Overheid; schuldgaranties, buiten balans PPS, niet-renderende leningen

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat schuldgaranties afgegeven door de sector overheid, de buiten de overheidsbalans vallende kapitaalgoederenvoorraad van publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS) en niet-renderende leningen verstrekt door de overheid. De gegevens zijn ook beschikbaar per subsector van de sector overheid, en betreffen de standen aan het eind van het jaar.
De niet-renderende leningen in deze tabel zijn geconsolideerd. Dit wil zeggen dat onderlinge leningen worden geëlimineerd. Als gevolg daarvan tellen de niet-renderende leningen van de subsectoren niet op tot niet-renderende leningen van de sector overheid. Niet-renderende leningen van bijvoorbeeld de Rijksoverheid aan de lokale overheid maken deel uit van de niet-renderende leningen van de Rijksoverheid. Voor de niet-renderende leningen van de sector overheid tellen ze niet mee. Het zijn immers leningen die de overheid heeft verstrekt aan de overheid.
Met deze tabel wordt invulling gegeven aan EU-richtlijn 2011/85. Deze richtlijn maakt deel uit van zes Europese wetgevende maatregelen die bekend staan onder de naam 'Sixpack'.

Gegevens beschikbaar vanaf: stand van 31 december 2010.

Status van de cijfers:
De cijfers van de meeste recente eindstand van 2022 hebben de status voorlopig, de eerdere eindstanden hebben de status definitief.

Wijzigingen per 20 december 2023:
Er zijn nieuwe cijfers voor de eindstand van 2022 beschikbaar gekomen.
De definitieve cijfers van 2010 tot en met 2021 zijn herzien. De vorderingen van de Staat die voortkomen uit exportkredietverzekeringen, waren namelijk voorheen ten onrechte niet opgenomen als niet-renderende leningen. Die vorderingen ontstaan doordat de debiteuren hun betalingsverplichting aan de verzekerden niet nakomen. Aflossingen en rentebetalingen kunnen lang uitblijven. Daarom beschouwt het CBS deze vorderingen als niet-renderende leningen.
Verder zijn de cijfers voor 2020 en 2021 aangepast omdat een aantal leningen aan de Caribische delen van het Nederlands Koninkrijk eerder ten onrechte niet waren opgenomen als niet-renderende leningen.
Cijfers voor de eindstand 2021 zijn definitief geworden.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe voorlopige cijfers voor het voorgaande jaar worden in oktober gepubliceerd. De eerder gepubliceerde voorlopige cijfers krijgen dan de status definitief. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'Relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Waarde (in mln euro)
Schuldgaranties
Overeenkomsten waarbij de garantiegever zich er tegenover een leninggever toe verbindt om, als een leningnemer in gebreke blijft, de schade te vergoeden die de leninggever anders zou lijden.

In deze tabel gaat het om schuldgaranties, die verstrekt zijn door de sector overheid. Hieronder vallen onder andere:
- Garanties op interbancaire leningen als gevolg van de kredietcrisis.
- Garanties voor exportkredietverzekeringen.
- Garantieregelingen voor specifieke sectoren.
- Afzonderlijk verstrekte garanties aan individuele instellingen.

Onder schuldgaranties in deze tabel vallen niet:
- Garanties afgegeven door de overheid in het kader van de 'European Financial Stability Facility' (EFSF).
- Garanties gegeven voor het 'European Financial Stabilisation Mechanism' (ESFM) en het 'European Stability Mechanism' (ESM).
- Garanties van het type financieel derivaat.
- Achterborgstelling, zoals verstrekt door de overheid aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).
- Garanties in het kader van het depositogarantiestelsel.
- Garanties voor commercieel zeer moeilijk verzekerbare risico's, zoals natuurrampen en kernongevallen.
Eenmalige garanties
Schuldgarantie waarbij het bijbehorende risico niet met enige mate van nauwkeurigheid te berekenen valt, omdat vergelijkbare gevallen ontbreken.

