Melkaanvoer en zuivelproductie door zuivelfabrieken

Melkaanvoer en zuivelproductie door zuivelfabrieken

Perioden Melkaanvoer Hoeveelheid (1 000 kg) Melkaanvoer Vetgehalte (%) Melkaanvoer Eiwitgehalte (%) Zuivelproductie Boter (1 000 kg) Zuivelproductie Fabriekskaas (1 000 kg) Zuivelproductie Melkpoeder Melkpoeder, totaal (1 000 kg) Zuivelproductie Melkpoeder Niet-mager melkpoeder (1 000 kg) Zuivelproductie Melkpoeder Mager melkpoeder (1 000 kg) Zuivelproductie Gecondenseerde melk (1 000 kg) Zuivelproductie Weipoeder (1 000 kg)
1995 10.811.000 4,40 3,48 132.300 682.900 154.000 121.900 32.100 353.100 126.700
2000 10.733.600 4,38 3,47 126.200 683.600 166.000 96.700 69.300 273.500 129.700
2005 10.478.900 4,39 3,49 118.800 672.200 160.400 107.200 53.200 291.800 68.316
2010 11.626.123 4,42 3,52 133.419 752.638 199.087 135.457 63.630 347.285 .
2015 13.330.873 4,38 3,53 147.577 844.974 204.231 135.660 68.571 407.775 .
2020 maart 1.225.391 4,52 3,59 11.810 85.988 21.685 14.707 6.977 33.248 .
2020 april 1.194.694 4,43 3,60 12.043 81.706 22.624 16.447 6.177 32.217 .
2020 mei 1.215.935 4,34 3,58 11.544 84.458 22.707 16.749 5.959 32.302 .
2020 juni 1.157.087 4,35 3,53 9.904 82.106 18.342 14.793 3.549 34.781 .
2020 juli 1.177.026 4,25 3,51 10.047 83.246 18.234 12.171 6.063 33.130 .
2020 augustus 1.142.547 4,21 3,47 10.859 79.477 19.328 13.204 6.123 32.945 .
2020 september 1.112.529 4,33 3,57 9.660 79.719 17.916 13.488 4.427 30.268 .
2020 oktober 1.136.326 4,50 3,64 12.289 82.641 20.271 13.148 7.123 32.854 .
2020 november 1.104.019 4,53 3,65 11.292 79.215 18.213 12.811 5.402 33.426 .
2020 december 1.168.987 4,57 3,65 12.134 83.913 21.576 16.472 5.105 28.860 .
2020 13.986.695 4,42 3,58 133.605 972.734 248.115 177.605 70.510 393.852 .
2021 januari 1.195.253 4,58 3,65 12.758 84.963 17.678 10.420 7.268 34.462 .
2021 februari 1.088.432 4,60 3,64 11.203 75.493 16.094 9.850 6.274 32.320 .
Bron: © RVO
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Melkveehouders in Nederland leveren circa 96% van de melk aan de zuivelfabrieken. De overblijvende 4% houden zij voor eigen gebruik (voor de opfok van jongvee en voor de eigen productie van zuivelproducten).
Deze tabel geeft informatie over de aanvoer van melk door Nederlandse melkveehouders aan Nederlandse zuivelfabrieken en de bereiding van een aantal zuivelproducten door deze zuivelfabrieken. De tabel geeft maand- en jaarcijfers. Van de aangevoerde melk zijn de hoeveelheden en de gehaltes aan eiwit en vet bekend. Bij de zuivelproducten gaat het om boter, fabriekskaas, melkpoeder, gecondenseerde melk en weipoeder.

Het CBS verzamelt niet zelf de gegevens maar neemt deze over van de maandstatistiek van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In deze maandstatistiek zijn niet alle Nederlandse zuivelfabrieken betrokken. De dekking is echter zeer hoog: ongeveer 97-98 procent van de aangeleverde melk komt bij de deelnemende bedrijven terecht. Ter compensatie voor het ontbreken van de niet-waargenomen bedrijven zijn de maandelijkse hoeveelheden aangevoerde
melk met enkele procenten opgehoogd. Bij de zuivelproducten is dit niet nodig; de productie door de niet-waargenomen zuivelfabrieken is zeer klein.

RVO voert naast de maandstatistiek ook een jaarstatistiek uit waarbij wèl alle zuivelfabrieken betrokken zijn. Bij het beschikbaar komen van de jaarcijfers van RVO stelt het CBS de voorlopige maandcijfers bij tot definitieve cijfers, zodanig dat de som van de maandcijfers gelijk is aan het jaarcijfer. Deze bijstelling is in de regel echter zeer klein.

Gegevens beschikbaar vanaf: januari 1995.

Status van de cijfers:
De in de tabel gepubliceerde maandgegevens krijgen bij eerste publicatie de aanduiding 'voorlopig'. In augustus/ december van het daaropvolgende jaar publiceert het CBS de definitieve maandcijfers en het definitieve jaarcijfer.

Wijzigingen per 18 maart 2024:
De voorlopige cijfers van januari 2024 zijn toegevoegd. De voorlopige cijfers van oktober 2023 t/m december 2023 en de voorlopige jaarcijfers van 2023 zijn aangepast.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Ongeveer 6 weken na afloop van de verslagmaand.

Toelichting onderwerpen

Melkaanvoer
Door de zuivelfabrieken ontvangen onbewerkte koemelk.
Hoeveelheid
1000 kg=971 liter.
Vetgehalte
Gehalte aan vetten in de onbewerkte melk.
Eiwitgehalte
Gehalte aan eiwitten (voornamelijk caseïne) in de onbewerkte melk.
Caseïne, ook wel kaasstof genoemd, is een belangrijk melkeiwit dat
gebruikt wordt bij de bereiding van kaas.
Zuivelproductie
Verwerking van onbewerkte melk tot zuivelproducten als boter,
fabriekskaas, melkpoeder, gecondenseerde melk en weipoeder door
Nederlandse zuivelfabrieken.
NB. De voorlopige en nader voorlopige cijfers zijn exclusief, de
definitieve cijfers inclusief producten van kleine zuivelfabrieken.
Boter
Roomboter.
Fabriekskaas
Kaas van koemelk
Melkpoeder
Er zijn vier types melkpoeder: room in poedervorm, volle melkpoeder,
poeder van halfvolle melk en magere melkpoeder. Magere melkpoeder wordt
verkregen uit ontroomde melk en tot poeder verwerkt en is inclusief
karnemelkpoeder.
Melkpoeder, totaal
Er zijn vier types melkpoeder: room in poedervorm, volle melkpoeder,
poeder van halfvolle melk en magere melkpoeder. Magere melkpoeder wordt
verkregen uit ontroomde melk en tot poeder verwerkt en is inclusief
karnemelkpoeder.
Niet-mager melkpoeder
Melkpoeder met 1,5% of meer vet.
Mager melkpoeder
Melkpoeder met minder dan 1,5% vet.
Gecondenseerde melk
Ingedikte of geconcentreerde melk door de gedeeltelijke onttrekking
van water, met of zonder toegevoegde suiker.
Koffiemelk is gecondenseerde melk zonder toegevoegde suiker.
Weipoeder
Weipoeder (in de vorm van poeder, bloem of brokken) is een bijproduct
van de kaasbereiding. Weipoeder is niet verder verwerkt en is
exclusief suikerarm en/of ontzout weipoeder. Cijfers over weipoeder zijn
alleen per jaar bekend.