Korte vakanties Nederland; achtergrondkenmerken, 2000-2016

Gewijzigd op: 23-7-2019 02:00

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting

Korte vakanties Nederland; achtergrondkenmerken, 2000-2016
Achtergrondkenmerken	Perioden	Algemene gegevens Totaal aantal vakanties (x 1000)	Algemene gegevens Gemiddelde vakantieduur (dagen)	Meest bezochte toeristengebieden Noordzeebadplaatsen (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Watersportgebieden (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Veluwe en Veluwerand (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Twente, Salland en Vechtstreek (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Groningse, Friese en Drentse zandgronden (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden West- en Midden-Brabant (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden O-Brabant, N-M Limburg, Rijk v. Nijmegen (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Zuid-Limburg (x 1000)	Meest bezochte toeristengebieden Overig Nederland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Friesland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Drenthe (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Overijssel (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Gelderland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Noord-Holland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Zuid-Holland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Zeeland (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Noord-Brabant (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Limburg (x 1000)	Meest bezochte bestemmingsprovincies Overige provincies (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Seizoenrecreatieve logiesvormen Totaal seizoenrecreatieve logiesvormen (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Seizoenrecreatieve logiesvormen Caravan, vouwwagen (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Seizoenrecreatieve logiesvormen Overige seizoenrecreatieve logiesvormen (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Totaal toeristische logiesvormen (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Woning van een particulier (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Hotel (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Zomerhuisje, vakantiebungalow (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Tent, bungalowtent (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Caravan, vouwwagen, camper (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Jeugdherberg/andere groepsaccommodatie (x 1000)	Meest gebruikte soorten verblijf Toeristische logiesvormen Overige toeristische logiesvormen (x 1000)	Belangrijkste organisatievormen Georganiseerde reizen (x 1000)	Belangrijkste organisatievormen Niet georganiseerde reizen Logies gereserveerd Log. rechtstr. geres. eigenaar/beheerder (x 1000)	Belangrijkste organisatievormen Niet georganiseerde reizen Logies niet gereserveerd Niet vooraf geboekt (x 1000)	Belangrijkste organisatievormen Niet georganiseerde reizen Logies niet gereserveerd Vaste standplaats, eigen onderkomen (x 1000)	Meest gebruikte vervoermiddel Auto (x 1000)	Meest gebruikte vervoermiddel Trein, autoslaaptrein (x 1000)	Meest gebruikte vervoermiddel Overige vervoermiddelen (x 1000)	Gemiddelde uitgaven per vakantieganger (euro)
