 13.600 3.800 27,9 390 360 20 10 0 0 6 3 845 31.160
Deventer 65.040 12.010 53 7 14 240 370 220 3.360 20.821 20.100 2.700 13,4 44.658 15.254 4.736 3.528 3.421 3.318 1.161 770 780 800 740 590 580 600 580 810 810 830 800 1.110 44.900 23.300 8.300 25.500 3.400 27.900 1.900 16.600 1.300 21.200 98.869 16.652 16.736 44.900 14.300 31,9 2.900 2.730 80 10 60 20 7 2 1.767 109.520
Diemen 18.694 3.050 13 1 11 40 30 40 640 4.802 4.500 700 15,9 13.508 4.074 1.208 797 855 1.175 427 160 160 160 160 110 110 120 120 180 170 190 170 160 13.200 23.300 1.700 28.100 1.000 32.100 600 18.300 500 24.000 26.840 4.186 6.384 13.200 3.500 26,2 490 440 40 0 0 20 1 1 2.377 19.880
Dinkelland 16.440 1.980 14 2 16 20 10 20 260 5.588 5.500 300 5,9 9.876 4.287 946 868 1.007 501 230 40 40 40 40 30 30 30 30 50 50 50 50 150 10.200 25.600 2.000 26.100 1.600 31.400 200 18.000 300 27.200 26.120 5.236 2.463 10.200 2.700 26,2 200 170 30 0 0 10 11 4 458 21.140
Doesburg 7.146 1.450 5 1 22 20 20 20 390 2.173 2.100 400 17,7 5.201 1.752 427 379 470 445 165 100 90 100 100 70 60 70 70 100 100 110 110 140 5.200 23.100 800 24.200 500 26.300 200 16.200 200 20.300 11.336 2.499 1.784 5.200 1.900 36,1 340 310 20 0 0 0 1 1 852 11.220
Doetinchem 36.448 6.580 29 5 17 100 120 100 1.430 11.512 11.000 1.200 11,3 24.847 8.679 2.442 1.943 2.088 1.752 672 300 300 310 280 230 230 230 220 320 340 330 300 530 25.700 23.700 4.600 24.900 2.200 28.600 900 16.500 700 21.700 56.827 11.082 8.256 25.700 8.100 31,6 1.170 1.080 50 10 10 20 7 3 1.127 61.930
Dongen 16.345 2.200 13 3 22 10 30 10 370 5.045 5.000 400 7,6 10.718 4.038 1.041 853 958 677 237 70 60 60 80 40 40 40 50 70 70 70 80 200 11.000 25.200 2.100 26.200 1.200 31.000 300 17.600 300 23.000 25.413 5.002 3.050 11.000 3.000 27,5 290 250 30 0 0 0 3 2 1.144 22.950
Dongeradeel 14.771 2.960 12 3 22 30 20 30 720 5.192 5.100 700 13,4 10.230 3.611 1.062 809 808 641 284 160 160 180 150 120 110 130 120 180 170 200 170 250 10.500 21.700 1.900 21.300 1.100 26.900 300 15.000 300 21.300 23.932 4.896 3.400 10.500 3.800 36,5 600 550 40 0 0 10 21 3 555 23.540
Dordrecht 77.921 15.650 62 11 18 320 250 310 4.720 23.925 22.500 3.600 15,9 54.780 18.507 5.792 3.762 3.986 4.664 1.697 1.110 1.120 1.160 1.070 840 830 870 810 1.170 1.170 1.210 1.120 1.270 55.600 23.600 8.900 25.100 4.700 29.400 2.500 16.100 2.000 21.800 118.801 21.275 21.233 55.600 18.500 33,3 3.960 3.710 140 10 100 10 3 2 2.519 138.810
Drechterland 12.304 1.630 12 3 22 30 0 30 170 4.151 4.000 300 7,5 7.977 3.037 810 671 722 448 198 40 40 40 40 30 30 40 30 50 50 50 40 140 8.100 26.100 1.600 26.100 1.000 32.800 200 17.500 200 25.900 19.400 3.778 2.177 8.100 2.100 26,5 140 130 10 0 0 0 10 3 484 15.330
Drimmelen 17.296 2.450 14 3 21 10 30 10 210 5.053 5.000 300 6,8 11.234 4.138 1.031 828 1.011 623 246 40 40 40 40 30 30 30 30 50 60 50 50 180 11.500 26.200 2.100 27.300 1.300 31.700 300 17.100 300 24.900 26.815 5.488 2.939 11.500 2.900 24,9 160 140 20 0 0 0 7 5 766 18.920
Dronten 26.761 4.340 21 3 15 20 40 20 820 9.068 8.700 1.000 11,6 17.070 6.304 1.827 1.365 1.542 1.050 449 200 190 210 210 160 150 160 160 240 230 250 240 380 17.000 24.200 3.400 24.800 1.700 30.400 600 16.200 400 21.900 40.592 6.627 5.286 17.000 4.300 25,5 650 600 30 0 0 10 12 3 762 38.880
Druten 12.055 1.860 10 2 20 20 30 20 330 3.936 3.800 400 9,7 7.499 2.996 760 688 731 528 192 80 80 80 80 50 50 50 50 70 80 70 70 200 7.800 24.300 1.600 26.200 800 30.500 300 17.900 200 23.000 18.407 3.223 2.015 7.800 2.200 27,6 270 250 20 0 0 0 5 4 792 16.790
Duiven 17.021 2.310 13 2 14 40 30 40 530 5.417 5.500 500 9,0 10.567 4.384 1.014 888 1.252 826 297 130 120 130 130 90 90 90 90 130 140 130 130 240 10.600 25.400 2.300 25.700 1.300 30.700 400 17.500 400 22.500 25.433 4.227 2.797 10.600 2.800 26,3 430 390 40 0 0 0 5 1 1.148 25.560
