Overheid; inkomsten en uitgaven 1969 - 2013

Overheid; inkomsten en uitgaven 1969 - 2013

Sectoren Perioden Inkomsten Totaal inkomsten (mln euro) Inkomsten Belastingen Totaal belastingen (mln euro) Inkomsten Belastingen Belastingen op productie en invoer Totaal belastingen op prod. en invoer (mln euro) Inkomsten Belastingen Belastingen op inkomen en vermogen Totaal belast. op inkomen en vermogen (mln euro) Inkomsten Wettelijke sociale verzekeringspremies (mln euro) Inkomsten Verkopen van goederen en diensten (mln euro) Inkomsten Inkomen uit vermogen Totaal inkomen uit vermogen (mln euro) Inkomsten Inkomen uit vermogen Rente (mln euro) Inkomsten Inkomen uit vermogen Winstuitkeringen (mln euro) Inkomsten Inkomen uit vermogen Inkomen uit grond en minerale reserves (mln euro) Inkomsten Inkomensoverdrachten Totaal inkomensoverdrachten (mln euro) Inkomsten Kapitaaloverdr. excl. vermogensheffingen Totaal kapitaaloverdr. excl. vermogen... (mln euro) Inkomsten Overige inkomsten Totaal overige inkomsten (mln euro) Uitgaven Totaal uitgaven (mln euro) Uitgaven Beloning van werknemers Totaal beloning van werknemers (mln euro) Uitgaven Aankopen goederen en diensten (mln euro) Uitgaven Netto investeringen Netto investeringen in vaste activa Totaal netto invest. in vaste activa (mln euro) Uitgaven Netto investeringen Netto investeringen in vaste activa Bruto investeringen in vaste activa Totaal bruto invest. in vaste activa (mln euro) Uitgaven Netto investeringen Netto investeringen in vaste activa Afschrijvingen (-) (mln euro) Uitgaven Netto investeringen Veranderingen in voorraden (incl. kos... (mln euro) Uitgaven Saldo aan- en verkopen van niet-gepro... (mln euro) Uitgaven Inkomen uit vermogen Totaal inkomen uit vermogen (mln euro) Uitgaven Inkomen uit vermogen Rente (mln euro) Uitgaven Inkomen uit vermogen Inkomen uit grond en minerale reserves (mln euro) Uitgaven Uitkeringen Totaal uitkeringen (mln euro) Uitgaven Uitkeringen Sociale uitkeringen in geld Totaal sociale uitkeringen in geld (mln euro) Uitgaven Uitkeringen Sociale uitkeringen in natura Totaal sociale uitkeringen in natura (mln euro) Uitgaven Subsidies Totaal subsidies (mln euro) Uitgaven Inkomensoverdrachten Totaal inkomensoverdrachten (mln euro) Uitgaven Kapitaaloverdrachten Totaal kapitaaloverdrachten (mln euro) Uitgaven Overige uitgaven Totaal overige uitgaven (mln euro) Vorderingensaldo Totaal vorderingensaldo (mln euro) Exploitatiesaldo Totaal exploitatiesaldo (mln euro) Memorandumposten Aardgasbaten Totaal aardgasbaten (mln euro) Memorandumposten Werkelijke rente-inkomsten (mln euro) Memorandumposten Werkelijke rente-uitgaven (mln euro) Memorandumposten BNI-afdrachten (mln euro)
Overheid 2012* 278.149 135.339 68.367 65.589 95.780 19.825 18.489 2.853 4.635 11.001 2.385 222 6.109 302.089 58.649 45.505 3.040 19.997 -16.957 25 -584 10.995 10.984 11 139.988 69.079 70.909 7.923 10.282 4.781 4.528 -23.940 -26.421 14.533 2.828 12.361 3.916