Totaal achtergrondkenmerken	2016	9.518	3,1	1.056	1.234	929	697	950	1.000	838	592	2.221	638	854	775	1.460	940	993	653	1.223	1.129	852	1.586	825	761	7.932	889	3.421	1.858	410	503	246	605	5.211	1.464	1.259	1.584	8.403	724	391	120
Mannen	2016	4.799	3,0	559	600	440	317	509	577	396	316	1.085	307	466	342	673	445	491	362	642	609	461	1.002	545	457	3.798	373	1.649	948	184	240	110	293	2.504	699	595	1.000	4.278	338	184	118
Vrouwen	2016	4.718	3,1	497	634	490	380	441	423	443	275	1.136	332	388	433	787	495	502	291	580	519	391	584	280	304	4.134	516	1.772	910	226	262	136	312	2.706	765	663	584	4.125	386	208	122
0 tot 6 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
6 tot 15 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
15 tot 19 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
19 tot 25 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
25 tot 30 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
30 tot 40 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
40 tot 50 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
50 tot 65 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
65 tot 75 jarigen	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
75 jarigen en ouder	2016	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.	.
0 tot 6 jarigen	2016	630	3,2	82	82	57	29	98	84	66	13	117	17	94	33	79	37	64	69	99	60	77	55	29	26	575	92	73	275	36	62	8	29	355	87	133	55	608	10	12	76
6 tot 13 jarigen	2016	857	3,1	51	110	76	71	59	204	115	22	150	59	54	74	102	59	68	41	234	111	54	171	75	96	686	82	103	190	81	57	106	68	374	143	170	171	729	22	106	76
13 tot 18 jarigen	2016	290	3,1	27	60	8	19	15	13	39	19	89	39	9	24	24	58	33	10	13	55	25	35	2	33	255	21	65	66	43	13	20	28	173	30	52	35	235	17	37	102
18 tot 25 jarigen	2016	517	3,0	62	72	46	23	41	34	50	44	145	21	41	30	61	59	90	25	54	65	71	34	20	14	483	120	163	107	46	14	17	17	289	61	133	34	337	141	39	113
25 tot 35 jarigen	2016	1.238	3,0	135	136	95	69	142	121	131	66	344	96	124	76	159	129	132	109	131	165	118	73	53	20	1.165	140	447	322	80	35	34	106	806	156	203	73	1.080	122	36	129
35 tot 45 jarigen	2016	1.456	3,0	173	220	191	100	147	109	122	64	329	104	132	108	270	154	172	83	166	126	141	358	280	79	1.097	124	431	316	72	54	20	81	766	180	151	358	1.361	63	32	106
45 tot 55 jarigen	2016	1.455	2,9	148	145	133	111	172	140	111	120	374	77	165	126	243	154	123	76	178	186	127	284	123	161	1.171	92	591	242	33	74	22	117	771	282	117	284	1.265	140	50	135
55 tot 65 jarigen	2016	1.578	3,1	187	190	176	111	147	187	114	138	328	123	122	135	261	139	160	107	201	220	111	350	156	195	1.227	90	745	192	16	100	3	82	802	274	151	350	1.456	96	26	133
65 tot 75 jarigen	2016	1.050	3,2	127	155	116	89	97	80	77	66	243	74	91	93	198	103	105	79	117	91	99	154	55	99	895	62	573	128	2	62	16	53	624	175	98	153	961	66	23	143
75 jaar of ouder	2016	448	3,2	62	64	32	75	32	28	13	40	103	29	23	76	63	48	46	54	30	49	30	71	33	38	377	66	231	20	2	33	0	24	249	76	52	71	372	45	31	147
