Ervaringen van burgers met de politie; politieregio (IVM), 2008-2011

Ervaringen van burgers met de politie; politieregio (IVM), 2008-2011

Cijfersoort Politieregio's Perioden Melding en aangifte van delicten Melding Gemelde delicten Delicten totaal (in % van ondervonden delicten) Melding en aangifte van delicten Aangifte Aangegeven delicten Delicten totaal (in % van ondervonden delicten) Melding en aangifte van delicten Aangifte Aangegeven delicten; wijze van aangifte Via internet (in % van ondervonden delicten) Melding en aangifte van delicten Aangifte Aangegeven delicten; wijze van aangifte Document ondertekend (in % van ondervonden delicten) Algemene contacten politie en burgers Contacten totaal (%) Algemene contacten politie en burgers Tevredenheid over optreden politie Contacten totaal (% (zeer) tevreden) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in buurt Tevredenheid totale functioneren politie (% (zeer) tevreden) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in buurt Beschikbaarheid politie in buurt Beschikbaarheid politie - schaalscore (schaalscore) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in buurt Functioneren politie in buurt Functioneren politie - schaalscore (schaalscore) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in algemeen Vertrouwen in politie - schaalscore (schaalscore) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in algemeen Politie als crimefighter - schaalscore (schaalscore) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in algemeen Wederkerigheid politie - schaalscore (schaalscore) Oordeel functioneren politie Functioneren politie in algemeen Communicatie politie - schaalscore (schaalscore)
Waarde Nederland 2011 34,5 26,3 9,7 16,6 30,0 60,4 43,5 4,4 5,3 6,4 5,2 5,3 5,7
Waarde Groningen (PO) 2011 31,0 24,9 10,2 14,7 30,5 67,3 45,4 4,6 5,3 6,3 5,2 5,3 5,7
Waarde Friesland (PO) 2011 31,2 25,2 9,2 16,1 29,1 58,9 46,7 4,6 5,3 6,6 5,4 5,5 5,8
Waarde Drenthe (PO) 2011 34,7 24,3 9,6 14,7 25,1 68,6 44,4 4,4 5,3 6,4 5,2 5,3 5,6
Waarde IJsselland (PO) 2011 25,0 14,3 4,4 9,9 25,2 56,4 46,5 4,7 5,3 6,4 5,3 5,4 5,7
Waarde Twente (PO) 2011 37,4 27,6 13,4 14,2 27,9 61,8 47,5 4,5 5,3 6,5 5,4 5,4 5,7
Waarde Noord- en Oost Gelderland (PO) 2011 36,1 28,7 12,3 16,4 24,6 64,0 45,3 4,5 5,4 6,5 5,3 5,4 5,7
Waarde Gelderland-Midden (PO) 2011 32,3 24,5 10,5 14,0 28,7 65,5 42,7 4,5 5,4 6,4 5,2 5,4 5,7
Waarde Gelderland-Zuid (PO) 2011 34,3 25,5 9,2 16,3 28,3 55,5 39,1 4,3 5,2 6,2 5,0 5,2 5,5
Waarde Utrecht (PO) 2011 29,5 19,9 9,9 10,0 28,9 59,9 42,3 4,4 5,4 6,5 5,3 5,4 5,8
Waarde Noord-Holland Noord (PO) 2011 37,4 28,3 11,2 17,1 29,2 60,7 39,4 4,2 5,0 6,3 5,1 5,1 5,5
Waarde Zaanstreek-Waterland (PO) 2011 41,8 37,9 11,8 26,1 31,3 60,4 43,6 4,4 5,2 6,3 5,2 5,2 5,7
Waarde Kennemerland (PO) 2011 31,5 25,7 9,8 16,0 31,4 66,9 43,8 4,4 5,3 6,3 5,2 5,2 5,7
Waarde Amsterdam-Amstelland (PO) 2011 30,6 23,0 6,8 16,2 36,4 58,7 46,9 4,9 5,5 6,4 5,2 5,4 5,7
Waarde Gooi- en Vechtstreek (PO) 2011 42,7 32,2 11,1 21,1 34,4 58,4 38,2 4,2 5,2 6,3 5,0 5,2 5,6
Waarde Haaglanden (PO) 2011 33,6 26,1 6,4 19,7 36,9 62,2 49,2 4,7 5,6 6,6 5,4 5,6 5,9
Waarde Hollands Midden (PO) 2011 38,7 30,9 11,8 19,1 31,5 62,7 43,8 4,3 5,2 6,5 5,2 5,3 5,7