Overheid 2013 4e kwartaal* 74.303 33.616 20.073 13.097 28.491 5.075 4.734 454 1.044 3.236 697 85 1.605 77.505 15.463 12.578 519 4.905 -4.386 2 -303 2.519 2.517 2 35.488 17.787 17.701 2.020 2.653 936 1.244 -3.202 -3.420 . 442 2.847 .
Overheid 2013* 285.269 138.381 70.773 65.876 98.359 19.563 20.396 2.553 6.224 11.619 2.494 302 5.774 300.029 57.474 46.220 2.435 19.568 -17.133 16 -3.918 10.427 10.417 10 143.433 72.906 70.527 7.839 10.577 4.086 4.307 -14.760 -13.293 15.064 2.503 11.774 4.480
Centrale overheid 2012* 154.969 126.361 63.095 61.884 0 6.184 15.810 1.636 3.614 10.560 2.861 670 3.083 173.373 18.141 14.965 995 6.508 -5.513 0 100 9.587 9.587 0 20.517 15.175 5.342 4.304 91.449 5.783 2.019 -18.404 -19.499 14.533 1.630 10.096 3.916
Centrale overheid 2013 4e kwartaal* 39.401 31.443 18.784 12.213 0 1.567 4.320 275 903 3.142 878 254 939 43.563 5.736 4.608 4 1.483 -1.479 0 -133 2.247 2.247 0 5.444 4.256 1.188 1.013 20.853 1.652 660 -4.162 -4.033 . 273 2.359 .
Centrale overheid 2013* 160.123 129.392 65.528 62.134 0 6.077 17.837 1.366 5.224 11.247 3.046 619 3.152 165.031 20.940 16.595 440 6.259 -5.819 0 -3.827 9.124 9.124 0 21.214 16.087 5.127 3.663 83.228 5.797 2.038 -4.908 -1.521 15.064 1.347 9.593 4.480
Rijk 2012* 150.492 126.171 62.905 61.884 0 3.201 15.783 1.609 3.614 10.560 2.533 483 2.321 168.852 12.823 11.048 297 3.929 -3.632 0 105 9.556 9.556 0 20.497 15.155 5.342 4.206 97.114 7.853 1.721 -18.360 -18.762 14.533 1.603 10.060 3.916
Rijk 2013 4e kwartaal* 38.239 31.400 18.741 12.213 0 818 4.306 261 903 3.142 775 213 727 42.475 3.304 3.262 -331 596 -927 0 -118 2.232 2.232 0 5.439 4.251 1.188 994 23.415 2.796 555 -4.236 -3.787 . 259 2.342 .
Rijk 2013* 155.306 129.216 65.352 62.134 0 2.951 17.802 1.331 5.224 11.247 2.684 436 2.217 160.950 12.018 11.492 -343 3.274 -3.617 0 -3.805 9.069 9.069 0 21.194 16.067 5.127 3.591 94.101 8.439 1.577 -5.644 -1.496 15.064 1.312 9.530 4.480
Overige centrale overheid 2012* 12.952 190 190 0 0 2.983 70 70 0 0 6.598 2.349 762 12.996 5.318 3.917 698 2.579 -1.881 0 -5 74 74 0 20 20 0 98 605 92 298 -44 -737 70 79
Overige centrale overheid 2013 4e kwartaal* 5.035 43 43 0 0 749 17 17 0 0 2.813 1.201 212 4.961 2.432 1.346 335 887 -552 0 -15 18 18 0 5 5 0 19 148 16 105 74 -246 17 20
Overige centrale overheid 2013* 19.040 176 176 0 0 3.126 64 64 0 0 11.824 2.915 935 18.304 8.922 5.103 783 2.985 -2.202 0 -22 84 84 0 20 20 0 72 589 90 461 736 -25 64 92
Lokale overheid 2012* 95.330 8.978 5.272 3.705 0 13.180 2.813 1.351 1.021 441 64.624 2.784 2.951 97.819 38.853 26.950 2.078 13.449 -11.371 25 -684 1.519 1.508 11 9.009 4.909 4.100 2.388 1.631 2.248 2.431 -2.489 -3.908 1.332 2.376