Alleenstaanden	2016	649	3,0	60	52	63	39	63	93	55	48	176	53	47	42	92	74	69	18	105	79	70	73	5	68	576	81	248	86	34	14	42	71	342	129	104	73	481	138	30	141
Huishouden met jongste kind 0 tot 6 jaar	2016	1.657	3,1	168	218	203	112	223	217	163	35	318	68	220	121	278	108	153	164	242	158	146	201	136	65	1.456	196	314	619	107	112	28	81	962	235	259	201	1.582	32	43	90
Huish. met jongste kind 6 tot 13 jaar	2016	1.326	3,1	106	168	101	101	100	251	165	53	282	94	86	110	153	126	101	55	282	184	137	239	126	112	1.088	104	240	321	104	94	120	105	656	246	186	239	1.156	49	121	91
Huish. met jongste kind 13 tot 18 jaar	2016	608	3,0	58	118	37	18	42	35	57	51	193	48	40	25	93	76	71	32	65	88	71	80	48	33	528	61	205	136	33	24	23	46	332	81	115	80	517	42	49	112
Huishouden met uitsl. meerderjarigen	2016	5.277	3,0	664	679	525	428	522	405	398	405	1.252	376	462	479	844	556	599	384	529	620	428	993	511	482	4.284	448	2.414	696	132	259	33	302	2.918	773	595	992	4.667	462	149	135
Bruto hh.-inkomen: tot 17.500 euro	2016	672	3,1	28	88	41	75	71	37	111	38	183	53	56	86	82	55	60	17	63	106	92	90	39	51	582	104	169	155	43	31	34	49	312	128	145	88	572	78	18	102
Bruto hh.-inkomen:17.500 tot 23.000 euro	2016	599	3,1	70	82	69	46	56	56	37	41	141	38	55	47	103	69	55	43	62	70	57	31	21	10	568	112	216	96	0	53	0	43	290	113	167	31	444	117	34	113
Bruto hh.-inkomen:23.000 tot 28.500 euro	2016	824	3,1	99	124	89	49	78	122	65	34	165	85	68	54	122	77	100	51	131	85	53	206	113	93	618	70	269	124	20	50	24	62	395	122	101	206	721	41	68	103
Bruto hh.-inkomen:28.500 tot 34.000 euro	2016	1.211	3,1	113	143	213	86	114	85	116	75	265	70	98	94	268	141	98	84	120	150	91	206	152	52	1.004	96	472	225	50	70	24	65	676	190	138	206	1.061	93	58	124
Bruto hh.-inkomen:34.000 tot 45.000 euro	2016	1.873	3,1	176	217	158	174	185	155	190	124	491	118	165	197	302	182	186	112	205	223	181	247	129	118	1.626	198	647	420	76	103	44	140	1.111	256	260	247	1.655	150	66	120
Bruto hh.-inkomen:45.000 tot 56.000 euro	2016	1.400	3,0	198	203	145	84	141	138	116	81	291	79	120	94	226	160	134	156	166	154	110	155	81	74	1.246	116	530	305	65	109	35	85	814	228	204	155	1.279	69	54	121
Bruto hh.-inkomen: 56.000 euro en meer	2016	2.939	3,0	371	378	214	182	305	406	202	199	685	196	294	203	356	256	360	189	474	341	270	651	290	363	2.287	193	1.118	533	132	88	63	160	1.613	428	243	651	2.671	175	93	127
Sociale groep: n.v.t. (0 tot 16 jaar)	2016	1.693	3,1	156	235	141	110	170	298	206	44	334	107	154	122	202	138	158	118	343	203	148	238	104	134	1.455	190	216	519	147	131	135	117	855	256	344	238	1.514	48	131	79
Sociale groep: totaal betaald beroep	2016	5.051	3,0	581	652	548	325	520	434	443	337	1.212	308	481	372	829	496	562	343	558	612	490	956	505	450	4.094	442	1.887	965	193	206	57	348	2.786	741	567	956	4.515	382	154	125
Sociale groep: zelfstandigen	2016	865	2,9	133	112	73	66	142	74	58	45	162	47	142	68	117	71	121	66	98	85	48	326	152	174	538	57	237	121	11	40	8	66	346	110	82	326	759	75	31	114
Sociale groep: hogere employés	2016	692	2,9	66	83	50	54	54	97	55	60	173	44	47	59	94	60	92	49	109	86	52	89	17	72	603	58	268	110	49	35	20	64	392	126	85	89	634	46	11	131
Sociale groep: middelbare employés	2016	1.751	3,0	162	165	274	111	141	134	180	130	454	101	123	124	391	162	168	116	175	237	154	264	174	89	1.487	164	701	370	74	84	9	85	1.004	282	201	264	1.595	116	40	129