Waarde Rotterdam-Rijnmond (PO) 2011 35,9 28,0 8,7 19,3 32,2 56,1 43,2 4,3 5,3 6,4 5,2 5,2 5,6
Waarde Zuid-Holland Zuid (PO) 2011 31,9 20,9 10,5 10,4 29,2 57,7 39,5 4,4 5,2 6,3 5,1 5,2 5,6
Waarde Zeeland (PO) 2011 41,4 31,3 14,5 16,7 27,6 62,7 46,6 4,3 5,2 6,5 5,4 5,3 5,7
Waarde Midden- en West-Brabant (PO) 2011 32,3 24,1 12,1 12,0 29,2 55,9 36,4 4,1 5,1 6,2 5,1 5,2 5,5
Waarde Brabant-Noord (PO) 2011 39,3 31,5 11,7 19,8 27,2 63,7 43,2 4,4 5,3 6,4 5,2 5,4 5,7
Waarde Brabant-Zuid-Oost (PO) 2011 39,1 30,1 9,2 20,8 30,2 60,1 42,2 4,4 5,3 6,3 5,0 5,4 5,7
Waarde Limburg-Noord (PO) 2011 38,6 25,9 9,5 16,4 26,5 60,5 45,3 4,2 5,1 6,2 5,1 5,2 5,6
Waarde Limburg-zuid (PO) 2011 37,0 30,7 8,4 22,3 30,0 55,2 41,6 4,3 5,2 6,3 5,2 5,3 5,6
Waarde Flevoland (PO) 2011 26,7 15,6 7,6 8,0 32,0 59,9 40,9 4,3 5,2 6,3 5,2 5,3 5,6
Betrouwbaarheidsmarge Nederland 2011 1,3 1,2 0,8 1,0 0,5 1,1 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Betrouwbaarheidsmarge Groningen (PO) 2011 8,7 8,1 5,9 6,4 3,0 5,7 3,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Friesland (PO) 2011 8,0 7,5 4,8 6,4 3,4 7,2 2,7 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Drenthe (PO) 2011 9,8 8,7 6,0 7,0 3,2 6,9 3,6 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge IJsselland (PO) 2011 7,3 5,6 3,3 4,7 2,5 5,8 3,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Twente (PO) 2011 4,7 4,8 5,1 2,1 1,2 2,4 1,4 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0
Betrouwbaarheidsmarge Noord- en Oost Gelderland (PO) 2011 8,9 8,4 6,0 7,0 3,1 7,0 3,5 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Gelderland-Midden (PO) 2011 8,6 7,9 5,1 6,6 3,3 6,5 3,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Gelderland-Zuid (PO) 2011 7,2 6,5 3,6 5,9 3,4 7,2 3,6 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Utrecht (PO) 2011 9,4 8,0 5,9 6,0 2,0 4,1 2,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Noord-Holland Noord (PO) 2011 4,3 4,1 2,8 3,5 1,4 2,9 1,5 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Zaanstreek-Waterland (PO) 2011 9,1 8,9 5,8 8,2 3,5 6,6 3,7 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Kennemerland (PO) 2011 6,2 6,1 4,3 5,0 2,6 4,5 2,8 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Amsterdam-Amstelland (PO) 2011 3,7 3,3 1,9 3,0 2,1 3,6 2,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Gooi- en Vechtstreek (PO) 2011 9,4 8,8 5,6 7,8 2,8 4,9 2,9 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Haaglanden (PO) 2011 3,6 3,3 1,2 3,2 1,6 2,6 1,6 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Hollands Midden (PO) 2011 3,5 3,5 2,4 3,2 1,2 2,3 1,3 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Rotterdam-Rijnmond (PO) 2011 2,1 2,0 1,3 1,8 3,1 6,0 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Betrouwbaarheidsmarge Zuid-Holland Zuid (PO) 2011 7,9 6,6 5,3 4,5 2,8 5,5 3,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Zeeland (PO) 2011 10,5 9,9 7,8 7,7 3,2 6,6 3,5 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Midden- en West-Brabant (PO) 2011 5,9 5,2 4,3 3,2 2,6 5,5 2,7 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Brabant-Noord (PO) 2011 3,3 3,1 1,9 2,8 1,1 2,3 1,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0