Echt-Susteren 20.461 3.800 16 3 19 30 50 30 590 5.153 5.000 600 11,1 14.126 4.737 1.108 912 1.061 922 308 100 100 100 110 70 60 70 70 110 110 110 120 240 14.700 24.300 2.200 26.100 1.500 29.000 400 16.900 500 24.400 31.943 7.324 4.329 14.700 4.500 30,5 470 420 40 0 0 0 12 5 709 29.680
Edam-Volendam 22.625 2.680 18 4 24 30 20 30 350 7.585 7.500 400 5,6 14.433 5.889 1.492 1.336 1.363 817 298 70 70 70 70 50 50 50 60 90 90 90 90 210 14.600 27.700 3.100 29.100 1.900 35.300 400 19.700 400 24.600 35.465 6.733 3.918 14.600 3.600 24,3 290 280 10 0 0 0 12 2 1.292 30.630
Ede 72.207 11.840 57 9 16 250 120 240 2.160 25.415 24.300 2.400 9,9 47.028 16.956 5.451 3.604 3.632 2.618 1.034 420 410 420 420 310 310 320 310 540 550 530 530 1.090 47.700 24.500 8.800 25.200 4.800 30.900 1.300 16.800 1.300 23.300 112.427 19.439 16.076 47.700 12.500 26,1 1.750 1.580 110 10 50 10 28 6 1.460 116.310
Eemnes 5.614 740 5 0 9 10 0 10 100 1.944 1.900 200 8,3 3.702 1.523 346 353 395 294 106 30 30 30 20 20 20 20 10 30 30 30 30 70 3.700 28.700 800 29.500 400 32.900 200 19.000 100 25.400 8.877 1.702 1.020 3.700 800 21,6 80 70 10 0 0 0 3 1 890 6.300
Eemsmond 9.872 2.140 9 2 22 30 50 30 500 3.175 3.100 400 13,9 7.098 2.356 644 512 559 489 189 120 120 130 120 90 90 90 90 130 130 130 130 130 7.100 21.900 1.200 22.400 700 27.400 200 14.900 200 20.700 15.815 3.374 2.418 7.100 2.600 36,7 430 410 20 0 0 0 13 4 359 14.460
Eersel 11.823 1.750 9 1 18 10 40 10 160 3.529 3.400 300 7,7 7.674 2.780 703 539 626 415 155 30 30 30 30 20 20 20 30 40 40 30 40 120 7.900 27.400 1.400 28.100 1.000 33.400 200 20.600 200 26.800 18.551 3.887 2.171 7.900 1.800 23,1 140 120 10 0 0 0 12 4 557 14.870
Eijsden-Margraten 15.889 2.220 12 2 14 50 30 50 260 4.488 4.400 300 7,6 10.644 3.867 872 705 967 558 197 30 30 30 30 20 20 20 20 50 50 50 50 180 10.700 26.900 1.900 28.700 1.400 31.900 200 17.500 300 24.700 25.123 5.813 2.776 10.700 2.500 23,5 210 190 20 0 0 0 21 5 448 17.140
Eindhoven 154.049 28.550 119 16 13 230 700 210 8.000 40.122 38.200 6.300 16,6 114.614 30.697 9.992 6.656 6.348 7.759 2.798 1.790 1.790 1.820 1.770 1.340 1.340 1.360 1.320 1.870 1.900 1.890 1.820 1.790 112.900 23.000 15.600 26.700 6.600 29.100 4.100 16.900 3.300 21.300 224.755 37.270 54.502 112.900 35.800 31,7 6.830 6.290 340 30 60 110 3 1 2.560 262.340
Elburg 14.277 2.250 13 3 27 30 50 30 270 5.433 5.300 400 7,6 8.935 3.660 1.184 774 786 464 180 60 60 70 60 50 50 50 50 70 70 70 70 250 9.200 24.000 2.000 22.800 1.100 28.900 200 15.600 200 24.500 22.929 4.209 2.311 9.200 2.400 26,0 220 200 20 0 0 0 7 3 661 21.640
Emmen 68.241 14.590 52 13 25 220 170 220 4.460 20.788 20.200 3.300 16,5 47.855 16.455 4.258 3.569 3.981 3.434 1.339 1.020 1.000 1.050 1.000 760 740 780 750 1.090 1.090 1.130 1.060 980 48.800 22.000 8.400 22.300 4.500 27.200 1.800 15.400 1.500 21.400 107.584 22.702 15.778 48.800 17.500 36,0 3.700 3.400 220 10 50 20 29 11 846 112.420
Enkhuizen 11.873 1.980 11 2 20 50 10 50 400 3.628 3.500 400 12,8 8.459 2.778 855 591 602 656 253 120 130 130 110 100 100 110 90 120 130 130 110 140 8.500 23.700 1.400 24.400 700 28.900 300 16.900 300 22.800 18.455 3.586 3.057 8.500 2.900 33,4 360 340 10 0 0 10 1 1 1.385 18.810
Enschede 106.666 24.330 82 14 17 360 230 360 8.390 30.145 28.900 5.900 20,4 77.027 22.777 7.180 5.053 4.978 5.589 2.157 1.770 1.750 1.810 1.740 1.350 1.330 1.390 1.330 2.090 2.040 2.140 2.090 1.250 77.000 20.400 11.500 23.100 5.400 26.300 3.100 15.500 2.100 20.600 158.351 26.829 33.939 77.000 26.900 34,9 6.880 6.500 280 20 10 70 8 2 2.082 166.520
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Gemeenten ontvangen geld van de Rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO (Sociaal domein). Voor de verdeling van het landelijke budget voor de uitvoering van deze drie wetten over de gemeenten zijn verdeelmodellen ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stelt CBS cijfers samen waarmee deze verdeelmodellen doorgerekend kunnen worden. Deze tabel bevat gegevens die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo.

