Inkomens- en vermogensrekeningen; sectorgegevens, 1988-2011

Inkomens- en vermogensrekeningen; sectorgegevens, 1988-2011

Sectoren Perioden Kerncijfers In- en uitvoer Invoer goed. en diensten (% totale mid.) (%) Kerncijfers In- en uitvoer Invoer goed. en diensten (% vol.mut.) (%) Kerncijfers In- en uitvoer Uitvoer goed. en diensten (% tot.best.) (%) Kerncijfers In- en uitvoer Uitvoer goed. en diensten (% vol.mut.) (%) Kerncijfers Productie Toegevoegde waarde (% van het bbp) (%) Kerncijfers Inkomensvorming Beloning van werknemers (% toeg. waarde) (%) Kerncijfers Inkomensbesteding Saldo lopende trans. van Nederl. (% bbp) (%) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Invoer van goederen en diensten Totaal invoer van goederen en diensten (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van goederen (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van diensten (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Productie Productie van toegerekende bankdiensten (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Productgebonden belasting, subsidie Saldo van productgeb. belast. en subs. (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Beloning van werknemers Totaal beloning werknemers (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Beloning van werknemers Lonen (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Beloning van werknemers Sociale premies t.l.v. werkgevers (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Belastingen op productie en invoer Totaal belastingen productie en invoer (mln euro) Productie, inkomensverd. en financiering Middelen Belastingen op productie en invoer Belast. op prod. en invoer productg. (mln euro)
Totale economie 2011* 36.253 61.575 301.508 234.673 66.835 69.401 62.322
Buitenland 2011* 68,3 3,6 71,3 3,9 8,3 445.826 348.131 97.695 6.185 5.007 1.178 2.637 2.631
Niet-financiële vennootschappen 2011* 56,7 60,7
Financiële instellingen 2011* 6,8 42,5 36.253
···Monetaire financiële instellingen 2011* 3,7 37,1 28.537
···Verzekeringsinst. en pensioenfondsen 2011* 1,4 49,4
···Overige financiële instellingen 2011* 1,7 48,5 7.716
Overheid (geconsolideerd) 2011* 12,5 69.401 62.322
Overheid (niet geconsolideerd) 2011* 12,5 69.401 62.322
···Centrale overheid 2011* 3,8 64.399 62.322
···Lokale overheid 2011* 8,4 5.002
···Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2011* 0,3
Huishoudens 2011* 13,0 25,7 301.508 234.673 66.835
Inst. zonder winstoogmerk t.b.v. Huish. 2011* 0,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de gegevens van het rekeningenstelsel in de vorm van sectortabellen. Deze gegevens zijn bedoeld om voor (sub) sectoren een gedetailleerd en overzichtelijk beeld te geven van de totale beschikbare middelen en bestedingen (inclusief de financiële middelen en bestedingen). De saldi zijn terug te vinden in de rubriek macro-
economische saldi.

Bij de overheid zijn ook gegevens opgenomen waarin de onderlinge transacties zijn geconsolideerd, waardoor de werkelijke inkomsten en uitgaven van de overheid tot uitdrukking komen.

Bovendien geeft deze serie een overzicht van alle economische deelprocessen zoals productie, inkomensverdeling en financiering. Op deze wijze krijgt men een beschrijving van de rol die elke sector speelt, bijvoorbeeld de overheid bij inkomensverdeling en kredietinstellingen bij financiering. Vervolgens ziet men de omvang en samenhang van de
verschillende economische activiteiten en hun relatie met de rest van de economie en het buitenland.

In 2005 zijn de nationale rekeningen herzien aan de hand van conceptuele wijzigingen op de internationale richtlijnen van de Europese Unie (ESR 1995). Bovendien zijn nieuwe statistische inzichten en nieuwe bronnen in deze revisie 2001 verwerkt.

De hierboven genoemde macro-economische variabelen worden voornamelijk in waarde in werkelijke prijzen weergegeven, uitgedrukt in miljoenen euro.

Frequentie: Stopgezet

Gegevens beschikbaar vanaf: 1988

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1988 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben
nog een (nader) voorlopig karakter.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 09-10-2012 en vervangen door de tabel Lopende transacties naar sectoren.