Betrouwbaarheidsmarge Brabant-Zuid-Oost (PO) 2011 5,3 4,8 2,2 4,6 2,1 4,2 2,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Limburg-Noord (PO) 2011 8,6 7,6 5,2 6,3 3,3 7,1 3,7 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Limburg-zuid (PO) 2011 8,9 8,5 4,8 7,8 3,3 6,6 3,5 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Betrouwbaarheidsmarge Flevoland (PO) 2011 8,8 6,9 4,9 5,2 3,4 6,4 2,5 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u een overzicht van ervaringen van burgers met de politie op basis van de Integrale VeiligheidsMonitor (IVM). Het gaat over melding en aangifte van delicten, contacten tussen burgers en politie en over het functioneren van de politie.

Het betreft steeds gegevens over de bevolking van 15 jaar of ouder, tenzij anders vermeld. Opgenomen zijn de landelijke cijfers en de cijfers per politieregio. Door wijziging in vraagstelling, onderzoeksopzet en/of context
zijn de IVM-gegevens vanaf 2008 niet vergelijkbaar met gegevens uit andere bronnen, zoals de VeiligheidsMonitor Rijk (VMR; 2005-2008) en eerdere veiligheids- en/of slachtofferenquêtes.

Gegevens beschikbaar van 2008 tot en met 2011.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 13 maart 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Burgers en politie; regio. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Melding en aangifte van delicten
In de IVM is aan degenen die in een periode van 12 maanden voorafgaande
aan de interviewdatum éénmaal of vaker slachtoffer zijn geweest van een
misdrijf gevraagd of het laatstgebeurde voorval gemeld is bij de politie.
Voor zover het voorval niet gemeld is, is gevraagd wat de belangrijkste
reden was om het niet te melden en (vanaf de IVM 2009) of men het voorval
wel zou hebben gemeld als dit anoniem had gekund.
Aan degenen die het voorval wel hebben gemeld is gevraagd hoe toen
contact is opgenomen met de politie, of een proces verbaal of een ander
document is ondertekend en wat de belangrijkste reden was om het voorval
te melden. Indien bij de melding van een voorval een proces verbaal of
een ander document is ondertekend is sprake van een aangifte. De gegevens
hebben betrekking op personen van 15 jaar en ouder, tenzij anders vermeld.
Melding
Er is in de IVM sprake van een melding wanneer de respondent aangeeft het
laatstgebeurde voorval gemeld te hebben bij de politie.
Gemelde delicten
Een delict wordt in de IVM als gemeld gerekend als het voorval volgens de
respondent door hem-/haarzelf bij de politie is gemeld.
Delicten totaal
In de IVM zijn de volgende delicten en groepen van delicten
onderscheiden: geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling,
bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal,
diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met of zonder geweld
en overige diefstal), vandalisme (beschadiging/diefstal vanaf de auto,
overige vernielingen), en overige, niet nader gespecificeerde delicten.
Overige delicten zijn niet meegeteld bij 'delicten totaal'.
Aangifte
Er is in de IVM sprake van een aangifte wanneer de respondent het
laatstgebeurde voorval via internet heeft gemeld of een proces-verbaal of
een ander document heeft ondertekend.