Gegevens beschikbaar voor 2017

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, maar samengesteld op basis van gegevens uit verschillende bronnen, en berekend op verschillende basisjaren. Dit wil zeggen dat de cijfers niet zondermeer vergelijkbaar zijn met reeds gepubliceerde cijfers op StatLine. In de toelichting bij de onderwerpen wordt dit nader verklaard.

Wijzigingen per 31 mei 2017:
Deze tabel is een update van de tabel Maatstaven gemeentefonds; regio 2016.
Ten opzichte van de vorige tabel is de indicator ‘Aantal minderjarige kinderen met inkomen onder lage inkomensgrens’ komen te vervallen en is de indicator ‘Eenouderhuishoudens met minderjarige kinderen met bijstand’ toegevoegd.

Wijzigingen per 31 mei 2018:
De naam en toelichting van de indicator ‘Personen met een Wajong-uitkering’ is aangepast. Het gaat om ‘Wajong-uitkeringen’ en niet om ‘Personen met een Wajong-uitkering’. Dat staat nu goed in de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen naar verwachting in mei 2018 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Participatiewet
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen.
Werk gaat voor inkomen: oogmerk is om mensen met of zonder arbeidsbeperking op de kortste weg naar betaald werk te kunnen zetten.
De gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.
De participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Onder dit onderwerp zijn in deze tabel de gegevens terug te vinden die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Participatiewet.

Inwoners van 15 tot 65 jaar
Het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal inwoners in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal inwoners. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 31 december 2015 gaan.
Inwoners doelpopulatie
Het aantal personen dat behoort tot de doelgroep van de Participatiewet voordat deze daadwerkelijk in werking treedt in 2015.

De doelgroep van de Participatiewet, weergegeven in deze tabel, bestaat uit:
- Werkenden met steun van de gemeente (WSW, Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en het Besluit in- en doorstroombanen (ID), Loonkostensubsidie);
- Niet-werkenden met een uitkering van de gemeente (Wet Werk en Bijstand (WWB));
- Niet-werkenden zonder uitkering (niet-uitkeringsgerechtigden en inactieven);
- Personen met een Wajong-uitkering.

Omdat het CBS geen registratie van niet-uitkeringsgerechtigden of inactieven heeft, is de totale bevolking in de leeftijd van 15 jaar tot aan de AOW-leeftijd 'afgepeld' om tot de omvang van deze subgroep te komen. Op basis van de BRP is de omvang van de bevolking in de leeftijd van 15 jaar tot aan de AOW-leeftijd op 31 december 2015 bepaald voor de gemeentelijke indeling van 1 januari 2017. De volgende groepen zijn vervolgens van deze bevolking afgepeld om tot de uiteindelijke doelgroep van de Participatiewet te komen:
- Personen met een baan in loondienst in Nederland ultimo 2015, ongeacht de omvang van de baan, met uitzondering van de werkenden met steun van de gemeente (WSW, Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en het Besluit in- en doorstroombanen (ID), Loonkostensubsidie);
- Personen met inkomsten uit een baan in het buitenland in 2015;
- Personen met inkomsten uit overige arbeid in 2015;
- Personen met inkomsten als zelfstandige in 2015;
- Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)/Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) ultimo 2015;
- Personen met een uitkering in het kader van de werkloosheidswet (WW) ultimo 2015;
- Personen van 15 tot 30 jaar die ultimo 2015 regulier onderwijs volgen.
Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde
Tot de beroepsbevolking horen personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Het gaat hier om een vijfjaarsgemiddelde van de beroepsbevolking.
Totaal beroepsbevolking
Vijfjaarsgemiddelde van het totaal aantal personen in de beroepsbevolking voor de jaren 2012 tot en met 2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.

