Musea; bezoeken, tarieven en type collectie, 1993 - 2013

Musea; bezoeken, tarieven en type collectie, 1993 - 2013

Perioden Musea (aantal) Openstelling Hele jaar open (% van totaal aantal musea) Openstelling Gedeelte van het jaar open (% van totaal aantal musea) Aard van de collectie Beeldende kunst (aantal) Aard van de collectie Geschiedenis (aantal) Aard van de collectie Natuurlijke historie (aantal) Aard van de collectie Bedrijf en techniek (aantal) Aard van de collectie Volkenkunde (aantal) Aard van de collectie Gemengde collectie (aantal) Bezoeken Tot 2 500 bezoeken (% van totaal aantal musea) Bezoeken 2 500 tot 10 000 bezoeken (% van totaal aantal musea) Bezoeken 10 000 tot 25 000 bezoeken (% van totaal aantal musea) Bezoeken 25 000 tot 50 000 bezoeken (% van totaal aantal musea) Bezoeken 50 000 tot 100 000 bezoeken (% van totaal aantal musea) Bezoeken 100 000 en meer bezoeken (% van totaal aantal musea) Soort entree Totaal bezoeken (x 1 000) Soort entree Betaalde bezoeken (vol tarief) (x 1 000) Soort entree Betaalde bezoeken (reductie) (x 1 000) Soort entree Bezoeken met museumkaart (x 1 000) Soort entree Gratis bezoeken (x 1 000) Soort entree Buitenlandse bezoeken (x 1 000) Entreeprijzen Kinderen (euro) Entreeprijzen Jeugd (euro) Entreeprijzen Volwassenen (euro) Entreeprijzen Senioren (euro) Tentoonstellingen In eigen museum (aantal) Tentoonstellingen Niet in eigen museum In andere ruimten in Nederland (aantal) Tentoonstellingen Niet in eigen museum In het buitenland (aantal) Rechtsvorm Overheidsinstelling (% van totaal aantal musea) Rechtsvorm Vereniging/stichting (% van totaal aantal musea) Rechtsvorm Overig (% van totaal aantal musea) Museumpersoneel Werkzame personen Totaal aantal werkzame personen (aantal) Museumpersoneel Werkzame personen In loondienst (aantal) Museumpersoneel Werkzame personen Overige bezoldigden (aantal) Museumpersoneel Mensjaren Totaal mensjaren (aantal) Museumpersoneel Mensjaren In loondienst (aantal) Museumpersoneel Mensjaren Overige bezoldigden (aantal) Museumpersoneel Vrijwilligers Personen (aantal) Museumpersoneel Vrijwilligers Mensjaren (aantal)
1995 744 65 35 75 380 67 149 18 55 28 31 20 10 5 6 21.921 14.287 . 1.947 5.686 . . . . . 1.898 186 54 . . . 6.320 5.115 1.205 4.896 4.065 830 . .
1997 942 76 24 102 491 50 260 20 19 39 28 16 8 5 4 20.266 14.578 . 2.804 2.883 . . . . . 2.032 157 110 . . . 6.708 5.312 1.396 5.071 3.942 1.129 . .
1999 902 63 37 109 451 59 255 18 10 35 29 19 8 5 4 20.679 14.012 . 3.225 3.441 3.969 2,59 . 4,47 3,69 2.249 246 55 . . . 7.694 6.148 1.545 5.198 4.404 794 16.205 .
2001 873 62 38 105 448 49 245 17 9 36 28 18 8 5 5 20.488 10.929 3.470 2.445 3.643 4.603 2,72 . 5,07 4,27 2.135 . . 17 73 10 8.285 6.283 2.002 5.478 4.424 1.054 17.888 2.330
2003 828 64 36 118 423 44 217 17 9 32 33 18 8 5 5 19.558 10.233 3.359 2.438 3.527 4.223 2,84 3,27 5,66 4,85 2.162 . . 16 77 7 8.496 6.567 1.929 5.837 4.731 1.106 19.693 2.357
2005 775 68 32 107 391 51 196 18 12 31 32 19 9 5 5 19.648 9.624 3.903 2.320 3.801 4.711 3,30 3,54 6,20 5,41 2.041 164 74 15 77 8 8.143 6.563 1.580 5.696 4.860 836 19.667 2.679
2007 773 67 33 118 383 54 190 17 11 31 31 19 9 5 5 20.540 10.162 4.043 2.643 3.692 5.437 3,76 4,19 6,99 6,20 2.420 171 78 12 80 8 8.598 6.760 1.839 6.016 5.013 1.003 21.329 3.015
2009 810 67 33 114 400 55 195 21 25 31 32 17 9 5 6 22.037 9.490 3.949 3.333 5.265 3.304 3,89 5,29 8,50 7,91 2.143 191 54 11 80 9 9.146 6.938 2.208 6.380 5.284 1.096 23.720 3.559
2011 788 67 33 62 472 34 196 24 0 32 30 16 9 6 6 23.138 10.836 4.105 4.187 4.010 5.160 3,89 5,70 9,68 9,24 1.974 241 64 10 80 10 11.580 8.060 3.520 6.779 5.527 1.252 29.205 4.669
2013 799 69 31 66 463 28 217 25 0 31 32 15 9 7 6 26.484 10.718 4.483 6.132 5.151 6.994 3,59 5,14 10,89 10,58 1.921 270 76 8 82 10 12.010 8.333 3.677 6.810 5.491 1.320 31.019 4.884
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat uitkomsten over openstelling, type collectie, het aantal bezoeken, tarieven, tentoonstellingen en personeel van musea.