Aangegeven delicten
Een delict wordt in de IVM als aangegeven gerekend als het voorval via
internet is gemeld of een proces-verbaal of ander document is
ondertekend.
Delicten totaal
In de IVM zijn de volgende delicten en groepen van delicten
onderscheiden: geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling,
bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal,
diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met of zonder geweld
en overige diefstal), vandalisme (beschadiging/diefstal vanaf de auto,
overige vernielingen), en overige, niet nader gespecificeerde delicten.
Overige delicten zijn niet meegeteld bij 'delicten totaal'.
Aangegeven delicten; wijze van aangifte
Het gaat er hier om of de aangifte van het delict via internet of door
het ondertekenen van een proces-verbaal of een ander document heeft
plaatsgevonden.
Via internet
Delicten waarvan de melding via internet heeft plaatsgevonden. Deze
worden in de IVM als aangifte/aangegeven delict beschouwd.
Document ondertekend
Delicten waarvan de aangifte door het ondertekenen van een proces-verbaal
of een ander document heeft plaatsgevonden.
Algemene contacten politie en burgers
In de IVM is eerst gevraagd of men in de afgelopen 12 maanden wel eens
contact heeft gehad met de politie in de eigen gemeente. Het kan dan gaan
om bijvoorbeeld een bekeuring of waarschuwing, een praatje met een agent,
een vergunningaanvraag etc., maar ook om de aangifte van een delict
waarvan men slachtoffer was en waarover al eerder details zijn gevraagd.
Aan degenen die in de afgelopen 12 maanden wel eens contact met de
politie hebben gehad zijn daarna voor het laatste contact enkele
vervolgvragen gesteld, met name over de reden van dit laatste contact en
de tevredenheid hierover.
Contacten totaal
Aandeel respondenten dat aangeeft in de afgelopen 12 maanden wel eens
contact te hebben gehad met de politie in de eigen gemeente.
In de IVM worden de volgende redenen en groepen van redenen voor contact
onderscheiden: handhaving (bekeuring, waarschuwing, controle),
aangifte/melding (aangifte via internet, aangifte met ondertekend
proces-verbaal of ander document, melding verdachte situatie/delict,
melding ongeval, opgeroepen als getuige i.v.m. delict), andere contacten
(hulpvraag, vergunningaanvraag of andere administratieve handeling,
informatie en advies, voorlichting/open dag en overige contacten).
Tevredenheid over optreden politie
Gevraagd is:
Welk oordeel heeft u over het optreden van de politie bij die
gelegenheid? De antwoordmogelijkheden zijn:
zeer tevreden, tevreden, niet tevreden/niet ontevreden,
ontevreden, zeer ontevreden, weet niet.
Contacten totaal
Aandeel respondenten dat tevreden of zeer tevreden is over (laatste)
contact.
Oordeel functioneren politie
Gegevens hebben betrekking op het oordeel van de burger over het
functioneren van de politie, ongeacht of men er in het afgelopen jaar
contact mee heeft gehad. Het gaat hierbij zowel om het oordeel over het
functioneren van de politie in de buurt als om het oordeel over het
functioneren van de politie in het algemeen.
Bij het oordeel over het functioneren van de politie in de buurt wordt
ingegaan op het oordeel over het totale functioneren van de politie in de
buurt en op specifieke aspecten van het functioneren en de
beschikbaarheid van de politie.
Bij het oordeel over het functioneren van de politie in het algemeen gaat
het om het vertrouwen in de politie, het beeld van de politie als
crimefighter, de wederkerigheid/interactie en de communicatie tussen
politie en burgers.
Functioneren politie in buurt
Gegevens hebben betrekking op het oordeel over het totale functioneren
van de politie in de buurt en op specifieke aspecten van het functioneren
en de beschikbaarheid van de politie in de buurt.
Tevredenheid totale functioneren politie
Gevraagd is:
Welk oordeel heeft u over het totale functioneren van de politie in uw
buurt? De antwoordmogelijkheden zijn:
zeer tevreden, tevreden, niet tevreden/niet ontevreden,
ontevreden, zeer ontevreden, weet niet/wil niet zeggen.