De verlening van een eenmalige garantie wordt als een voorwaardelijk actief of voorwaardelijk passief beschouwd en wordt niet als een financieel actief of een financieel passief geregistreerd.
Niet-financiële overheidsondernemingen
Eenmalige garanties verstrekt door de overheid aan niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid.

De sector niet-financiële vennootschappen bestaat uit institutionele eenheden met eigen rechtspersoonlijkheid die marktproducent zijn en van wie de hoofdactiviteit bestaat in de productie van goederen en niet-financiële diensten.
Overheidsondernemingen zijn alle markteenheden, waarover de overheid zeggenschap heeft. Onder zeggenschap over een entiteit wordt verstaan het vermogen om het algemene beleid van die entiteit te bepalen. Zeggenschap kan direct door één overheidseenheid, dan wel indirect door meerdere overheidseenheden of overheidsondernemingen samen. Meer dan 50 procent aandelenbezit van de overheid is voldoende om zeggenschap vast te stellen. Stichtingen en ook sommige Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) zoals het Kadaster kunnen ook tot de overheidsondernemingen gerekend worden.
Of een tot eenheid onder zeggenschap van de overheid deel uitmaakt van de sector overheid dan wel een overheidsonderneming is, wordt bepaald aan de hand van het markt-/niet-markt criterium. Niet-markteenheden worden ingedeeld bij de sector overheid en markteenheden worden als overheidsonderneming beschouwd.

Voorbeelden van niet-financiële overheidsondernemingen zijn de NS en Schiphol.
Financiële overheidsondernemingen
Eenmalige garanties verstrekt door de overheid aan financiële instellingen in handen van de overheid.

Financiële instellingen is een institutionele sector van de economie die alle (quasi-)vennootschappen bevat met als hoofdfunctie financiële intermediatie, dat wil zeggen het aantrekken, transformeren en distribueren van financiële middelen.
Overheidsondernemingen zijn alle markteenheden, waarover de overheid zeggenschap heeft. Onder zeggenschap over een entiteit wordt verstaan het vermogen om het algemene beleid van die entiteit te bepalen. Zeggenschap kan direct door één overheidseenheid, dan wel indirect door meerdere overheidseenheden of overheidsondernemingen samen. Meer dan 50 procent aandelenbezit van de overheid in een vennootschap is voldoende om zeggenschap vast te stellen. Stichtingen en ook sommige Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen ook tot de overheidsondernemingen gerekend worden.
Of een tot eenheid onder zeggenschap van de overheid deel uitmaakt van de sector overheid dan wel een overheidsonderneming is, wordt bepaald aan de hand van het markt-/niet-markt criterium. Niet-markteenheden worden ingedeeld bij de sector overheid en markteenheden worden als overheidsonderneming beschouwd. Op deze algemene regel wordt alleen een uitzondering gemaakt voor bepaalde financiële instellingen die toezicht houden (bijv. AFM) op dan wel diensten leveren aan de financiële sector, en die worden geclassificeerd als financiële instellingen in handen van de overheid, ongeacht of zij een markt- dan wel een niet-markteenheid zijn.

Sinds de nationalisatie van ABN AMRO en SNS REAAL zijn deze banken ook financiële overheidsondernemingen. Andere voorbeelden van financiële overheidsondernemingen zijn Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Nederlandse Waterschapsbank (NWB).
Waarde (in % bbp)
Schuldgaranties
Overeenkomsten waarbij de garantiegever zich er tegenover een leninggever toe verbindt om, als een leningnemer in gebreke blijft, de schade te vergoeden die de leninggever anders zou lijden.

In deze tabel gaat het om schuldgaranties, die verstrekt zijn door de sector overheid. Hieronder vallen onder andere:
- Garanties op interbancaire leningen als gevolg van de kredietcrisis.
- Garanties voor exportkredietverzekeringen.
- Garantieregelingen voor specifieke sectoren.
- Afzonderlijk verstrekte garanties aan individuele instellingen.