Gegevens beschikbaar: 1993 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 6 oktober 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De tabel is stopgezet omdat de onderzoekspopulatie vanaf 2015 is herijkt. Daardoor zijn de resultaten van 1993 tot en met 2013 niet meer goed te vergelijken met de resultaten van 2015 en verder.

Toelichting onderwerpen

Musea
Een museum is een permanente instelling ten dienste van de samenleving en haar ontwikkeling, toegankelijk voor publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.
Openstelling
Hele jaar open
Vanaf 2011 50 weken of meer per jaar open.
Gedeelte van het jaar open
In verband met bijvoorbeeld het seizoen of verbouwing, minder dan 50 weken per jaar open.
Aard van de collectie
Verdeling van de musea naar zwaartepunt van de collectie. De collectie is de verzameling objecten waaraan het museum zijn bestaansrecht ontleent. Deze verzameling is (deels) toegankelijk gemaakt in expositieruimte(n). Een ander deel van de verzameling kan zich vanwege (expositie)-ruimtegebrek, kwetsbaarheid, restauratie, beleid en dergelijke in depot of elders bevinden.
Beeldende kunst
Kunst of toegepaste kunst. Hieronder vallen ook musea op het gebied van film en fotografie, beeldhouwkunst en architectuur.
Geschiedenis
Geschiedenis is inclusief cultuurhistorie en archeologie.
Natuurlijke historie
Betreft musea op het gebied van biologie, geologie, paleontologie en ecologie. Exclusief planten- en dierentuinen.
Bedrijf en techniek
Musea gericht op een van de exacte wetenschappen zoals astronomie, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, medische wetenschappen of technieken zoals bouwkunde, industriële processen, nijverheid en ambachten.
Volkenkunde
Musea op het gebied van etnografie en antropologie. Hieronder vallen musea op het gebied van sociale structuren, geloofsovertuigingen, gebruiken en traditionele kunst.
Gemengde collectie
Een museum waarvan de collectie uit stukken van verschillende aard bestaat en waarbij geen duidelijk zwaartepunt kan worden bepaald.
Bezoeken
Het aantal museumbezoeken, inclusief bezoeken van buitenlanders.
Tot 2 500 bezoeken
2 500 tot 10 000 bezoeken
10 000 tot 25 000 bezoeken
25 000 tot 50 000 bezoeken
50 000 tot 100 000 bezoeken
100 000 en meer bezoeken
Soort entree
Verdeling van het aantal museumbezoeken per jaar naar soort entree. Entree kan verkregen worden tegen betaling van vol tarief, tegen betaling van een gereduceerd tarief, met een museumkaart of gratis.
Totaal bezoeken
Betaalde bezoeken (vol tarief)
Betaalde bezoeken (reductie)
Bijvoorbeeld groepskortingen, CJP-voucher, NS-dagtochten en dergelijke.
Bezoeken met museumkaart
Aantal bezoeken door houders van de Museumkaart. Tot en met 2005 was dit inclusief bezoeken op vertoon van de NS-pas en/of Rabo-Europas.
---
De Museumkaart is een persoonsgebonden pas die een jaar lang onbeperkt toegang biedt tot de vaste collectie van circa vierhonderd musea in heel Nederland. Incidenteel wordt bij tijdelijke exposities een toeslag gevraagd. Er zijn musea - ook bekende - waar de kaart, om uiteenlopende redenen, niet geldig is. De musea die de kaart accepteren krijgen van de Museumvereniging per museum een bedrag vergoed per museumkaartbezoek.
Gratis bezoeken
Buitenlandse bezoeken
Entreeprijzen
De entreeprijs is het toegangstarief dat voor de bezichtiging van een collectie moet worden betaald. De gemiddelde entreeprijs is berekend over de niet-gratis musea en is gewogen naar het aantal betalende bezoeken.
Kinderen
Tot 2011 was de leeftijdsgroep waartoe een kind behoorde afhankelijk van wat een museum rekende tot deze leeftijdsgroep. Vanaf 2011 wordt hieronder de toegangsprijs voor een 10-jarige verstaan.
Jeugd
Tot 2011 was de leeftijdsgroep waartoe jeugd behoorde afhankelijk van wat een museum rekende tot deze leeftijdsgroep. Vanaf 2011 wordt hieronder de toegangsprijs voor een 15-jarige verstaan.
Volwassenen
Tot 2011 was de leeftijdsgroep waartoe volwassenen behoorde afhankelijk van wat een museum rekende tot deze leeftijdsgroep. Vanaf 2011 wordt hieronder de toegangsprijs voor een 25-jarige verstaan.