Lokale overheid 2013 4e kwartaal* 22.912 2.173 1.289 884 0 3.372 447 212 141 94 15.225 1.045 650 24.206 9.334 7.086 523 3.412 -2.889 2 -170 298 296 2 2.162 1.300 862 574 444 498 566 -1.294 -1.649 202 514
Lokale overheid 2013* 91.078 8.989 5.245 3.742 0 12.982 2.683 1.311 1.000 372 60.734 3.134 2.556 92.972 34.978 26.282 2.024 13.269 -11.245 16 -91 1.428 1.418 10 9.155 5.295 3.860 2.339 1.658 1.740 2.198 -1.894 -3.843 1.280 2.306
Gemeenten 2012* 49.449 5.017 3.772 1.244 0 8.519 1.730 511 797 422 31.203 1.657 1.323 52.318 10.746 13.746 1.246 8.323 -7.077 0 -916 1.096 1.085 11 7.492 4.416 3.076 530 9.040 1.380 881 -2.869 -3.199 503 1.728
Gemeenten 2013 4e kwartaal* 12.774 1.262 968 294 0 2.212 251 21 141 89 8.123 632 294 13.091 2.849 3.696 -120 1.714 -1.834 0 -293 208 206 2 1.849 1.159 690 135 2.488 229 216 -317 96 17 369
Gemeenten 2013* 49.468 5.167 3.906 1.259 0 8.268 1.628 465 809 354 31.426 1.805 1.174 51.695 10.424 13.498 706 7.853 -7.147 0 -363 1.024 1.014 10 7.615 4.775 2.840 535 9.261 1.008 840 -2.227 -2.570 452 1.674
Overige lokale overheid 2012* 54.738 3.961 1.500 2.461 0 4.661 1.084 841 224 19 41.699 1.705 1.628 54.358 28.107 13.204 832 5.126 -4.294 25 232 424 424 0 1.517 493 1.024 1.858 869 1.446 1.550 380 -709 830 649
Overige lokale overheid 2013 4e kwartaal* 12.601 911 321 590 0 1.160 196 191 0 5 9.377 601 356 13.578 6.485 3.390 643 1.698 -1.055 2 123 90 90 0 313 141 172 439 231 457 350 -977 -1.745 185 145
Overige lokale overheid 2013* 50.679 3.822 1.339 2.483 0 4.714 1.055 846 191 18 37.799 1.907 1.382 50.346 24.554 12.784 1.318 5.416 -4.098 16 272 404 404 0 1.540 520 1.020 1.804 888 1.310 1.358 333 -1.273 828 632
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2012* 115.232 0 0 0 95.780 461 69 69 0 0 18.829 18 75 118.279 1.655 3.590 -33 40 -73 0 0 92 92 0 110.462 48.995 61.467 1.231 1.131 0 78 -3.047 -3.014 69 92
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2013 4e kwartaal* 32.202 0 0 0 28.491 136 6 6 0 0 3.553 0 16 29.948 393 884 -8 10 -18 0 0 13 13 0 27.882 12.231 15.651 433 315 0 18 2.254 2.262 6 13
Wettelijke soc. verzekeringsinstellingen 2013* 113.187 0 0 0 98.359 504 47 47 0 0 14.211 0 66 121.145 1.556 3.343 -29 40 -69 0 0 46 46 0 113.064 51.524 61.540 1.837 1.188 0 71 -7.958 -7.929 47 46
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de inkomsten en uitgaven, het vorderingensaldo en het exploitatiesaldo van de sector overheid. Daarnaast worden enkele aanvullende gegevens over inkomsten en uitgaven weergegeven (memorandumposten). De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 1995). Om de toegankelijkheid van de tabel te verhogen, worden in sommige gevallen gangbare omschrijvingen van inkomsten- en uitgavencategorieën gebruikt in plaats van de termen uit de Nationale rekeningen. De betreffende Nationale rekeningen-term wordt dan in de toelichting vermeld. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen.

