Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken, 2014-2021

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken, 2014-2021

Persoonskenmerken Marges Perioden Beperkingen Personen met een GALI beperking (%) Beperkingen Slaapproblemen, 12 jaar of ouder (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in horen (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in zien (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in bewegen (%) Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal) Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal)
Totaal personen Waarde 2021 28,4 21,8 10,8 0,2 1,9 2,8 3,4 7,3 10,1 0,2 2,2 17,6 0,3 1,9
Totaal personen Ondergrens 95%-interval 2021 27,3 20,8 10,1 0,2 1,8 2,4 3,0 6,7 8,9 0,2 2,0 16,2 0,3 1,8
Totaal personen Bovengrens 95%-interval 2021 29,4 22,9 11,6 0,2 2,0 3,3 3,9 8,0 11,3 0,3 2,4 19,2 0,4 2,1
Geslacht: Mannen Waarde 2021 25,3 17,1 8,5 0,2 1,9 3,2 3,0 4,9 7,9 0,2 2,2 12,6 0,3 2,1
Geslacht: Mannen Ondergrens 95%-interval 2021 23,9 15,8 7,6 0,1 1,7 2,7 2,4 4,2 6,6 0,1 1,9 11,0 0,2 1,8
Geslacht: Mannen Bovengrens 95%-interval 2021 26,8 18,5 9,5 0,2 2,1 3,9 3,6 5,7 9,5 0,2 2,6 14,5 0,3 2,3
Geslacht: Vrouwen Waarde 2021 31,4 26,4 13,1 0,2 1,8 2,4 3,9 9,7 12,1 0,3 2,2 22,3 0,4 1,8
Geslacht: Vrouwen Ondergrens 95%-interval 2021 29,8 24,9 11,9 0,2 1,7 1,9 3,3 8,7 10,3 0,2 1,9 20,0 0,4 1,7
Geslacht: Vrouwen Bovengrens 95%-interval 2021 32,9 28,0 14,3 0,3 2,0 3,0 4,7 10,8 14,1 0,3 2,5 24,7 0,5 2,0
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2021 7,8 . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 5,9 . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 10,3 . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2021 8,6 16,2 3,8 0,1 . 0,5 1,6 2,5 . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 6,2 12,8 2,3 0,0 . 0,1 0,7 1,3 . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 11,8 20,4 6,4 0,1 . 2,0 3,4 4,8 . . . . . .
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2021 13,4 18,2 1,7 0,0 . 0,0 1,7 0,0 . . . . . .
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 10,1 14,4 0,8 0,0 . . 0,8 . . . . . . .
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 17,4 22,8 3,8 0,0 . . 3,8 . . . . . . .
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2021 17,9 24,0 3,2 0,1 . 1,2 1,2 1,5 . . . . . .
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 15,4 21,0 2,1 0,0 . 0,6 0,6 0,8 . . . . . .
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 20,9 27,2 4,8 0,1 . 2,5 2,4 2,9 . . . . . .
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2021 20,9 20,8 4,4 0,1 . 1,6 1,4 1,7 . . . . . .
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 18,3 18,2 3,2 0,0 . 0,9 0,8 1,0 . . . . . .
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 23,9 23,7 6,1 0,1 . 2,8 2,5 2,9 . . . . . .
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2021 25,4 21,3 7,1 0,1 . 1,1 3,0 4,1 . . . . . .
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 22,6 18,7 5,5 0,1 . 0,6 2,0 2,9 . . . . . .
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 28,5 24,2 9,1 0,1 . 2,1 4,5 5,8 . . . . . .
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2021 35,1 28,4 14,3 0,3 . 4,1 6,1 7,6 . . . . . .
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 31,1 24,6 11,5 0,2 . 2,7 4,3 5,6 . . . . . .
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 39,2 32,4 17,6 0,3 . 6,3 8,7 10,4 . . . . . .