Lager opgeleiden
Vijfjaarsgemiddelde van het aantal lager opgeleiden in de beroepsbevolking voor de jaren 2012 tot en met 2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De lager opgeleiden in deze tabel wijken af van de standaard CBS-indeling van de laag opgeleiden. In deze tabel worden personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen volgens de Standaard Onderwijsindeling (SOI) tot de laag opgeleiden gerekend:
- 111 Basisonderwijs:
01001 geen onderwijs gevolgd
01002 onderwijs aan kleuters
01003 basisonderwijs groep 3-8
01004 (basis)educatie
- 121 VMBO-basisberoep/kaderberoeps, mbo1:
01006 praktijkonderwijs
01016 overige beroepsopleiding of cursus met lager niveau
01007 assistentenopleiding (web) bol
01008 assistentenopleiding (web) bbl (incl. geen aanduiding leerweg)
01005 gemeenschappelijke leerjaren avo
01013 vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
01015 lbo, vbo.
Ten opzichte van de standaard CBS-indeling van laag opgeleiden worden de personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen niet tot de lager opgeleiden gerekend:
- 122 VMBO-gemengd/theoretisch, avo onderbouw:
01009 havo, vwo leerjaar 1-3
01010 mms, hbs, gymnasium leerjaar 1-3
01011 voortgezet speciaal onderwijs
01012 mavo
01014 vmbo theoretische- of gemengde leerweg.
Lager opgeleiden, percentage
Vijfjaarsgemiddelde van het percentage lager opgeleiden in de beroepsbevolking voor de jaren 2012 tot en met 2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De lager opgeleiden in deze tabel wijken af van de standaard CBS-indeling van de laag opgeleiden. In deze tabel worden personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen tot de laag opgeleiden gerekend:
- 111 Basisonderwijs:
01001 geen onderwijs gevolgd
01002 onderwijs aan kleuters
01003 basisonderwijs groep 3-8
01004 (basis)educatie
- 121 VMBO-basisberoep/kaderberoeps, mbo1:
01006 praktijkonderwijs
01016 overige beroepsopleiding of cursus met lager niveau
01007 assistentenopleiding (web) bol
01008 assistentenopleiding (web) bbl (incl. geen aanduiding leerweg)
01005 gemeenschappelijke leerjaren avo
01013 vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
01015 lbo, vbo.
Ten opzichte van de standaard CBS-indeling van laag opgeleiden worden de personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen niet tot de lager opgeleiden gerekend:
- 122 VMBO-gemengd/theoretisch, avo onderbouw:
01009 havo, vwo leerjaar 1-3
01010 mms, hbs, gymnasium leerjaar 1-3
01011 voortgezet speciaal onderwijs
01012 mavo
01014 vmbo theoretische- of gemengde leerweg.
Sociale zekerheid
Het publieke stelsel dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor natuurlijke personen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid.
Het bestaat uit werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen worden samen aangeduid als sociale verzekeringen.
Instroom werkregeling Wajong
Het publieke stelsel dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor natuurlijke personen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid.
Het bestaat uit werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen worden samen aangeduid als sociale verzekeringen.

inst_wj: Instroom werkregeling Wajong [aantal]
De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) in de jaren 2012 tot en met 2014 voor de gemeentelijke indeling 2017.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong):
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Met het van kracht worden van de Participatiewet m.i.v. januari 2015 kunnen alleen jonggehandicapten, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, nog instromen in de wet Wajong. Jonggehandicapten die nog kunnen werken, kunnen vanaf januari 2015 voor ondersteuning bij het zoeken naar werk terecht bij gemeenten.
Jongeren die vóór 2015 al een Wajong-uitkering hadden, houden deze uitkering.

Wet Werkregeling Wajong:
Om zoveel mogelijk Wajongers aan het werk te krijgen en te houden geldt vanaf 2010 de Wet Wajong voor nieuwe arbeidsongeschikte jongeren. Kort samengevat: vanaf het 18de jaar bekijkt men welke mogelijkheden er zijn om te werken. Die mogelijkheden worden vastgelegd in een participatieplan en de jongeren komen na school in de werkregeling Wajong. Op het 27ste jaar vindt een definitieve beoordeling plaats.
Instroom wachtlijst WSW
De cumulatieve omvang van de instroom op de wachtlijst van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de jaren 2012 tot en met 2014 voor de gemeentelijke indeling 2017.

Wet sociale werkvoorziening (WSW)
Mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap kunnen vaak moeilijk een baan vinden. Zij hebben een hoge mate van begeleiding nodig.
Met de WSW geeft de overheid deze mensen de kans om toch te werken en in hun eigen onderhoud te voorzien. Om in aanmerking te komen voor de WSW moet je een WSW-indicatie hebben.
Mensen met een WSW-indicatie kunnen in aanmerking komen voor een WSW-dienstbetrekking of een begeleid werken dienstbetrekking. Bij een WSW-dienstbetrekking zijn zij in dienst van een gemeente (sociale werkplaats).
Bij een begeleid werken dienstbetrekking is er sprake van een arbeidsovereenkomst bij een reguliere werkgever (WSW regulier dienstverband). Vaak kunnen mensen nadat zij een WSW-indicatie hebben gekregen niet direct aan de slag maar staan ze eerst een tijdje op de wachtlijst (WSW wachtlijst).

