Landbouw; gewassen, dieren, grondgebruik en arbeid op nationaal niveau

Landbouw; gewassen, dieren, grondgebruik en arbeid op nationaal niveau

Perioden Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee voor de vleesproductie, totaal (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, mnl. (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, mnl. (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, >= 2 jr, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Stieren (>= 2 jaar) Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar) (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee voor de vleesproductie, totaal (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, mnl. (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, mnl. (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Jongvee voor de vleesproductie Jongvee vleesproductie, >= 2 jr, vrl. (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Stieren (>= 2 jaar) Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar) (aantal)
2023* 189.940 38.990 43.900 41.710 40.010 25.340 . 6.060 4.000 3.420 4.170 2.780 3.380 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op nationaal niveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren, hokdieren en arbeidskrachten.

Voor grondgebruik, gewassen en dieren wordt de oppervlakte respectievelijk het aantal dieren en het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd. Voor arbeidskrachten wordt voor de verschillende soorten arbeidskrachten het aantal personen, de arbeidsjaareenheden (aje) en het aantal bedrijven gepresenteerd.

Oppervlakten zijn afgerond op 10 hectare, aantal graasdieren en varkens op 10 stuks, aantal pluimvee, konijnen en edelpelsdieren op 100 stuks, arbeidskrachten en arbeidsjaareenheden op honderdtallen en aantal bedrijven op tientallen. Deze tabel is daardoor minder geschikt om kleine veranderingen tussen verschillende jaren waar te nemen. Hiervoor kan beter gebruik gemaakt worden van de regiotabel (zie hoofdstuk 3).

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in nge (Nederlandse grootte-eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers van 2023 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 30 november 2023: de voorlopige cijfers van 2023 zijn geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Graasdieren
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
Aantal dieren
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Jongvee voor de vleesproductie
Jongvee dat voor de productie van vlees wordt aangehouden (exclusief vleeskalveren).
Jongvee voor de vleesproductie, totaal
Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, jonger dan 1 jaar, vrouwelijk.
Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, mnl.
Jongvee voor de vleesproductie (inclusief ossen), jonger dan 1 jaar, mannelijk.
Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, van 1 tot 2 jaar, vrouwelijk.
Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, mnl.
Jongvee voor de vleesproductie (inclusief ossen), van 1 tot 2 jaar, mannelijk.
Jongvee vleesproductie, >= 2 jr, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, 2 jaar of ouder, vrouwelijk (nog nooit gekalfd).
Stieren (>= 2 jaar)
Stieren van 2 jaar en ouder voor de fokkerij of voor de vleesproductie.
Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)
Stieren voor vleesproductie (2 jaar of ouder).
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Jongvee voor de vleesproductie
Jongvee dat voor de productie van vlees wordt aangehouden (exclusief vleeskalveren).
Jongvee voor de vleesproductie, totaal
Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, jonger dan 1 jaar, vrouwelijk.
Jongvee vleesproductie, < 1 jaar, mnl.
Jongvee voor de vleesproductie (inclusief ossen), jonger dan 1 jaar, mannelijk.
Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, van 1 tot 2 jaar, vrouwelijk.
Jongvee vleesproductie, 1-2 jaar, mnl.
Jongvee voor de vleesproductie (inclusief ossen), van 1 tot 2 jaar, mannelijk.
Jongvee vleesproductie, >= 2 jr, vrl.
Jongvee voor de vleesproductie, 2 jaar of ouder, vrouwelijk (nog nooit gekalfd).
Stieren (>= 2 jaar)
Stieren van 2 jaar en ouder voor de fokkerij of voor de vleesproductie.
Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)
Stieren voor vleesproductie (2 jaar of ouder).