Sociale groep: lagere employés	2016	1.743	3,0	220	292	151	94	183	129	150	102	423	116	169	121	227	203	181	112	176	204	236	277	162	115	1.466	163	681	364	59	47	20	133	1.044	223	199	277	1.527	145	72	124
Sociale groep: arbeidsongesch., bijstand	2016	304	3,1	31	22	22	13	35	57	20	26	78	10	33	14	56	40	18	13	62	33	25	64	59	4	240	34	107	58	8	12	3	17	153	45	42	64	263	34	7	108
Sociale groep: gepen., renten., AOW, VUT	2016	1.624	3,2	202	233	158	178	146	125	101	108	372	122	125	192	277	165	155	144	164	155	124	244	106	139	1.379	143	867	157	4	115	12	79	943	259	179	243	1.430	130	64	142
Sociale groep: huisvr./-man z. a. beroep	2016	376	3,2	40	49	37	28	33	53	14	26	96	61	29	29	53	46	38	10	56	37	18	49	22	27	327	18	170	82	0	21	4	14	225	65	37	49	347	19	9	136
Sociale groep: studerend, schoolgaand	2016	303	2,9	31	26	15	21	26	18	36	43	86	21	16	21	28	36	51	11	22	66	32	21	18	3	281	50	102	42	33	7	30	19	150	56	75	21	181	102	19	117
Andere sociale groep	2016	169	3,0	15	17	7	23	21	16	18	9	43	10	17	23	16	20	13	15	19	21	15	14	11	2	155	11	73	34	9	11	6	12	99	41	15	14	153	8	8	143
Onderwijsniveau: n.v.t. (0 tot 16 jaar)	2016	1.693	3,1	156	235	141	110	170	298	206	44	334	107	154	122	202	138	158	118	343	203	148	238	104	134	1.455	190	216	519	147	131	135	117	855	256	344	238	1.514	48	131	79
Onderwijsniveau: basis/lager onderwijs	2016	362	3,1	28	33	21	27	30	89	26	27	81	19	27	31	54	31	11	23	95	43	29	79	76	2	282	32	146	56	2	20	0	26	200	33	49	79	314	35	13	115
Onderwijsniveau: uitgeb. l.o.: algemeen	2016	740	3,2	87	79	80	95	54	76	67	38	166	34	52	110	120	79	96	15	96	78	60	145	91	54	595	69	324	110	17	51	4	20	392	105	98	145	668	45	26	118
Onderwijsniveau: uitgebr. l.o.: beroeps	2016	698	3,2	101	99	52	29	75	34	77	55	176	55	58	43	103	105	61	84	53	96	40	104	55	49	595	48	308	117	9	72	6	36	414	105	75	104	640	23	33	129
Onderwijsniveau: mid. onderw.: algemeen	2016	710	3,1	77	66	75	48	59	39	76	68	203	54	56	53	135	85	68	48	65	104	44	96	68	28	614	47	336	147	17	29	3	36	418	117	79	96	592	90	31	141
Onderwijsniveau: mid. onderw: beroeps	2016	1.937	3,1	232	321	252	126	198	114	121	104	467	120	172	141	353	213	230	105	149	199	253	439	312	124	1.497	122	758	351	46	87	14	119	1.012	301	185	437	1.791	87	52	123
Onderwijsniveau: semi-hoger onderwijs	2016	2.047	3,0	258	198	224	152	184	228	164	154	487	153	171	156	340	190	196	163	256	248	174	280	84	197	1.768	212	877	351	80	84	45	120	1.228	313	228	280	1.777	192	81	136
Onderwijsniveau: hoger onderwijs	2016	1.330	2,9	117	204	84	111	180	123	100	102	309	96	164	119	153	100	173	97	167	157	105	204	35	172	1.125	170	457	206	92	29	40	130	691	234	200	204	1.107	204	23	126
Onderkomen met vaste stand- of ligplaats	2016	2.029	3,0	265	355	223	161	213	296	126	82	309	129	180	183	297	132	199	215	367	179	148	1.373	705	667	656	87	249	132	44	65	19	60	376	114	166	1.373	1.826	113	89	64
Alleen onderkomen zonder vaste plaats	2016	2.337	3,1	215	315	199	171	234	254	256	133	560	167	206	187	363	219	250	114	321	284	225	97	61	36	2.240	298	584	550	231	303	113	162	1.222	533	486	97	2.032	189	116	110