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2021 39,0 22,8 14,5 0,3 1,9 4,2 5,1 9,2 5,8 0,1 . 11,7 0,2 1,8
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 36,2 20,4 12,4 0,2 1,6 3,1 3,8 7,5 4,5 0,1 . 9,8 0,2 1,5
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 41,9 25,4 16,9 0,3 2,1 5,6 6,8 11,2 7,5 0,2 . 13,8 0,3 2,0
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2021 43,5 17,9 14,6 0,3 1,8 3,2 3,3 11,1 9,0 0,2 . 13,7 0,2 1,8
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 40,6 15,8 12,5 0,2 1,6 2,3 2,3 9,2 7,3 0,1 . 11,7 0,2 1,6
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 46,4 20,3 17,0 0,3 1,9 4,4 4,7 13,2 11,0 0,2 . 16,0 0,3 1,9
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2021 57,0 23,7 33,4 0,7 2,1 8,8 7,8 28,5 19,0 0,4 2,3 33,5 0,7 2,1
Leeftijd: 75 jaar of ouder Ondergrens 95%-interval 2021 53,1 20,5 29,7 0,6 1,9 6,8 5,9 25,0 16,0 0,3 1,9 29,8 0,6 1,9
Leeftijd: 75 jaar of ouder Bovengrens 95%-interval 2021 60,8 27,3 37,3 0,8 2,3 11,4 10,2 32,3 22,5 0,5 2,6 37,3 0,8 2,4
Leeftijd: 0 tot 12 jaar Waarde 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 0 tot 12 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 0 tot 12 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 18 jaar Waarde 2021 9,9 16,2 3,0 0,0 . 0,3 1,5 1,6 . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 18 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 7,7 13,3 1,8 0,0 . 0,1 0,8 0,8 . . . . . .
Leeftijd: 12 tot 18 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 12,7 19,5 4,7 0,1 . 1,2 2,9 3,0 . . . . . .
Leeftijd: 18 jaar of ouder Waarde 2021 32,1 22,3 11,5 0,2 1,9 3,0 3,6 7,8 . . . . . .
Leeftijd: 18 jaar of ouder Ondergrens 95%-interval 2021 31,0 21,3 10,7 0,2 1,8 2,6 3,1 7,1 . . . . . .
Leeftijd: 18 jaar of ouder Bovengrens 95%-interval 2021 33,3 23,4 12,4 0,2 2,0 3,5 4,1 8,5 . . . . . .
Positie: alleenstaande <40 jaar Waarde 2021 26,3 30,2 2,1 0,0 . 0,5 0,6 1,2 . . . . . .
Positie: alleenstaande <40 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 21,6 25,2 1,0 0,0 . 0,1 0,1 0,4 . . . . . .
Positie: alleenstaande <40 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 31,5 35,6 4,4 0,1 . 2,0 2,4 3,4 . . . . . .
Positie: alleenstaande 40 tot 65 jaar Waarde 2021 47,1 32,8 17,2 0,4 . 5,2 5,9 11,8 . . . . . .
Positie: alleenstaande 40 tot 65 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 42,2 28,3 13,6 0,2 . 3,4 3,8 8,8 . . . . . .
Positie: alleenstaande 40 tot 65 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 52,1 37,7 21,6 0,5 . 8,0 9,1 15,7 . . . . . .
Positie: alleenstaande >=65 jaar Waarde 2021 54,1 25,3 30,7 0,7 2,1 7,3 7,0 27,1 19,2 0,4 . 31,9 0,6 2,0
Positie: alleenstaande >=65 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 49,6 21,5 26,6 0,5 1,9 5,2 4,9 23,2 15,7 0,3 . 27,7 0,5 1,8
Positie: alleenstaande >=65 jaar Bovengrens 95%-interval 2021 58,6 29,6 35,2 0,8 2,4 10,2 9,9 31,5 23,2 0,5 . 36,4 0,8 2,3
Positie: kind <18 jaar, eenoudergezin Waarde 2021 11,1 . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind <18 jaar, eenoudergezin Ondergrens 95%-interval 2021 6,9 . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind <18 jaar, eenoudergezin Bovengrens 95%-interval 2021 17,4 . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind >= 18 jaar eenoudergezin Waarde 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind >= 18 jaar eenoudergezin Ondergrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind >= 18 jaar eenoudergezin Bovengrens 95%-interval 2021 . . . . . . . . . . . . . .
Positie: kind <18 jaar bij paar Waarde 2021 8,3 15,1 1,9 0,0 . 0,0 1,1 0,8 . . . . . .
Positie: kind <18 jaar bij paar Ondergrens 95%-interval 2021 6,7 12,0 1,0 0,0 . . 0,5 0,3 . . . . . .
Positie: kind <18 jaar bij paar Bovengrens 95%-interval 2021 10,2 18,8 3,5 0,0 . . 2,4 2,1 . . . . . .