Toelichting onderwerpen

Kerncijfers
Cijfers die de belangrijkste ontwikkelingen uit de nationale rekeningen
weergeven.
In- en uitvoer
Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de invoer en de uitvoer
van goederen en diensten.
Invoer goed. en diensten (% totale mid.)
Invoer van goederen en diensten (% totale middelen).
Invoer goederen en diensten: De invoer van goederen betreft de voor
ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch
gebied van Nederland zijn gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Invoer goed. en diensten (% vol.mut.)
Invoer van goederen en diensten (% volumemutaties).
Invoer goederen en diensten: De invoer van goederen betreft de voor
ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch
gebied van Nederland zijn gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
% Volumemutaties: Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de
hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen-
of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele
veranderingen.
Uitvoer goed. en diensten (% tot.best.)
Uitvoer van goederen en diensten (% totale bestedingen).
Uitvoer goederen en diensten: Tot de uitvoer van goederen worden de
goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van
Nederland aan het buitenland zijn geleverd.
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse
vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
Uitvoer goed. en diensten (% vol.mut.)
Uitvoer van goederen en diensten (% volumemutaties).
Uitvoer goederen en diensten: Tot de uitvoer van goederen worden de
goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van
Nederland aan het buitenland zijn geleverd.
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse
vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.
% Volumemutaties: Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de
hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen-
of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele
veranderingen.
Productie
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Toegevoegde waarde (% van het bbp)
De toegevoegde waarde is het verschil tussen de productie en het
intermediair verbruik. De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk
aan het verschil tussen de productie (basisprijzen)en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen). Bruto toegevoegde waarde is inclusief
afschrijvingen en netto toegevoegde waarde is exclusief afschrijvingen.
% van het bbp: Variabele uitgedrukt als percentage van het bruto
binnenlands product.
Inkomensvorming
Deze rekening beschrijft de sectorale verdeling van de gevormde
toegevoegde waarde tegen basisprijzen over de beloning van werknemers, het
saldo van niet-productgebonden belastingen en subsidies en het bruto
exploitatieoverschot. Het bruto exploitatieoverschot is het resultaat
voordat rekening is gehouden met afschrijvingen, rente, dividend, enz. Bij
de sector huishoudens wordt het saldo van deze rekening gemengd inkomen
genoemd omdat het naast het exploitatieoverschot ook de beloning voor
geleverde arbeid van zelfstandigen en hun medewerkende gezinsleden bevat.
Het exploitatieoverschot/gemengd inkomen is in eerste instantie bruto
geregistreerd (vóór aftrek van afschrijvingen). Omdat bij de inkomenssaldi
een nettoregistratie relevanter is, zijn vervolgens op het saldo de
afschrijvingen in mindering gebracht.
Beloning van werknemers (% toeg. waarde)
Beloning van werknemers (% toegevoegde waarde).
Beloning van werknemers: De beloning voor geleverde arbeid door
werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die
in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's
en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de
beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van
sociale werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
% Toegevoegde waarde: Variabele uitgedrukt als percentage van de
toegevoegde waarde.
Inkomensbesteding
Deze rekening laat zien welk deel van het beschikbaar inkomen wordt
besteed aan consumptie en welk deel wordt bespaard. Alleen bij de
overheid, de huishoudens en de instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens is er sprake van consumptie. Bij de middelen van
deze rekening is de post 'correctie pensioenvoorziening' opgenomen. Deze
correctie neutraliseert (het saldo van) de pensioenpremies en de
uitkeringen die als sociale premies of uitkeringen zijn opgenomen op de
inkomensrekening (secundaire verdeling). Voor de
levensverzekeringstransacties, die gezien worden als financiële
transactie, behoeft een dergelijke correctie niet te worden opgenomen. De
registratiewijze van de verzekeringstransacties leidt ertoe dat de opbouw
van de pensioen- en levensverzekeringsvoorzieningen als besparingen van
huishoudens wordt gezien.
Saldo lopende trans. van Nederl. (% bbp)
Saldo lopende transacties van Nederland (% bbp).
Het saldo lopende transacties van het buitenland met Nederland, uitgedrukt
in procenten van het binnenlands product (bruto, marktprijzen). Het saldo
lopende transacties van het buitenland met Nederland is opgebouwd uit drie
onderdelen:
- het uitvoeroverschot, dat is het bedrag waarmee de uitvoer de invoer
overtreft;
- het saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. De primaire
inkomens omvatten belastingen op productie en invoer, subsidies, beloning
van werknemers en inkomen uit vermogen, zoals rente en dividend;
- het saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten. De
inkomensoverdrachten omvatten de dividendbelasting, de uitkeringen sociale
verzekering en de overige inkomensoverdrachten.
Het saldo lopende transacties van Nederland met het buitenland wijkt af
van het saldo lopende rekening volgens de betalingsbalans op
transactiebasis, zoals vastgesteld door De Nederlandsche Bank in
samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek. De verschillen
tussen beide saldi worden vooral veroorzaakt door definitie- en
meetverschillen.
Productie, inkomensverd. en financiering
Overzicht van middelen en bestedingen die voortkomen uit de productie van
goederen en diensten, de inkomensverdeling en kapitaaloverdrachten.
Middelen
Herkomst van ontvangsten.
Invoer van goederen en diensten
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht.
Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde
grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde
vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige
bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Totaal invoer van goederen en diensten
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces
benodigde grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen
bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder
noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd
(wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland.
De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde
consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse
toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Invoer van goederen
De voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het
economisch gebied van Nederland zijn gebracht.
Invoer van diensten
Hieronder vallen onder andere de uitgaven van Nederlandse bedrijven in het
buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten en zakenreizen. Bij de
overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en
consulaten in het buitenland.
Productie
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Productie van toegerekende bankdiensten
De vergoeding voor de diensten die financiële instellingen leveren wordt
sinds de revisie van de nationale rekeningen toegerekend aan de
verschillende sectoren die gebruikmaken van de diensten. Sectoren betalen
niet direct voor de dienstverlening, de prijs hiervan wordt berekend aan
de hand van het verschil tussen de gemiddelde rente op uitstaande leningen
en een vastgesteld referentietarief dat staat voor de rente die betaald
wordt op deposito's.
Productgebonden belasting, subsidie
Productgebonden belastingen: Belastingen die moeten worden betaald per
eenheid geproduceerd of verhandeld product. Zij zijn gerelateerd aan de
waarde of de hoeveelheid van het product en hebben zowel betrekking op
geproduceerde als op ingevoerde producten. Productgebonden belastingen
worden onderscheiden in productgebonden belastingen op productie,
belastingen op invoer (exclusief belasting over de toegevoegde waarde
(btw)), toegerekende btw en het verschil toegerekende en afgedragen btw.
Productgebonden subsidies: Subsidies die worden uitgekeerd per eenheid
geproduceerd of verhandeld product. Zij zijn gerelateerd aan de waarde of
aan de hoeveelheid van het product en kunnen zowel betrekking hebben op
geproduceerde als op ingevoerde producten.
Productgebonden subsidies worden onderscheiden in productgebonden
subsidies op productie en subsidies op invoer.
Saldo van productgeb. belast. en subs.
Het verschil tussen de betaalde productgebonden belastingen en ontvangen
productgebonden subsidies.
Beloning van werknemers
De beloning aan Nederlandse werknemers (d.w.z. ook door de buitenlandse
bedrijven/instellingen) voor geleverde arbeid. Ook directeuren van nv's en
bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning
van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale
werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Totaal beloning werknemers
De beloning aan Nederlandse werknemers (d.w.z. ook door de buitenlandse
bedrijven/instellingen) voor geleverde arbeid. Ook directeuren van nv's en
bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning
van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale
werkplaatsen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en
sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn
inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale
premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen
naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de
aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers
zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de
kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale
premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies,
overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze
premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of
niet-werkenden.
Lonen
Alle betalingen in geld of natura aan werknemers met uitzondering van het
loon bij ziekte, de ontslagvergoedingen en de tegemoetkomingen in de
ziektekosten. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden
loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers.
Verder omvatten de lonen naast het direct aan werknemers betaalde loon ook
de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en
provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van
de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het
vakantiegeld.
Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in
verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het
woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend.
Sociale premies t.l.v. werkgevers
Deze premies hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van
de sociale zekerheid. Sociale premies zijn de premies wettelijke sociale
verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en
toegerekende sociale premies.
Belastingen op productie en invoer
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband
houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.
Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en
niet-productgebonden belastingen.
Deze belastingen hebben betrekking op alle door producenten aan de
overheid en de EU betaalde belastingen, met uitzondering van de
belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd volgens het
bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale overheid worden
geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden dus niet geboekt
bij de centrale overheid.
Totaal belastingen productie en invoer
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband
houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.
Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en
niet-productgebonden belastingen. Deze belastingen hebben betrekking op
alle door producenten aan de overheid en de EU betaalde belastingen, met
uitzondering van de belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd
volgens het bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale
overheid worden geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden
dus niet geboekt bij de centrale overheid.
Belast. op prod. en invoer productg.
Belastingen op productie en invoer productgebonden.
Belastingen die gerelateerd zijn aan de waarde of de hoeveelheid van
geproduceerde, verkochte of geïmporteerde producten. Voorbeelden hiervan
zijn assurantiebelasting en accijnzen op benzine en tabak.