Akkerbouwgewassen; productie naar regio 1994-2023

Akkerbouwgewassen; productie naar regio 1994-2023

Gewassen Regio's Perioden Beteelde oppervlakte (ha) Geoogste oppervlakte (ha) Bruto opbrengst per ha (1 000 kg) Totale bruto opbrengst (1 000 kg)
Tarwe (totaal) Groningen (PV) 2023* 27.435
Tarwe, winter Groningen (PV) 2023* 26.314
Tarwe, zomer Groningen (PV) 2023* 1.121
Gerst, winter Groningen (PV) 2023* 2.572
Gerst, zomer Groningen (PV) 2023* 5.126
Rogge Groningen (PV) 2023* 144
Haver Groningen (PV) 2023* 193
Triticale Groningen (PV) 2023* 32
Maïs, korrelmaïs Groningen (PV) 2023* 73
Maïs, snijmaïs Groningen (PV) 2023* 6.786
Maïs, corn cob mix Groningen (PV) 2023* 52
Bruine bonen Groningen (PV) 2023* 4
Koolzaad (totaal) Groningen (PV) 2023* 769
vezelvlas Groningen (PV) 2023* 0
Lijnzaad Groningen (PV) 2023* 0
Cichorei Groningen (PV) 2023* 245
Hennep Groningen (PV) 2023* 913
Aardappelen (totaal) Groningen (PV) 2023* 24.590
Consumptieaardappelen (totaal) Groningen (PV) 2023* 1.553
Consumptieaardappelen op klei Groningen (PV) 2023* .
Consumptieaardappelen op zand of veen Groningen (PV) 2023* .
Pootaardappelen (totaal) Groningen (PV) 2023* 9.039
Pootaardappelen op klei Groningen (PV) 2023* .
Pootaardappelen op zand of veen Groningen (PV) 2023* .
Zetmeelaardappelen Groningen (PV) 2023* 13.998
Suikerbieten Groningen (PV) 2023* 13.197
Zaai-uien (totaal) Groningen (PV) 2023* 3.708
Zaaiuien: geel Groningen (PV) 2023* 3.271
Zaaiuien: rood Groningen (PV) 2023* 437
Zaai-uien na uitval Groningen (PV) 2023* .
Poot- en plantuien (2e jaars) Groningen (PV) 2023* 17
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per akkerbouwgewas informatie over de beteelde- en de geoogste oppervlakte, de opbrengst per hectare en de totale opbrengst in een oogstjaar. De gegevens zijn beschikbaar op nationaal-, landsdeel-, en provincie-niveau.

Met het toepassen van gewasrotatie wordt uitputting van de grond voorkomen. Akkerbouwers stellen daarom jaarlijks een teeltplan op dat er voor zorgt dat niet ieder jaar op hetzelfde perceel hetzelfde gewas wordt verbouwd. Doorgaans bestaat het akkerbouwareaal voor een kwart deel uit graan, een kwart aardappelen, een kwart snijmaïs, een tiende suikerbieten en voor vijf procent uit uien.

Om tot het cijfer voor de opbrengst te komen wordt eerst een voorlopige oogstraming gemaakt. Deze inschatting van de opbrengst vindt plaats in de maanden augustus tot en met oktober. De cijfers van de definitieve oogstraming worden eind januari gepubliceerd.
Deze cijfers staan in deze tabel dan nog als voorlopig tot eind september in het jaar na het oogstjaar.

De opbrengsten per hectare zijn afgerond op 100 kilogram, de totale opbrengsten op 1000 kilogram.

Gegevens beschikbaar van 1994 tot en met 2023.

Status van de cijfers
De gegevens over 2023 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijziging per 3 oktober 2023:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel wordt opgevolgd door Akkerbouwgewassen; productie, regio. Zie paragraaf 3.”

Toelichting onderwerpen

Beteelde oppervlakte
Oppervlakte cultuurgrond in gebruik voor de teelt.
Geoogste oppervlakte
Bij de voorlopige raming is dit in principe gelijk aan de beteelde
oppervlakte. Echter op basis van informatie van experts over verwachte
misoogst kan ook bij de voorlopige raming al een inschatting van de
vermoedelijk niet-oogstbare oppervlakte worden gemaakt. In dit geval is de
geoogste oppervlakte kleiner dan de beteelde oppervlakte.
Bij de definitieve oogstraming is dit de oppervlakte waarvan al
geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Dat is dus de
oppervlakte waarop daadwerkelijk productie heeft plaatsgevonden. Dit kan
door omstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast) minder zijn dan de
oorspronkelijk beteelde oppervlakte.
Bruto opbrengst per ha
Bij de bepaling van de opbrengst per hectare (de gemiddelde opbrengst)
wordt alleen gerekend met de hectares die daadwerkelijk geoogst zijn of
nog geoogst zullen worden. Hectares die beteeld waren maar waarvan de
opbrengst verloren is gegaan (bijvoorbeeld door wateroverlast) tellen dus
niet mee.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de situatie
waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten. Bij
snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent.
De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in
de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste
korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie
waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder
problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan
eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen
kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent
vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graan
meer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de
daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de
opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend
is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.
Totale bruto opbrengst
Tot de totale opbrengst (totale bruto productie) behoort alles wat
geoogst is of (vermoedelijk) geoogst gaat worden. Tot de totale opbrengst
behoort ook dat deel van de productie dat om bijzondere redenen niet
geschikt is voor zijn oorspronkelijke bestemming. Dit geldt echter alleen
als het nog wel voor andere normale bedrijfsdoeleinden kan worden
aangewend (bijv. aardappelen, die alleen nog voor veevoeder te gebruiken
zijn). Hierdoor is de totale bruto opbrengst niet gelijk aan de
handelsproductie.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de
situatie waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten.
Bij snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent.
De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in
de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste
korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie
waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder
problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan
eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen
kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent
vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graan
meer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de
daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de
opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend
is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.