WSW-registratie.
De bron voor deze indicator is de WSW-registratie van Panteia. In de WSW-registratie zijn gegevens verzameld van alle personen die geïndiceerd zijn voor de WSW, op de wachtlijst staan, een dienstbetrekking hebben en werken onder begeleiding bij een reguliere werkgever. Deze registratie wordt door CBS niet gebruikt om reguliere statistieken mee te publiceren, maar alleen in maatwerkonderzoek gebruikt. CBS voert geen controles uit op de kwaliteit van de gegevens in deze registratie en kan dus ook niet instaan voor de kwaliteit van de gegevens in de registratie. Het CBS heeft toestemming gekregen van het ministerie van SZW om deze gegevens in dit maatwerkonderzoek te gebruiken.
Instroom werkregeling Wajong excl. WSW
De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling Wajong gecorrigeerd voor de instroom op de wachtlijst van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de jaren 2012 tot en met 2014, per gemeente voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Als iemand zowel instroomt in de werkregeling Wajong als op de wachtlijst van de WSW dan wordt deze persoon niet meegeteld in dit cijfer.
Personen met bijstand tot AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de pensioengerechtigde (AOW-)leeftijd met een bijstands(gerelateerde) uitkering op 31-12-2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Inbegrepen zijn uitkeringen in het kader van:
- de Wet werk en bijstand (WWB);
- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);
- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
- het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) en
- Bijstand aan (overige) adreslozen.

De cijfers over het aantal personen met een bijstandsuitkering in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal personen met een bijstandsuitkering. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 31 december 2015 gaan.
Jeugdwet
Wettelijke verplichting voor gemeenten om zorg aan jongeren te bieden.
De Jeugdwet wordt op 1 januari 2015 ingevoerd als samenvoeging van de Wet op de jeugdzorg (Wjz), de langdurige jeugd-gehandicaptenzorg en -geestelijke gezondheidszorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de jeugd-geestelijke gezondheidszorg uit de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Jeugdwet regelt de ondersteuning, hulp en zorg voor jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen, met psychische en psychiatrische problemen of met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. Daarnaast regelt de wet de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering.
In de Jeugdwet is de leeftijdsgrens gesteld op 18 jaar voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen. Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste levensjaar, voor zover deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt. Voor jeugdhulp die verstrekt wordt in verband met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking die voorheen viel onder zorg als bedoeld bij of krachtens de AWBZ of Zvw geldt echter de leeftijdsgrens van 18 jaar. Voor jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing geldt op basis van het wetsvoorstel Jeugdwet geen leeftijdsgrens.
Onder dit onderwerp zijn in deze tabel de gegevens terug te vinden die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Jeugdwet.
Inwoners tot 18 jaar
Het aantal inwoners tot 18 jaar op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal inwoners in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal inwoners.
Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 31 december 2015 gaan.
Minderjarige kinderen in particuliere hh
Minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met het gehele jaar inkomen (exclusief studentenhuishoudens) op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.
Totaal minderjarige kinderen
Aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met het gehele jaar inkomen (exclusief studentenhuishoudens) op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.
Inkomen hh tot 120% sociaal minimum
Aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.

Inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum
Om te kunnen beoordelen hoe het besteedbaar inkomen van een huishouden zich verhoudt tot het sociale minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen, bijvoorbeeld, is gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) Kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW (uitkering in het kader van de algemene ouderdomswet) als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan valt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum. Daarom is niet 100%, maar 120% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.

De cijfers over kinderen in huishoudens tot 120% sociaal minimum in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over kinderen in huishoudens tot 120% sociaal minimum. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 31 december 2014 gaan.
Inkomen hh tot 120% sociaal minimum %
Minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen tot 120 procent sociaal minimum als percentage van het totaal aantal minderjarige kinderen op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.

Inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum
Om te kunnen beoordelen hoe het besteedbaar inkomen van een huishouden zich verhoudt tot het sociale minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen, bijvoorbeeld, is gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) Kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW (uitkering in het kader van de algemene ouderdomswet) als norm gekozen. Het waargenomen inkomen van huishoudens die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan valt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum. Daarom is niet 100%, maar 120% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.

De cijfers over kinderen in huishoudens tot 120% sociaal minimum in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over kinderen in huishoudens tot 120% sociaal minimum. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 31 december 2014 gaan.
Particuliere huishoudens
Een particulier huishouden is een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en zichzelf daar particulier, dat wil zeggen niet bedrijfsmatig voorziet in huisvesting en dergelijke levensbehoeften.
Totaal particuliere huishoudens
Het totaal aantal particuliere huishoudens op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal particuliere huishoudens in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal particuliere huishoudens.
Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 31 december 2015 gaan.
Meerpersoonshuishoudens met kinderen
Het aantal meerpersoonshuishouden met thuiswonende kinderen op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook inbegrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.

De cijfers over het aantal meerpersoonshuishoudens in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal meerpersoonshuishoudens.
Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 31 december 2015 gaan.
Totaal
Jongste kind tot 6 jaar
Jongste kind 6 tot 12 jaar
Jongste kind 12 tot 18 jaar
Eenouderhuishoudens
Het aantal particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met de ouder die tot het huishouden behoort.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.