Niet in bezit van recreatief onderkomen	2016	5.152	3,1	576	565	507	365	503	451	456	377	1.352	343	469	405	799	589	545	324	535	665	479	116	59	58	5.036	505	2.587	1.176	135	135	114	383	3.613	817	606	115	4.545	421	186	146
Woonprovincie: Groningen	2016	288	3,0	21	29	18	25	55	10	7	11	112	33	52	31	35	31	31	4	10	17	46	30	14	16	259	39	110	44	17	25	7	17	169	49	41	30	247	29	13	105
Woonprovincie: Friesland	2016	454	3,2	37	61	33	41	76	34	14	8	150	97	49	43	45	75	26	6	37	14	61	56	34	22	398	56	142	101	12	25	12	50	269	64	65	56	361	40	53	129
Woonprovincie: Drenthe	2016	221	3,1	22	25	17	21	61	4	6	12	53	20	59	23	31	34	14	6	5	16	13	33	31	2	188	32	53	46	10	31	3	13	105	27	56	33	204	12	6	94
Woonprovincie: Overijssel	2016	650	3,1	54	70	38	131	67	35	30	38	188	78	58	145	84	60	79	9	38	50	48	122	36	86	528	55	220	115	23	61	24	29	317	120	90	122	559	42	49	109
Woonprovincie: Flevoland	2016	181	3,3	11	29	26	13	10	15	19	18	40	19	7	13	42	13	15	0	17	34	21	28	18	11	153	12	84	32	5	12	0	7	108	19	26	28	173	0	7	126
Woonprovincie: Gelderland	2016	1.103	3,1	131	198	97	78	83	61	119	58	278	73	80	91	182	112	125	86	91	130	134	139	59	79	964	102	423	236	56	29	37	82	697	151	117	139	993	62	47	121
Woonprovincie: Utrecht	2016	829	3,0	93	106	124	77	65	49	69	39	206	57	61	87	164	86	59	61	72	79	102	130	57	73	699	81	267	166	37	43	24	81	455	155	89	130	762	35	31	110
Woonprovincie: Noord-Holland	2016	1.567	3,0	108	167	210	109	224	164	109	142	334	110	206	125	299	193	97	48	189	197	101	272	108	164	1.295	149	585	314	69	61	35	81	812	232	252	272	1.307	218	41	131
Woonprovincie: Zuid-Holland	2016	2.224	3,0	295	295	232	101	213	331	203	109	446	88	196	108	364	151	322	146	419	226	203	520	273	247	1.704	186	730	465	102	70	43	107	1.145	303	256	518	2.003	161	60	112
Woonprovincie: Zeeland	2016	208	3,0	15	49	19	23	5	33	10	4	50	1	5	23	29	29	17	44	34	13	13	17	0	17	191	29	90	36	3	19	3	10	121	33	37	17	198	0	10	116
Woonprovincie: Noord Brabant	2016	1.313	3,1	210	171	93	59	61	229	154	98	238	46	53	66	152	106	135	203	269	204	78	199	163	37	1.114	105	491	242	65	64	48	98	742	222	150	199	1.191	68	54	124
Woonprovincie: Limburg	2016	481	3,1	59	36	22	18	30	36	98	56	125	17	28	20	32	52	72	39	42	146	33	40	33	7	440	42	225	61	9	63	11	29	271	88	81	40	404	58	19	145
Stedelijkheid:Zeer sterk stedelijk	2016	2.328	3,0	243	266	224	106	250	378	167	146	547	129	227	124	352	200	317	96	423	254	207	538	188	350	1.790	292	728	405	122	56	60	127	1.144	274	373	537	1.946	311	72	111
Stedelijkheid:Sterk stedelijk	2016	2.992	3,1	314	421	332	202	265	264	305	206	683	203	233	230	485	301	306	200	333	429	273	444	300	144	2.548	266	1.042	617	146	191	85	201	1.662	470	416	444	2.666	213	113	115
Stedelijkheid:Matig stedelijk	2016	1.539	3,1	201	206	152	125	175	144	149	96	290	80	149	139	261	144	132	169	191	166	108	240	140	99	1.300	77	619	355	47	79	22	100	910	270	120	240	1.419	64	57	131
Stedelijkheid:Weinig stedelijk	2016	1.876	3,1	225	254	158	216	165	153	159	103	444	144	159	220	262	194	174	127	194	206	195	288	150	139	1.588	158	740	354	68	105	44	119	1.064	302	222	288	1.672	98	106	122
Stedelijkheid:Niet stedelijk	2016	782	3,2	73	88	63	48	95	61	58	41	256	82	87	62	101	101	64	61	82	74	70	76	47	29	707	96	291	127	29	72	34	59	431	147	128	76	700	39	44	136
Bron: CBS.

Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Deze tabel bevat de cijfers over het aantal korte vakanties in Nederland naar achtergrond- en vakantiekenmerken.

Gegevens beschikbaar van 2000 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief

Wijzigingen per 23 juli 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Algemene gegevens

Totaal aantal vakanties

Gemiddelde vakantieduur

Meest bezochte toeristengebieden

Bij de toeristengebieden gaat het om een regionale indeling van
Nederland. Er zijn 16 gebieden onderscheiden. De meeste gemeenten zijn
bij één van deze toeristengebieden ingedeeld. Een klein aantal is
ondergebracht bij 'Overige gebieden in Nederland'.
Als bestemming wordt gerekend het gebied waar men het grootste aantal
overnachtingen heeft doorgebracht.

Noordzeebadplaatsen

Watersportgebieden: Het betreft de volgende toeristengebieden:
Meren in Groningen, Friesland en Noordwest-Overijssel;
IJsselmeerkust;
Hollands-Utrechtse meren;
Deltagebied.

Veluwe en Veluwerand

Twente, Salland en Vechtstreek

Groningse, Friese en Drentse zandgronden: Trendbreuk in 2001 als gevolg van een grenswijziging tussen de
toeristengebieden 'Meren in Groningen, Friesland en Noordwest-Overijssel'
en 'Groningse, Friese en Drentse zandgronden' na een gemeentelijke
herindeling in de provincie Overijssel.

West- en Midden-Brabant

O-Brabant, N-M Limburg, Rijk v. Nijmegen: Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk van Nijmegen.
Trendbreuk in 2003 als gevolg van een grenswijziging tussen de
toeristengebieden Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk
van Nijmegen en Zuid-Limburg na een gemeentelijke herindeling in
de provincie Limburg.

Zuid-Limburg: Trendbreuk in 2003 als gevolg van een grenswijziging tussen de
toeristengebieden Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk
van Nijmegen en Zuid-Limburg na een gemeentelijke herindeling in
de provincie Limburg.

Overig Nederland

Meest bezochte bestemmingsprovincies

Friesland

Drenthe

Overijssel

Gelderland

Noord-Holland

Zuid-Holland

Zeeland

Noord-Brabant

Limburg

Overige provincies: Het betreft niet eerder genoemde provincies. Als bestemming wordt
gerekend het gebied c.q. de provincie waar men het grootste aantal
overnachtingen heeft doorgebracht.

Meest gebruikte soorten verblijf

Als er van meerdere logiesvormen gebruik is gemaakt, wordt die
logiesvorm genoteerd waarin de meeste nachten zijn doorgebracht.

Seizoenrecreatieve logiesvormen

Tot seizoenrecreatieve logiesvormen worden gerekend: een
zomerhuisje, vakantiebungalow, tweede woning, stacaravan,
volkstuinhuisje of kajuitboot in het bezit van het huishouden en
een eigen tent, bungalowtent, tourcaravan, vouwcaravan of
vouwwagen op een vaste seizoen of jaarplaats. Alle andere
overnachtingsgelegenheden zijn als toeristische logiesvorm
aangemerkt.

Totaal seizoenrecreatieve logiesvormen

Caravan, vouwwagen

Overige seizoenrecreatieve logiesvormen

Toeristische logiesvormen

Bij de toeristische logiesvormen zijn tot en met 2001 ondergebracht:
hotel en pension, appartement, kamer zonder pension, gehuurd
zomerhuisje, bungalow, tweede woning, eerste woning van een
particulier, gehuurde caravan of vouwwagen, tent, kampeerauto,
kamphuis, jeugdherberg, kampeerboerderij, gehuurde boot, overige
logiesvormen.
Met ingang van 2002 worden de toeristische logiesvormen als volgt
ingedeeld:
Woning van familie, vrienden of kennissen,
Woning van een andere particulier,
Hotel,
Pension, bed & breakfast,
Appartement,
Zomerhuisje, vakantiebungalow (gehuurd),
Tent, bungalowtent,
Caravan, vouwwagen, camper,
Overige logiesvormen.

Totaal toeristische logiesvormen

Woning van een particulier: Exclusief vakanties bij familie, vrienden of kennissen, tenzij deze de
hele tijd of de meeste dagen afwezig waren.

Hotel

Zomerhuisje, vakantiebungalow

Tent, bungalowtent

Caravan, vouwwagen, camper

Jeugdherberg/andere groepsaccommodatie

Overige toeristische logiesvormen

Belangrijkste organisatievormen

Bij vakanties is er sprake van een georganiseerde reis als logies
en/of vervoer geboekt zijn bij een reisbureau, ANWB-kantoor,
bank, warenhuis, postkantoor, VVV-kantoor, vakantieboekings-
centrale van de VVV of een boekingscentrale van een hotel- of
bungalowketen dan wel rechtstreeks bij een reisorganisatie
(vervoersmaatschappij, accommodatieverschaffer of andere
bemiddelende instantie).