Beschikbaarheid politie in buurt
Om de beschikbaarheid van de politie in de buurt te meten is de
respondenten een aantal stellingen over dit thema voorgelegd, met het
verzoek om aan te geven in welke mate men het met deze stellingen eens of
oneens is.
Beschikbaarheid politie - schaalscore
De schaalscore is gebaseerd op de volgende stellingen:
- Je ziet de politie in de buurt te weinig.
- De politie komt hier te weinig uit de auto.
- De politie is hier te weinig aanspreekbaar.
- De politie heeft hier te weinig tijd voor allerlei zaken.
- De politie komt niet snel als je ze roept.
(helemaal eens = 0; eens = 1; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 3; helemaal niet mee eens = 4; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/20. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. De antwoorden op deze 'negatieve'
stellingen zijn omgerekend, zodat geldt: hoe hoger de waarde van de
schaalscore, hoe positiever de respondenten oordelen over de
beschikbaarheid van de politie in de buurt.
Functioneren politie in buurt
Om het functioneren van de politie in de buurt te meten is de
respondenten een aantal stellingen over dit thema voorgelegd, met het
verzoek om aan te geven in welke mate men het met deze stellingen eens of
oneens is.
Functioneren politie - schaalscore
De schaalscore is gebaseerd op de volgende stellingen:
- De politie biedt de burgers in deze buurt bescherming.
- De politie heeft hier contact met de bewoners uit de buurt.
- De politie reageert op de problemen hier in de buurt.
- De politie doet in deze buurt haar best.
- De politie pakt de zaken in deze buurt efficiënt aan.
(helemaal eens = 4; eens = 3; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 1; helemaal niet mee eens = 0; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/20. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de waarde van de schaalscore,
hoe positiever de respondenten oordelen over het functioneren van de
politie in de buurt.
Functioneren politie in algemeen
Gegevens hebben betrekking op het vertrouwen in de politie, het beeld van
de politie als crimefighter, de wederkerigheid/interactie en de
communicatie tussen politie en burgers.
Vertrouwen in politie - schaalscore
Het vertrouwen in de politie wordt gemeten via de volgende stellingen:
- Als het er echt om gaat zal de politie het uiterste doen om je te
helpen.
- Als het er echt om gaat dan is de politie er voor je.
(helemaal eens = 4; eens = 3; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 1; helemaal niet mee eens = 0; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/8. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de score, hoe groter het
vertrouwen in de politie.
Politie als crimefighter - schaalscore
De mening over de politie als crimefighter wordt gepeild via de volgende
stellingen:
- De politie weet hoe ze boeven moet vangen.
- De politie bestrijdt succesvol de criminaliteit.
(helemaal eens = 4; eens = 3; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 1; helemaal niet mee eens = 0; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/8. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de score, hoe meer men de
politie als crimefighter beschouwt.
Wederkerigheid politie - schaalscore
De wederkerige relatie tussen politie en burgers wordt in beeld gebracht
met de volgende stellingen:
- De politie houdt rekening met de wensen van de samenleving.
- De politie werkt goed samen met de bewoners.
- De politie heeft hier contact met de bewoners uit de buurt.
- De politie neemt je serieus.
(helemaal eens = 4; eens = 3; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 1; helemaal niet mee eens = 0; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/16. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de score, hoe meer men de
relatie tussen burger en politie als wederkerig beschouwt.
Communicatie politie - schaalscore
Het communicatieve aspect van de politie wordt gemeten met de volgende
stellingen:
-De politie wil contact hebben met de burgers.
- De politie is benaderbaar.
- De politie informeert de burgers.
(helemaal eens = 4; eens = 3; niet mee eens/niet mee oneens = 2; niet
eens = 1; helemaal niet mee eens = 0; weet niet/geen mening = missing).
De waarden worden bij elkaar opgeteld en vermenigvuldigd met 10/12. De
schaalscore loopt van 0 tot 10. Hoe hoger de score, hoe meer
communicatief men de politie beschouwt.