Onder schuldgaranties in deze tabel vallen niet:
- Garanties afgegeven door de overheid in het kader van de 'European Financial Stability Facility' (EFSF).
- Garanties gegeven voor het 'European Financial Stabilisation Mechanism' (ESFM) en het 'European Stability Mechanism' (ESM).
- Garanties van het type financieel derivaat.
- Achterborgstelling, zoals verstrekt door de overheid aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).
- Garanties in het kader van het depositogarantiestelsel.
- Garanties voor commercieel zeer moeilijk verzekerbare risico's, zoals natuurrampen en kernongevallen.
Eenmalige garanties
Schuldgarantie waarbij het bijbehorende risico niet met enige mate van nauwkeurigheid te berekenen valt, omdat vergelijkbare gevallen ontbreken.

De verlening van een eenmalige garantie wordt als een voorwaardelijk actief of voorwaardelijk passief beschouwd en wordt niet als een financieel actief of een financieel passief geregistreerd.
Niet-financiële overheidsondernemingen
Eenmalige garanties verstrekt door de overheid aan niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid.

De sector niet-financiële vennootschappen bestaat uit institutionele eenheden met eigen rechtspersoonlijkheid die marktproducent zijn en van wie de hoofdactiviteit bestaat in de productie van goederen en niet-financiële diensten.
Overheidsondernemingen zijn alle markteenheden, waarover de overheid zeggenschap heeft. Onder zeggenschap over een entiteit wordt verstaan het vermogen om het algemene beleid van die entiteit te bepalen. Zeggenschap kan direct door één overheidseenheid, dan wel indirect door meerdere overheidseenheden of overheidsondernemingen samen. Meer dan 50 procent aandelenbezit van de overheid is voldoende om zeggenschap vast te stellen. Stichtingen en ook sommige Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) zoals het Kadaster kunnen ook tot de overheidsondernemingen gerekend worden.
Of een tot eenheid onder zeggenschap van de overheid deel uitmaakt van de sector overheid dan wel een overheidsonderneming is, wordt bepaald aan de hand van het markt-/niet-markt criterium. Niet-markteenheden worden ingedeeld bij de sector overheid en markteenheden worden als overheidsonderneming beschouwd.

Voorbeelden van niet-financiële overheidsondernemingen zijn de NS en Schiphol.
Financiële overheidsondernemingen
Eenmalige garanties verstrekt door de overheid aan financiële instellingen in handen van de overheid.

Financiële instellingen is een institutionele sector van de economie die alle (quasi-)vennootschappen bevat met als hoofdfunctie financiële intermediatie, dat wil zeggen het aantrekken, transformeren en distribueren van financiële middelen.
Overheidsondernemingen zijn alle markteenheden, waarover de overheid zeggenschap heeft. Onder zeggenschap over een entiteit wordt verstaan het vermogen om het algemene beleid van die entiteit te bepalen. Zeggenschap kan direct door één overheidseenheid, dan wel indirect door meerdere overheidseenheden of overheidsondernemingen samen. Meer dan 50 procent aandelenbezit van de overheid in een vennootschap is voldoende om zeggenschap vast te stellen. Stichtingen en ook sommige Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's) zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen ook tot de overheidsondernemingen gerekend worden.
Of een tot eenheid onder zeggenschap van de overheid deel uitmaakt van de sector overheid dan wel een overheidsonderneming is, wordt bepaald aan de hand van het markt-/niet-markt criterium. Niet-markteenheden worden ingedeeld bij de sector overheid en markteenheden worden als overheidsonderneming beschouwd. Op deze algemene regel wordt alleen een uitzondering gemaakt voor bepaalde financiële instellingen die toezicht houden (bijv. AFM) op dan wel diensten leveren aan de financiële sector, en die worden geclassificeerd als financiële instellingen in handen van de overheid, ongeacht of zij een markt- dan wel een niet-markteenheid zijn.

Sinds de nationalisatie van ABN AMRO en SNS REAAL zijn deze banken ook financiële overheidsondernemingen. Andere voorbeelden van financiële overheidsondernemingen zijn Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Nederlandse Waterschapsbank (NWB).