De cijfers over het aantal eenouderhuishoudens in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal eenouderhuishoudens.
Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 31 december 2015 gaan.
Totaal
Met 2 of meer kinderen
Bijstandshuishoudens
Huishoudens met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Eenouderhuishoudens
Eenouderhuishoudens die bijstand ontvangen.
Onder bijstand wordt hier verstaan uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Driejaarsgemiddelde
Het gemiddeld aantal eenouderhuishoudens met bijstand voor de jaren 2013 tot en met 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Het gemiddelde is berekend door de aantallen voor de drie peilmomenten op te tellen en te delen door drie.
2015
Het aantal eenouderhuishoudens met bijstand op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2014
Het aantal eenouderhuishoudens met bijstand op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2013
Het aantal eenouderhuishoudens met bijstand op 31 december 2013 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Eenouderhuishoudens met kind <18 jaar
Eenouderhuishoudens met één of meer minderjarige kinderen die bijstand ontvangen.
Onder bijstand wordt hier verstaan uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstan0dsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Driejaarsgemiddelde
Het gemiddeld aantal eenouderhuishoudens met één of meer minderjarige kinderen met bijstand voor de jaren 2013 tot en met 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Het gemiddelde is berekend door de aantallen voor de drie peilmomenten op te tellen en te delen door drie.
2015
Het aantal eenouderhuishoudens met één of meer minderjarige kinderen met bijstand op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2014
Het aantal eenouderhuishoudens met één of meer minderjarige kinderen met bijstand op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2013
Het aantal eenouderhuishoudens met één of meer minderjarige kinderen met bijstand op 31 december 2013 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Meerpersoonshuishoudens met kinderen
Bijstandshuishoudens met één of meer minderjarige kinderen.
Onder bijstand wordt hier verstaan uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Driejaarsgemiddelde
Het gemiddeld aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar voor de jaren 2013 tot en met 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Het gemiddelde is berekend door de aantallen voor de drie peilmomenten op te tellen en te delen door drie.
2015
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2014
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
2013
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2013 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Ouders met lang psychisch medicijngebr.
Aantal ouders van kinderen in de leeftijd tot 18 jaar met langdurig psychisch medicijngebruik in het jaar 2013 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Deze indicator beschrijft hoeveel ouders van kinderen in de leeftijd tot 18 jaar in het jaar 2013 gebruik heeft gemaakt van medicijnen voor chronische psychische aandoeningen.

Langdurig psychisch medicijngebruik:
Om te kijken welke personen gebruik hebben gemaakt van medicijnen voor chronische psychische aandoeningen, is gebruik gemaakt van een bestand van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG). Dit bestand bevat informatie over alle verzekerden met een basisverzekering (zorg) in 2014. Op basis van hun declaratiegedrag zijn chronisch zieken ingedeeld in zogenaamde Farmaceutische Kosten Groepen (FKG). Deze psychische FKG’s zijn gebaseerd op het medicijngebruik in 2013.
Een FKG is een groep medicijnen die past bij een bepaalde chronische aandoening. Iemand valt binnen een FKG als hij of zij minimaal 180 dagen per jaar medicijnen gebruikt voor een bepaalde aandoening. De volgende FKG’s worden in dit onderzoek gerekend tot chronische psychische aandoeningen: psychose, psychose depot, chronische stemmingsstoornissen, verslaving, bipolair regulier, bipolair complex, adhd, ‘psychose, alzheimer, verslaving’ en depressie.

Huishoudens met inkomen
De uitkomsten hebben betrekking op alle huishoudens in Nederland met inkomen (incl. personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven).
Totaal huishoudens met inkomen
Totaal aantal huishoudens met inkomen (incl. personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven) op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.
Huishoudens
Aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Paar, alleen kinderen < 18 jaar
(Echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen zonder anderen.
De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol. Paren zijn zowel echtparen als personen die samenwonen met een vaste partner.      
Huishoudens
Aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Paar, minstens één kind >= 18 jaar
(Echt)paar met minstens één meerderjarig kind zonder anderen.
De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol. Paren zijn zowel echtparen als personen die samenwonen met een vaste partner.
Huishoudens
Aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2043 gaan.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Eenoudergezin, alleen kinderen < 18 jaar
Eenoudergezin met uitsluitend minderjarige kinderen zonder anderen.
De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol. Een eenoudergezin wordt gevormd door een hoofdkostwinner die niet samenwoont met een vaste partner, maar wel inwonende kinderen heeft.
Huishoudens
Aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Eenoudergezin, minstens één kind >= 18
Eenoudergezin met minstens één meerderjarig kind zonder anderen.
De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol. Een eenoudergezin wordt gevormd door een hoofdkostwinner die niet samenwoont met een vaste partner, maar wel inwonende kinderen heeft.

Huishoudens
Aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

De cijfers over particuliere huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over particuliere huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Jeugdwet over 2014 gaan.
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Wet maatschappelijke ondersteuning zoals ingegaan op 1 januari 2015.
Deze wet stelt gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen.
Onder dit onderwerp zijn in deze tabel de gegevens terug te vinden die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Wmo.
Inwoners
Het aantal inwoners op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal inwoners in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal inwoners. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
Totaal
Inwoners van 65 jaar of ouder
Huishoudens
Huishoudens worden onderscheiden in particuliere en institutionele huishoudens.
Ze omvatten niet alleen op zichzelf of in gezinsverband wonende personen (particuliere huishoudens), maar ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten (institutionele huishoudens).
Eenpersoonshuishoudens
Het aantal particuliere huishoudens bestaande uit één persoon op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal eenpersoonshuishoudens in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal eenpersoonshuishoudens. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
Huishoudens met inkomen
Het totaal aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