Positie: kind >=18 jaar bij paar Waarde 2021 14,9 18,5 2,6 0,1 . 1,6 0,9 1,7 . . . . . .
Positie: kind >=18 jaar bij paar Ondergrens 95%-interval 2021 11,4 14,6 1,3 0,0 . 0,6 0,3 0,7 . . . . . .
Positie: kind >=18 jaar bij paar Bovengrens 95%-interval 2021 19,2 23,2 5,3 0,1 . 4,3 3,1 4,3 . . . . . .
Positie: ouder in eenoudergezin Waarde 2021 38,8 32,8 12,6 0,2 . 3,4 3,8 8,5 . . . . . .
Positie: ouder in eenoudergezin Ondergrens 95%-interval 2021 31,5 25,9 8,2 0,1 . 1,4 1,7 4,9 . . . . . .
Positie: ouder in eenoudergezin Bovengrens 95%-interval 2021 46,7 40,5 19,0 0,3 . 8,1 8,4 14,3 . . . . . .
Positie: partner in paar met kind Waarde 2021 23,4 18,8 7,0 0,1 1,5 2,0 3,1 2,8 5,7 0,1 . 8,7 0,2 .
Positie: partner in paar met kind Ondergrens 95%-interval 2021 21,5 17,1 5,9 0,1 1,4 1,4 2,3 2,1 3,7 0,1 . 6,1 0,1 .
Positie: partner in paar met kind Bovengrens 95%-interval 2021 25,5 20,7 8,3 0,1 1,7 2,8 4,1 3,7 8,9 0,2 . 12,4 0,2 .
Positie: partner paar <40, geen kind Waarde 2021 17,5 18,8 2,9 0,0 . 0,7 1,4 0,8 . . . . . .
Positie: partner paar <40, geen kind Ondergrens 95%-interval 2021 13,9 15,2 1,6 0,0 . 0,2 0,6 0,3 . . . . . .
Positie: partner paar <40, geen kind Bovengrens 95%-interval 2021 21,7 23,0 5,2 0,1 . 2,6 3,3 2,2 . . . . . .
Positie: partner paar 40-65, geen kind Waarde 2021 35,7 22,8 14,0 0,2 1,6 3,0 4,1 9,1 . . . . . .
Positie: partner paar 40-65, geen kind Ondergrens 95%-interval 2021 32,5 20,1 11,7 0,2 1,4 1,9 2,9 7,2 . . . . . .
Positie: partner paar 40-65, geen kind Bovengrens 95%-interval 2021 39,0 25,8 16,7 0,3 1,8 4,5 5,8 11,4 . . . . . .
Positie: partner paar >=65, geen kind Waarde 2021 46,0 17,0 18,1 0,3 1,8 4,5 4,3 13,8 9,5 0,2 2,1 16,5 0,3 2,0
Positie: partner paar >=65, geen kind Ondergrens 95%-interval 2021 43,2 15,0 15,9 0,3 1,7 3,5 3,2 11,9 7,8 0,2 1,8 14,4 0,3 1,8
Positie: partner paar >=65, geen kind Bovengrens 95%-interval 2021 48,7 19,2 20,4 0,4 2,0 5,9 5,6 16,0 11,4 0,3 2,5 18,8 0,4 2,2
Positie: overig lid Waarde 2021 20,4 25,6 10,2 0,2 . 3,7 4,9 6,3 . . . . . .
Positie: overig lid Ondergrens 95%-interval 2021 15,8 20,3 6,7 0,1 . 1,8 2,6 3,6 . . . . . .
Positie: overig lid Bovengrens 95%-interval 2021 25,9 31,7 15,1 0,4 . 7,3 9,0 10,6 . . . . . .
Migratieachtergrond: Nederland Waarde 2021 28,8 20,8 9,8 0,2 1,8 2,6 2,5 6,8 9,3 0,2 2,2 15,9 0,3 1,9
Migratieachtergrond: Nederland Ondergrens 95%-interval 2021 27,6 19,7 9,0 0,2 1,7 2,2 2,1 6,2 8,1 0,2 2,0 14,4 0,3 1,8
Migratieachtergrond: Nederland Bovengrens 95%-interval 2021 30,0 22,0 10,6 0,2 1,9 3,1 3,0 7,6 10,6 0,2 2,5 17,5 0,3 2,1
Migratieachtergrond: westers Waarde 2021 28,8 21,3 10,9 0,2 . 3,1 3,3 6,9 11,1 0,3 . 23,5 0,4 .