Senioren
Tot 2011 was de leeftijdsgroep waartoe senioren behoorde afhankelijk van wat een museum rekende tot deze leeftijdsgroep. Vanaf 2011 wordt hieronder de toegangsprijs voor een 65-jarige verstaan.
Tentoonstellingen
Aantal tijdelijke exposities van een collectie die plaatsvinden in een museum of door een museum wordt georganiseerd in een andere ruimte dan het eigen museum.
In eigen museum
Aantal tentoonstellingen door een museum georganiseerd in het eigen museum.
Niet in eigen museum
Tentoonstelling georganiseerd door een museum (al dan niet met derden) die elders (niet in eigen museum) plaatsvond.
In andere ruimten in Nederland
Aantal tentoonstellingen door een museum georganiseerd in een andere ruimte in Nederland. Voor de jaren 2001 en 2003 zijn geen gegevens beschikbaar.
In het buitenland
Aantal tentoonstellingen in het buitenland georganiseerd door een museum. Voor de jaren 2001 en 2003 zijn geen gegevens beschikbaar.
Rechtsvorm
Overheidsinstelling
Een instelling zonder winstoogmerk die onder toezicht staat en hoofdzakelijk wordt gefinancierd door de overheid.
Vereniging/stichting
Een vereniging is een rechtspersoon, opgericht als samenwerkingsverband tussen twee of meer personen (leden) om een bepaald doel te bereiken. Eventuele winst mag niet onder de leden worden verdeeld, maar moet ten goede komen aan het gekozen doel. De rechtspersoon heeft een democratische structuur. Hoogste macht heeft de Algemene Ledenvergadering die een bestuur benoemt voor de dagelijkse leiding. Een stichting is een rechtspersoon, bij notariële akte of testament opgericht door één of meer personen om een bepaald doel te bereiken met behulp van een vermogen. Er mag winst worden gemaakt maar deze moet ten goede komen aan een ideëel of maatschappelijk doel.
Overig
Overig, bijvoorbeeld een besloten vennootschap, een naamloze vennootschap of een eenmansbedrijf.
Museumpersoneel
Werkzame personen
Aantal personen in loondienst bij een museum en (eventuele) overige bezoldigden.
---
Het aantal personen in loondienst werd tot 2011 opgegeven naar de situatie aan het einde van het verslagjaar, vanaf 2011 betreft het gegevens over het gehele jaar.
Totaal aantal werkzame personen
In loondienst
Werknemers op de loonlijst in vaste dienst of voor bepaalde tijd.
Overige bezoldigden
Overige bezoldigden zijn uitzendkrachten, banenpoolers, stagiaires, freelancer met VAR verklaring, mensen met Melkertbanen, gedetacheerden, personen die werken in kader van de 'Wet Sociale Werkvoorziening' en dergelijke. Ook worden directeur/eigenaar en meewerkende familieleden (voor zover niet op de loonlijst) tot de overig bezoldigden gerekend.
Mensjaren
Een mensjaar is het arbeidsvolume van een voltijdfunctie over een geheel jaar gemeten volgens de in de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Een persoon die halftijds werkt, verricht een half mensjaar werk.
---
Het aantal mensjaren werd tot 2011 opgegeven naar de situatie aan het einde van het verslagjaar, vanaf 2011 betreft het gegevens over het gehele jaar.
Totaal mensjaren
In loondienst
Werknemers op de loonlijst in vaste dienst of voor bepaalde tijd.
Overige bezoldigden
Overige bezoldigden zijn uitzendkrachten, banenpoolers, stagiaires, freelancer met VAR verklaring, mensen met Melkertbanen, gedetacheerden, personen die werken in kader van de 'Wet Sociale Werkvoorziening' en dergelijke. Ook worden directeur/eigenaar en meewerkende familieleden (voor zover niet op de loonlijst) tot de overig bezoldigden gerekend.
Vrijwilligers
Een vrijwilliger is een persoon die onbetaald (met uitzondering van een eventuele beperkte onkostenvergoeding), zonder dienstverband of contract, bij een museum werkzaam is.
---
Het aantal vrijwilligers werd tot 2011 opgegeven naar de situatie aan het einde van het verslagjaar, vanaf 2011 betreft het gegevens over het gehele jaar.
Personen
Mensjaren
Een mensjaar is het arbeidsvolume van een voltijdfunctie over een geheel jaar gemeten volgens de in de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Een persoon die halftijds werkt, verricht een half mensjaar werk.