Huishoudens; samenstelling inkomen 1990-2000

Huishoudens; samenstelling inkomen 1990-2000

Inkomensbestanddelen Kenmerken van huishoudens Perioden Aantal huishoudens (x 1000) Percentage (%) Bedrag (mln euro) Gemiddeld bedrag (1 000 euro) Aandeel in bruto inkomen (%)
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Totaal huishoudens 2000 4.192 60,4 4.417 1,1 1,6
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Eenpersoonshuishouden 2000 1.039 43,1 1.142 1,1 2,1
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Meerpersoonshuishouden 2000 3.153 69,6 3.274 1,0 1,5
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Met minderjarige kinderen 2000 1.330 70,4 981 0,7 1,1
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Eén volwassene met kind 2000 96 35,5 42 0,4 0,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Twee volwassenen met kind 2000 1.034 76,0 748 0,7 1,1
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Drie of meer volwassenen met kind 2000 200 77,6 192 1,0 1,2
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Zonder minderjarige kinderen 2000 1.823 69,0 2.293 1,3 1,8
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Twee volwassenen zonder kind 2000 1.452 66,9 1.836 1,3 1,9
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Drie of meer volwassenen zonder kind 2000 371 78,7 457 1,2 1,5
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Winst 2000 261 77,7 316 1,2 1,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Loon 2000 2.715 67,5 1.887 0,7 1,0
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Pensioen 2000 891 53,5 1.750 2,0 4,1
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Uitkering 2000 205 27,0 145 0,7 1,0
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Overige inkomsten 2000 120 77,7 319 2,7 3,5
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd tot 25 jaar 2000 106 30,5 16 0,2 0,3
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd 25 tot 35 jaar 2000 748 55,0 357 0,5 0,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd 35 tot 45 jaar 2000 972 67,5 664 0,7 1,0
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd 45 tot 55 jaar 2000 964 71,4 910 0,9 1,3
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd 55 tot 65 jaar 2000 634 66,3 812 1,3 2,0
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Leeftijd 65 jaar en ouder 2000 768 51,7 1.656 2,2 4,3
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Laagste 10%-groep van bruto inkomens 2000 168 24,3 135 0,8 2,6
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 2e 10%-groep van bruto inkomens 2000 187 26,9 139 0,7 1,3
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 3e 10%-groep van bruto inkomens 2000 261 37,7 230 0,9 1,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 4e 10%-groep van bruto inkomens 2000 352 50,7 316 0,9 1,9
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 5e 10%-groep van bruto inkomens 2000 419 60,3 332 0,8 1,6
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 6e 10%-groep van bruto inkomens 2000 484 69,7 405 0,8 1,6
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 7e 10%-groep van bruto inkomens 2000 531 76,5 430 0,8 1,4
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 8e 10%-groep van bruto inkomens 2000 568 81,8 507 0,9 1,4
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 9e 10%-groep van bruto inkomens 2000 600 86,5 664 1,1 1,5
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Hoogste 10%-groep van bruto inkomens 2000 623 89,7 1.259 2,0 1,9
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Laagste 25%-groep van bruto inkomens 2000 473 27,3 375 0,8 1,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 2e 25%-groep van bruto inkomens 2000 913 52,6 777 0,9 1,7
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. 3e 25%-groep van bruto inkomens 2000 1.294 74,5 1.067 0,8 1,5
Ontvangen rente op spaartegoeden e.d. Hoogste 25%-groep van bruto inkomens 2000 1.512 87,1 2.198 1,5 1,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Samenstelling van het inkomen van huishoudens naar inkomensbestanddelen
en kenmerken van huishoudens.
1990 - 2000
Gewijzigd op 07 oktober 2005.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Aantal huishoudens met het inkomensbestanddeel.
Percentage
Aantal huishoudens met het inkomensbestanddeel in procenten van het
totaal aantal huishoudens per categorie.
Bedrag
Totale som van het inkomensbestanddeel.
Gemiddeld bedrag
Gemiddeld bedrag per huishouden dat het inkomensbestanddeel heeft.
Aandeel in bruto inkomen
Aandeel van het inkomensbestanddeel in het bruto inkomen van het
totaal aantal huishoudens per categorie.