De gegevens in deze tabel zijn geconsolideerd, dat wil zeggen dat onderlinge stromen worden geëlimineerd. Als gevolg daarvan tellen de uitgaven en inkomsten van de subsectoren niet op tot de totale uitgaven en inkomsten van de overheid. Betalingen van bijvoorbeeld het rijk aan de gemeenten maken deel uit van de uitgaven van het rijk en de inkomsten van gemeenten. Voor de uitgaven en inkomsten van de totale overheid tellen ze niet mee, het zijn immers betalingen van de overheid aan de overheid.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens van 1969 tot en met 2013, kwartaalgegevens van 2005 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1969 in deze tabel zijn definitief. De meest recente jaren en kwartalen hebben nog een (nader) voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; inkomsten en uitgaven. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Inkomsten
Inkomsten van de sector overheid.
Totaal inkomsten
Inkomsten van de sector overheid .
Belastingen
Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd.

De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.
Totaal belastingen
Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie opgelegd.

De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.
Belastingen op productie en invoer
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.

Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen.
Totaal belastingen op prod. en invoer
Totaal belastingen op productie en invoer.
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.

Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen.
Belastingen op inkomen en vermogen
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, worden gerubriceerd onder de categorie vermogensheffingen.
Totaal belast. op inkomen en vermogen
Totaal belastingen op inkomen, vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven.
Wettelijke sociale verzekeringspremies
Premies die door huishoudens worden betaald aan wettelijke sociale verzekeringsinstellingen, verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen met sociale verzekeringsregelingen ter financiering van de sociale uitkeringen.
Verkopen van goederen en diensten
Opbrengst van producten die tegen een economisch significante prijs worden verkocht.

Dit komt overeen met het Nationale rekeningen-begrip Marktproductie.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.

Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Totaal inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.

Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Rente
Vergoeding voor het beschikken over geleend vermogen.

Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde stijging ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten die dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
Winstuitkeringen
Dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen.
Inkomen uit grond en minerale reserves
De betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en de betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
Inkomensoverdrachten
Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Totaal inkomensoverdrachten
Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Kapitaaloverdr. excl. vermogensheffingen
Kapitaaloverdrachten (exclusief vermogensheffingen).
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.

Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Totaal kapitaaloverdr. excl. vermogen...
Totaal kapitaaloverdrachten (exclusief vermogensheffingen).
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.

Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Overige inkomsten
Tot de overige inkomsten worden gerekend:
- Investeringen in eigen beheer;
- Subsidies;
- Toegerekende sociale premies.
Totaal overige inkomsten
Totaal van ontvangen investeringen in eigen beheer, subsidies en toegerekende sociale premies.
Uitgaven
Uitgaven door de sector overheid.
Totaal uitgaven
Uitgaven door de sector overheid.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's en medewerkers van sociale werkplaatsen behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.

De beloning van werknemers heeft twee componenten:
- lonen;
- sociale premies ten laste van werkgevers.
Totaal beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's en medewerkers van sociale werkplaatsen behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.

De beloning van werknemers heeft twee componenten:
- lonen;
- sociale premies ten laste van werkgevers.
Aankopen goederen en diensten
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabrikaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants.

Dit komt overeen met het Nationale rekeningen-begrip Intermediair verbruik.
Netto investeringen
Dit zijn zin de bruto investeringen verminderd met de afschrijvingen. De netto investeringen bestaan uit de netto investeringen in vaste activa en de Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden).
Netto investeringen in vaste activa
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt, verminderd met de afschrijvingen.

Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
Totaal netto invest. in vaste activa
Totaal netto investeringen in vaste activa.
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt, exclusief afschrijvingen.

Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
Bruto investeringen in vaste activa
Aankopen van geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt.

Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
Totaal bruto invest. in vaste activa
Totaal bruto investeringen in vaste activa.
Aankopen van geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt verminderd met de verkopen van vaste activa.

Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
Afschrijvingen (-)
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
Veranderingen in voorraden (incl. kos...
Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden).
Bij de overheid vallen onder deze post voornamelijk de aan- en verkopen van kostbaarheden zoals kunstwerken (schilderijen, beelden), waardevolle boeken of stenen.
Saldo aan- en verkopen van niet-gepro...
Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
Voornamelijk transacties in grond. Het belangrijkste deel wordt gevormd door de verkopen van bouwrijp gemaakte grond door gemeentelijke grondbedrijven aan investeerders in gebouwen en woningen. De waardering van de aan- en verkopen van grond is exclusief btw en overdrachtskosten; deze vormen een onderdeel van de investeringen in vaste activa.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.

Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Totaal inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.

Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Rente
Vergoeding voor het beschikken over geleend vermogen.

Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde stijging ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten die dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
Inkomen uit grond en minerale reserves
Betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
Uitkeringen
Uitkeringen in geld of in natura, toegekend aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).

Uitkeringen worden verdeeld in sociale uitkeringen in geld en sociale uitkeringen in natura.
Totaal uitkeringen
Uitkeringen in geld of in natura, toegekend aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).

Uitkeringen worden verdeeld in sociale uitkeringen in geld en sociale uitkeringen in natura.
Sociale uitkeringen in geld
Sociale uitkeringen in geld worden aan huishoudens toegekend om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).

