Landbouw; economische omvang naar omvangsklasse, hoofdbedrijfstype, regio

Landbouw; economische omvang naar omvangsklasse, hoofdbedrijfstype, regio

SO-klassen Bedrijfstypen Regio's Perioden Aantal bedrijven (aantal) Economische omvang (SO) (1 000 euro)
Alle SO-klassen Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 2.265 770.912
Alle SO-klassen Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 145 5.228
Alle SO-klassen Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 80 62.522
Alle SO-klassen Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 165 50.119
Alle SO-klassen Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 1.695 528.163
Alle SO-klassen Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 105 95.625
Alle SO-klassen Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 20 2.341
Alle SO-klassen Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 30 20.882
Alle SO-klassen Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 30 6.033
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 410 5.577
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 105 1.241
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 179
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 10 221
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 270 3.774
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 5 48
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 0 6
SO: 3 000 tot 25 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 10 108
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 450 22.996
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 30 1.339
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 20 943
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 45 2.570
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 330 16.524
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 393
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 10 427
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 5 267
SO: 25 000 tot 100 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 10 534
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 300 54.060
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 677
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 2.612
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 40 7.027
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 220 39.950
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 2.492
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 5 577
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 100 000 tot 250 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 5 726
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 615 223.520
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 537
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 5.419
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 45 14.799
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 525 192.364
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 20 7.616
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 0 773
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 0 655
SO: 250 000 tot 500 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 5 1.357
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 370 245.861
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 2.632
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 20 14.556
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 295 194.373
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 30 20.568
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 0 516
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 15 11.193
SO: 500 000 tot 1 000 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 5 2.022
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 70 86.436
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 1.435
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 5.286
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 2.519
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 40 45.799
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 20 22.984
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 5 7.127
SO: 1 000 000 tot 1 500 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 0 1.286
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 35 70.433
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 5.663
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 8.427
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 26.469
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 15 28.240
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 0 1.634
SO: 1 500 000 tot 3 000 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal alle bedrijfstypen Utrecht (PV) 2023 10 62.029
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal akkerbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal tuinbouwbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 39.788
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal blijvendeteeltbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 0 8.910
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal hokdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 5 13.331
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal gewascombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal veeteeltcombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
SO: meer dan 3 000 000 euro Totaal Gewas/veecombinaties Utrecht (PV) 2023 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft informatie over het aantal landbouwbedrijven in Nederland, de economische omvang van de bedrijven en de oppervlakte cultuurgrond in gebruik bij deze bedrijven, per klasse van economische omvang van de bedrijven.
Deze informatie wordt gepresenteerd voor verschillende regionale niveaus en voor de diverse hoofdbedrijfstypen.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2020 geldt de SO2017, gebaseerd op de jaren 2015 tot en met 2019 (zie ook de toelichting bij SO: Standaard Opbrengst).

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Aantal bedrijven
Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).
_
Voor meer uitleg over de afbakening van de Landbouwtelling en de SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.
Economische omvang (SO)
De economische omvang van de Nederlandse landbouwbedrijven, uitgedrukt in euro SO (Standaard Opbrengst).
Met ingang van 2013 zijn de SO-normen geactualiseerd. De eerstvolgende actualisering vind plaats in 2016.

_
Voor meer uitleg over SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.