De cijfers over het aantal huishoudens met inkomen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal huishoudens met inkomen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2014 gaan.
Huish. met laag inkomen 2e-4e deciel
Het aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in 2014 in het 2e, 3e, of 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Huishoudens zijn in tien inkomensklasse verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens van geheel Nederland worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen van het voorafgaande jaar. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen (decielen). De huishoudens in het 2e, 3e en 4e deciel vormen in dit geval de groep 'relatief lage inkomens'.
De populatie omvat alle huishoudens inclusief studentenhuishoudens en institutionele huishoudens; huishoudens zonder (waargenomen) belastbaar inkomen zijn buiten beschouwing gelaten.
Een particulier huishouden bestaat uit een of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
Een institutioneel huishouden is gedefinieerd als een uit een of meer leden bestaande verzameling van personen, woonachtig in een tot bewoning bestemd gebouw of in een andere bewoonde ruimte, die daar door derden wordt voorzien van huisvesting en van dagelijkse levensbehoeften.
Huishoudens waarvan alle huishoudensleden een WSF-uitkering (Wet Studie Financiering) ontvangen behoren tot de groep studentenhuishoudens; werkstudenten behoren ook tot deze categorie.
Het 'besteedbaar inkomen' is het bruto-inkomen verminderd met de premies sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het bruto-inkomen omvat winst uit onderneming, bruto-inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals RWW, AOW, WAZ, WAJONG en WAO).

De cijfers over het aantal huishoudens met inkomens in het 2e, 3e, of 4e deciel in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal huishoudens met inkomens in het 2e, 3e, of 4e deciel. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2014 gaan.
Huish. met laag inkomen 2e-4e deciel %
Het aantal huishoudens op 31 december 2014 met inkomen in 2014 in het 2e, 3e, of 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling als percentage van het totaal aantal huishoudens met inkomen voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Huishoudens zijn in tien inkomensklasse verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens van geheel Nederland worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen van het voorafgaande jaar. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen (decielen). De huishoudens in het 2e, 3e en 4e deciel vormen in dit geval de groep 'relatief lage inkomens'.
De populatie omvat alle huishoudens inclusief studentenhuishoudens en institutionele huishoudens; huishoudens zonder (waargenomen) belastbaar inkomen zijn buiten beschouwing gelaten.
Een particulier huishouden bestaat uit een of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
Een institutioneel huishouden is gedefinieerd als een uit een of meer leden bestaande verzameling van personen, woonachtig in een tot bewoning bestemd gebouw of in een andere bewoonde ruimte, die daar door derden wordt voorzien van huisvesting en van dagelijkse levensbehoeften.
Huishoudens waarvan alle huishoudensleden een WSF-uitkering (Wet Studie Financiering) ontvangen behoren tot de groep studentenhuishoudens; werkstudenten behoren ook tot deze categorie.
Het 'besteedbaar inkomen' is het bruto-inkomen verminderd met de premies sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het bruto-inkomen omvat winst uit onderneming, bruto-inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals RWW, AOW, WAZ, WAJONG en WAO).

De cijfers over het aantal huishoudens met inkomens in het 2e, 3e, of 4e deciel in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal huishoudens met inkomens in het 2e, 3e, of 4e deciel. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2014 gaan.
Periodieke bijstanduitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.
Bijstandswetten zijn de Participatiewet (vanaf 2015) en de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015).
Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Een uitkering aan een (echt)paar wordt geteld als één uitkering aan twee personen.
Totaal
Het totaal aantal uitkeringen op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Bijstandswetten zijn de Participatiewet (vanaf 2015) en de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015).
Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

De cijfers over het aantal bijstandsuitkeringen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal bijstandsuitkeringen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
WWB uitkeringen
Het aantal uitkeringen aan thuiswonenden jonger dan 65 jaar op grond van de Wet Werk en Bijstand (tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Wet werk en bijstand (WWB)
De WWB is een wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Uitgangspunt van de wet is dat mensen zoveel mogelijk zelf in hun eigen onderhoud voorzien. De WWB regelt bijstand voor mensen die hiertoe niet in staat zijn en die geen beroep kunnen doen op een ander socialezekerheidswet. Uitvoering van de wet ligt bij de gemeente, die naast financiële steun ook hulp biedt bij re-integratie in het arbeidsproces. De WWB is per 1 januari 2015 op enkele punten aangepast en vervangen door de Participatiewet.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de WSW. Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.

De cijfers over het aantal bijstandsuitkeringen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal bijstandsuitkeringen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
IOAW uitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Wet inkomensvoorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
De IOAW biedt een inkomensgarantie op het niveau van het sociaal minimum aan oudere werkloze werknemers, van wie het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd. De wet is in werking getreden op 1 januari 1987 en is ingrijpend gewijzigd met ingang van 1 januari 1996. Het recht op een IOAW-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

De cijfers over het aantal IOAW-uitkeringen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal IOAW-uitkeringen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
IOAZ uitkeringen
Het aantal uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
De IOAZ biedt een inkomensgarantie op het niveau van het sociaal minimum aan gewezen zelfstandigen van 55 jaar en ouder, van wie het inkomen duurzaam minder bedraagt dan het sociaal minimum en die als gevolg daarvan het bedrijf of beroep hebben beëindigd. De wet is in werking getreden op 1 januari 1987 en is ingrijpend gewijzigd met ingang van 1 januari 1996. Het recht op een IOAZ-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

De cijfers over het aantal IOAZ-uitkeringen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal IOAZ-uitkeringen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
Uitkeringen aan adreslozen
Het aantal uitkeringen aan bijstandsontvangers zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Een beperkt aantal gemeenten is aangewezen om bijstand te verlenen aan adreslozen. Deze gemeenten zijn aangewezen in het Bijstandsbesluit adreslozen. Met ingang van 1999.