Tot de niet-georganiseerde reizen behoren vakanties waarbij het
logies rechtstreeks bij de eigenaar of beheerder werd geboekt,
men zonder iets te reserveren op pad ging dan wel op een vaste
seizoen- of jaarplaats of in een eigen recreatief onderkomen
verbleef.
In het verleden zijn vakanties die via een boekingscentrale van
een hotel- of bungalowketen waren besproken, ingedeeld bij de
niet-georganiseerde reizen. Omdat hier toch wel sprake is van een
bepaalde vorm van reisbemiddeling zijn deze vakanties vanaf 2002
als een georganiseerde reis bestempeld. Deze wijziging in de
organisatievorm is vervolgens ook bij voorgaande jaren doorgevoerd.

Vanaf 2011 wordt in het CVO expliciet gevraagd naar boekingen via internet, zoals veilingsites, online bemiddelende organisaties, e.d. Hierdoor zijn de cijfers over de organisatievorm niet goed vergelijkbaar met die van vóór 2011.

Georganiseerde reizen

Niet georganiseerde reizen

Logies gereserveerd

Log. rechtstr. geres. eigenaar/beheerder: Logies rechtstreeks gereserveerd bij eigenaar of beheerder.
Bij vakanties is er sprake van een georganiseerde reis als logies
en/of vervoer geboekt zijn bij een reisbureau, ANWB-kantoor,
bank, warenhuis, postkantoor, VVV-kantoor, vakantieboekings-
centrale van de VVV of een boekingscentrale van een hotel- of
bungalowketen dan wel rechtstreeks bij een reisorganisatie
(vervoersmaatschappij, accommodatieverschaffer of andere
bemiddelende instantie).
Tot de niet-georganiseerde reizen behoren vakanties waarbij het
logies rechtstreeks bij de eigenaar of beheerder werd geboekt,
men zonder iets te reserveren op pad ging dan wel op een vaste
seizoen- of jaarplaats of in een eigen recreatief onderkomen
verbleef.
In het verleden zijn vakanties die via een boekingscentrale van
een hotel- of bungalowketen waren besproken, ingedeeld bij de
niet-georganiseerde reizen. Omdat hier toch wel sprake is van een
bepaalde vorm van reisbemiddeling zijn deze vakanties vanaf
2002 als een georganiseerde reis bestempeld. Deze wijziging in de
organisatievorm is vervolgens ook bij voorgaande jaren doorgevoerd.

Logies niet gereserveerd

Niet vooraf geboekt

Vaste standplaats, eigen onderkomen

Meest gebruikte vervoermiddel

Het betreft hier het vervoermiddel waarmee op de heenreis de
grootste afstand werd afgelegd.

Auto

Trein, autoslaaptrein

Overige vervoermiddelen

Gemiddelde uitgaven per vakantieganger

Dit zijn de specifieke kosten die gemaakt zijn voor de vakantie zelf,
dat wil zeggen reiskosten, verblijfkosten, uitgaven aan voeding en
overige kosten die rechtstreeks verband houden met de vakantie,
zoals verzekeringen, entrees, souvenirs, foto- en filmmateriaal.
De uitgaven aan duurzame recreatiegoederen, zoals caravan, tent,
boot, kampeeruitrusting en dergelijke zijn buiten beschouwing
gelaten, omdat ze niet aan één vakantie kunnen worden
toegerekend. Dit geldt ook voor de huur van een vaste stand- of
ligplaats, die eveneens voor een onbekend aantal vakanties
wordt benut.
Het gaat hier om de gemiddelde uitgaven per persoon per vakantie.

Met ingang van 2012 is respondenten gevraagd de kosten van de vakantie nader uit te splitsen naar vervoerskosten, verblijfskosten, bestedingen in horecagelegenheden, boodschappen, etc. Vóór 2012 werd alleen naar het totale bedrag aan vakantie-uitgaven gevraagd. Hierdoor zijn de cijfers vanaf 2012 niet goed vergelijkbaar met die van vóór 2012.