Migratieachtergrond: westers Ondergrens 95%-interval 2021 25,7 18,4 8,8 0,1 . 2,0 2,2 5,3 7,9 0,2 . 18,9 0,3 .
Migratieachtergrond: westers Bovengrens 95%-interval 2021 32,1 24,5 13,3 0,3 . 4,6 4,9 9,0 15,4 0,4 . 28,7 0,5 .
Migratieachtergrond: 1e gen westers Waarde 2021 27,5 19,3 11,3 0,2 . 2,7 4,8 7,0 10,8 0,3 . 25,6 0,4 .
Migratieachtergrond: 1e gen westers Ondergrens 95%-interval 2021 22,9 15,3 8,2 0,1 . 1,4 2,8 4,7 6,3 0,1 . 18,5 0,3 .
Migratieachtergrond: 1e gen westers Bovengrens 95%-interval 2021 32,5 24,0 15,3 0,3 . 5,1 8,0 10,3 17,9 0,5 . 34,2 0,6 .
Migratieachtergrond: 2e gen westers Waarde 2021 29,8 22,9 10,5 0,2 . 3,3 2,1 6,9 11,4 0,3 . 22,0 0,4 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar van 2014 tot en met 2021

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 6 januari 2023:
Geen. Deze tabel wordt stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel is opgevolgd door de tabel Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beperkingen
Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).
Personen met een GALI beperking
Percentage personen dat vanwege problemen met de gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen / kinderen gewoonlijk doen. Deze internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Deze indicator wordt bepaald voor personen van 4 jaar of ouder.
In 2014 werd deze indicator bepaald aan de hand van 2 vragen, in 2015 zijn beide vragen in 1 vraag gecombineerd. Dit lijkt de uitkomst echter niet of nauwelijks te hebben beïnvloed.
Slaapproblemen, 12 jaar of ouder
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie ‘nogal’, ‘veel’ of ‘heel veel’ op de vraag ‘In welke mate heeft u in de afgelopen 2 weken last gehad van problemen met slapen? Denkt u hierbij aan moeite met in slaap vallen, moeite om door te slapen, of te vroeg wakker worden.
Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Beperkingen per persoon
Het gemiddeld aantal OESO-beperkingen per persoon in de bevolking van 12 jaar of ouder, gemeten met behulp van de OESO-indicator.
Beperkingen per persoon met beperking
Het gemiddeld aantal OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de OESO-indicator.
Personen met beperking in horen
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in horen (volgens de OESO indicator).
Personen met beperking in zien
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator).
Personen met beperking in bewegen
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 3 vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator).
Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op vragen over de volgende 11 verrichtingen:
1. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
2. In- en uit bed stappen
3. De trap op- en aflopen
4. Eten en drinken
5. Aan- en uitkleden
6. Het gezicht en de handen wassen
7. In bad gaan of douchen
8. Van het toilet gebruik maken
9. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
10. De woning verlaten en binnengaan
11. Zich verplaatsen buitenshuis
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De eerste drie vragen kennen een 5e antwoordcategorie: zelfs niet met hulp van anderen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 ADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 11 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' of ‘zelfs niet met hulp van anderen’ antwoordt.
Beperkingen per persoon
Het gemiddeld aantal ADL-beperkingen per persoon in de bevolking van 55 jaar of ouder, gemeten met behulp van de ADL-indicator.
Beperkingen per persoon met beperking
Het gemiddeld aantal ADL-beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de ADL-indicator.
Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder
De IADL (instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen) vraagt naar huishoudelijke activiteiten waar sommige mensen moeite mee kunnen hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. De IADL-indicator is gebaseerd op vragen over de volgende 7 verrichtingen:
1. Maaltijden bereiden
2. Telefoneren
3. Boodschappen doen
4. Op tijd de juiste medicijnen innemen
5. Licht huishoudelijk werk
6. Zwaar huishoudelijk werk
7. Het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie
De 5 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan ik niet; niet van toepassing / heb ik nooit gedaan of hoeven doen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 IADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Beperkingen per persoon
Het gemiddeld aantal IADL-beperkingen per persoon in de bevolking van 55 jaar of ouder, gemeten met behulp van de IADL-indicator.
Beperkingen per persoon met beperking
Het gemiddeld aantal IADL-beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de IADL-indicator.