Bij de overheid bestaan de sociale uitkeringen in geld uit twee componenten:
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in geld;
- Uitkeringen sociale voorziening in geld.
Totaal sociale uitkeringen in geld
Sociale uitkeringen in geld worden aan huishoudens toegekend om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).

Bij de overheid bestaan de sociale uitkeringen in geld uit twee componenten:
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in geld;
- Uitkeringen sociale voorziening in geld.
Sociale uitkeringen in natura
Afzonderlijke goederen en diensten die door de overheid in natura aan individuele huishoudens worden verstrekt.
Totaal sociale uitkeringen in natura
Afzonderlijke goederen en diensten die door overheidsinstellingen of instellingen zonder winstoogmerk in natura aan individuele huishoudens worden verstrekt.
Subsidies
Betalingen van de overheid en de Europese Unie (EU) aan producenten met het doel de prijzen van producten te verlagen, de werkgelegenheid in stand te houden of de productiefactoren redelijk te belonen.

Subsidies worden onderscheiden in productgebonden subsidies en niet-productgebonden subsidies.
Totaal subsidies
Betalingen van de overheid en de Europese Unie (EU) aan producenten met het doel de prijzen van producten te verlagen, de werkgelegenheid in stand te houden of de productiefactoren redelijk te belonen.

Subsidies worden onderscheiden in productgebonden subsidies en niet-productgebonden subsidies.
Inkomensoverdrachten
Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Totaal inkomensoverdrachten
Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Kapitaaloverdrachten
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.

Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Totaal kapitaaloverdrachten
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.

Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Overige uitgaven
Tot de overige uitgaven worden gerekend:
- Betaalde belastingen op productie en invoer;
- Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers.
Totaal overige uitgaven
Tot de overige uitgaven worden gerekend:
- Betaalde belastingen op productie en invoer;
- Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers.
Vorderingensaldo
Het saldo van de uitgaven en inkomsten. Bedrag dat aangeeft hoeveel een sector of land per saldo kan uitlenen dan wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties.
Totaal vorderingensaldo
Het saldo van de uitgaven en inkomsten. Bedrag dat aangeeft hoeveel een sector of land per saldo kan uitlenen dan wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties.
Exploitatiesaldo
Saldo van inkomsten en uitgaven, gecorrigeerd voor netto-investeringen en het saldo van aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
Totaal exploitatiesaldo
Saldo van inkomsten en uitgaven, gecorrigeerd voor netto-investeringen en het saldo van aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
Memorandumposten
Hieronder worden een aantal uitgaven- en ontvangstentransacties nader gespecificeerd. Omdat de indeling van memorandumposten afwijkt van de gebruikte indeling van inkomsten- en uitgaventransacties, worden deze hier afzonderlijk weergegeven.
Aardgasbaten
Aardgasbaten zijn inkomsten van het Rijk uit de aardgasvelden. Deze inkomsten bestaan uit verschillende componenten:
- concessierechten en dergelijke voor de exploitatie van de aardgasvelden;
- dividenduitkeringen van overheidsbedrijven die de aardgasvelden exploiteren;
- vennootschapsbelasting betaald door bedrijven die de aardgasvelden exploiteren.
Totaal aardgasbaten
Aardgasbaten zijn inkomsten van het Rijk uit de aardgasvelden. Deze inkomsten bestaan uit verschillende componenten:
- concessierechten en dergelijke voor de exploitatie van de aardgasvelden;
- dividenduitkeringen van overheidsbedrijven die de aardgasvelden exploiteren;
- vennootschapsbelasting betaald door bedrijven die de aardgasvelden exploiteren.
Werkelijke rente-inkomsten
Inkomsten uit rente, toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering is ontstaan. Dit wijkt af van het begrip rente in de nationale rekeningen. In het begrip rente van de nationale rekeningen worden deze werkelijke rente-inkomsten gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten.
Werkelijke rente-uitgaven
Uitgaven aan rente, toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende schuld is ontstaan. Dit wijkt af van het begrip rente in de nationale rekeningen. In het begrip rente van de nationale rekeningen worden deze werkelijke rente-uitgaven gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten.
BNI-afdrachten
Afdracht aan de Europese Unie berekend op basis van het Bruto Nationaal Inkomen.