De cijfers over het aantal uitkeringen aan adreslozen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal uitkeringen aan adreslozen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
BBZ uitkeringen
Het aantal uitkeringen aan zelfstandigen ingevolge het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz) op 31 december 2015 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien. Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen. Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.

De cijfers over het aantal BBZ-uitkeringen in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal BBZ-uitkeringen. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2017 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo over 31 december 2015 gaan.
Woonkernen
Woonkernen (Gf-Fvw) zijn in de Financiële verhoudingswet (Fvw) omschreven als geïsoleerde rastervierkanten of aaneen gesloten gebieden van met zijden aan elkaar grenzende rastervierkanten van 500 bij 500 meter (volgens de Rijksdriehoekmeting) binnen een gemeente.
Ieder rastervierkant van een woonkern(Gf-Fvw) bevat ten minste 25 adressen.
De toevoeging (Gf-Fvw) geeft aan dat deze definitie wordt gehanteerd in het kader van de Financiële verhoudingswet (Fvw) die de uitkeringen uit het Gemeentefonds (Gf) regelt.
Met ingang van cijfers over 2015 worden deze afgeleid van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), waarbij aan verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen per 1 januari van het peiljaar aan een vierkant wordt toegekend.
Totaal woonkernen
Het totaal aantal woonkernen (Gf-Fvw) per gemeente volgens de indeling op 1 januari 2017.
Woonkernen met minimaal 500 adressen
Het aantal woonkernen (Gf-Fvw) met minimaal 500 adressen binnen een gemeente, volgens de indeling op 1 januari 2017.
Omgevingsadressendichtheid
Omgevingsadressendichtheid (OAD) in adressen / km² op 1 januari 2017.

De OAD is gedefinieerd als het gemiddeld aantal (hoofd)adressen dat een (hoofd)adres in zijn omgeving heeft. Als omgeving van een adres wordt een cirkel aangehouden met een straal van één kilometer rondom dat adres. Bij gemeentelijke en bovengemeentelijke indelingen is de adresgewogen OAD bepaald. Met ingang van cijfers over 2015 wordt het adres gedefinieerd als het hoofdadres van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen volgens de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Cijfers over 2014 en voorgaande jaren zijn gebaseerd op adressen van het Geografisch Basisregister (GBR).
Voor meer informatie over de OAD en zijn rol in de bepaling van de stedelijkheid van een gebied wordt verwezen naar het artikel: 'Een nieuwe maatstaf voor stedelijkheid: de omgevingsadressendichtheid' in de Maandstatistiek van de bevolking, jaargang 40, juli 1992, 14-27, CBS. De OAD wordt berekend op basis van de BAG vanaf 2015 of het Geografisch Basisregister (GBR) van januari van het peiljaar, waarbij aan alle (hoofd)adressen een vierkant is toegekend.
Lokaal klantenpotentieel
Aantal potentiële lokale klanten van de woonkernen in een gemeente op 1 januari 2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2017.

Het aantal potentiële lokale klanten van een woonkern is gedefinieerd als het aantal inwoners dat die kern aantrekt uit alle kernen binnen een straal van 20 kilometer. De som van het aantal potentiële lokale klanten over alle gemeenten is gelijk aan het landelijk inwonertal op 1 januari en is afgerond op 10-tallen. Het zijn definitieve cijfers.
Voorafgaand aan de bepaling van het klantenpotentieel wordt eerst het zwaartepunt van ieder van de betrokken woonkernen bepaald. Het zwaartepunt van iedere woonkern wordt vastgelegd als een X- en een Y-coördinaat (in eenheden van 500 meter). Deze coördinaten worden in de berekening gebruikt om de onderlinge afstanden van woonkernen te bepalen. De afstand van een woonkern (Fvw-Gf) tot zichzelf en de afstand van twee woonkernen (Fvw-Gf) minder dan een kilometer wordt ten behoeve van de berekeningen op één kilometer gesteld. Vervolgens wordt het inwonertal van iedere woonkern binnen een gemeente bepaald. Inwoners van een gemeente die niet in een woonkern wonen, worden aan de woonkernen van een gemeente toegedeeld naar rato van hun inwonertal.
Als eerste stap in de berekening van het lokaal plantenpotentieel wordt voor iedere woonkern in Nederland het aantal inwoners volgens een formule opgesplitst in aantallen potentiële klanten van de woonkernen. Verondersteld is dat de lokale aantrekkingskracht van een kern recht evenredig toeneemt met het aantal inwoners en afneemt met het kwadraat van de afstand tot die kern. Als tweede stap wordt per woonkern de aldus toegekende potentiële lokale klanten opgeteld. Het klantenpotentieel van een gemeente wordt verkregen door het aantal potentiële klanten van alle woonkernen binnen de gemeente te sommeren.
Het peilmoment van definitieve cijfers ten behoeve van de Wmo naar gemeentelijke indeling 2017 is 1 januari 2016. Tijdens de berekeningen van het lokaal klantenpotentieel worden de zwaartepunten van de kernen en hun gewicht per gemeente bepaald. Hierdoor wijken deze berekende cijfers af van het lokaal klantenpotentieel zoals berekend in de tabel “Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)” voor de Algemene Uitkeringen uit het Gemeentefonds waar definitieve cijfers naar gemeentelijke indeling 2017 worden berekend met cijfers van het peilmoment 1 januari 2017.