Deelname vakanties; achtergrondkenmerken 2000-2001

Deelname vakanties; achtergrondkenmerken 2000-2001

Achtergrondkenmerken Perioden Inwoners met Nederlandse nationaliteit (x 1 000) Neemt niet deel aan korte vakanties (x 1 000) Neemt deel aan korte vakanties (x 1 000) Gem.aantal korte vakanties per deelnemer (aantal) Neemt niet deel aan lange vakanties (x 1 000) Neemt deel aan lange vakanties (x 1 000) Gem.aantal lange vakanties per deelnemer (aantal)
Totaal achtergrondkenmerken 2001 15.095 9.699 5.396 2,24 3.901 11.194 1,77
Mannen 2001 7.466 4.809 2.656 2,31 1.936 5.530 1,79
Vrouwen 2001 7.629 4.889 2.740 2,18 1.965 5.664 1,76
0 tot 6 jarigen 2001 1.166 660 506 1,77 227 939 1,59
6 tot 15 jarigen 2001 1.727 1.069 658 2,31 313 1.414 1,61
15 tot 19 jarigen 2001 649 404 244 1,45 150 499 1,53
19 tot 25 jarigen 2001 1.063 681 382 1,52 362 701 1,46
25 tot 30 jarigen 2001 1.030 590 440 1,75 216 814 1,65
30 tot 40 jarigen 2001 2.479 1.517 961 1,84 546 1.933 1,61
40 tot 50 jarigen 2001 2.271 1.476 795 2,52 495 1.776 1,73
50 tot 65 jarigen 2001 2.721 1.734 988 3,29 681 2.040 2,21
65 tot 75 jarigen 2001 1.205 882 323 2,40 437 768 2,25
75 jarigen of ouder 2001 783 685 98 . 474 309 1,67
Alleenstaande 2001 2.137 1.523 613 2,28 897 1.240 1,77
Huishouden met jongste kind 0 tot 6 jaar 2001 3.166 2.009 1.157 1,70 696 2.470 1,54
Huish. met jongste kind 6 tot 13 jaar 2001 2.380 1.489 890 2,15 396 1.984 1,66
Huish. met jongste kind 13 tot 19 jaar 2001 1.367 886 481 2,06 340 1.027 1,61
Huishouden met uitsl. meerderjarigen 2001 6.047 3.792 2.255 2,58 1.573 4.474 1,98
Bruto hh.-inkomen: tot 17.500 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:17.500 tot 23.000 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:23.000 tot 28.500 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:28.500 tot 34.000 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:34.000 tot 45.000 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:45.000 tot 56.000 euro 2001 . . . . . . .
Bruto hh.-inkomen:56.000 euro of meer 2001 . . . . . . .
Sociale groep: n.v.t. (0 tot 16 jaar) 2001 3.053 1.830 1.223 2,03 554 2.499 1,60
Sociale groep: totaal betaald beroep 2001 6.528 4.024 2.505 2,28 1.403 5.125 1,74
Sociale groep: zelfstandigen 2001 . . . . . . .
Sociale groep: hogere werknemers 2001 . . . . . . .
Sociale groep: middelbare werknemers 2001 . . . . . . .
Sociale groep: lagere werknemers 2001 . . . . . . .
Sociale groep: arbeidsongesch., bijstand 2001 703 482 221 2,10 276 427 1,94
Sociale groep: gepen., renten., AOW, VUT 2001 2.345 1.774 572 2,56 960 1.385 2,24
Sociale groep: huisvr./-man z. a. beroep 2001 1.159 776 383 2,57 307 852 1,77
Sociale groep: studerend, schoolgaand 2001 826 480 346 1,76 245 581 1,59
Andere sociale groep 2001 479 334 146 . 155 324 1,79
Onderwijsniveau: n.v.t. (0 tot 16 jaar) 2001 3.053 1.830 1.223 2,03 554 2.499 1,60
Onderwijsniveau: basis/lager onderwijs 2001 1.082 852 230 3,04 424 658 1,83
Onderwijsniveau: uitgeb. l.o.: algemeen 2001 1.641 1.189 452 2,71 527 1.114 1,78
Onderwijsniveau: uitgeb. l.o.: beroeps 2001 1.831 1.329 502 2,89 641 1.190 1,64
Onderwijsniveau: mid. onderw.: algemeen 2001 1.119 715 403 1,74 325 794 1,84
Onderwijsniveau: mid. onderw: beroeps 2001 3.150 2.058 1.091 2,38 805 2.345 1,69
Onderwijsniveau: semi-hoger onderwijs 2001 2.323 1.312 1.012 1,99 449 1.874 2,01
Onderwijsniveau: hoger onderwijs 2001 896 413 482 1,92 175 721 2,08
Onderkomen met vaste stand- of ligplaats 2001 1.311 465 846 6,00 114 1.197 2,76
Alleen onderkomen zonder vaste plaats 2001 4.218 2.487 1.730 1,79 514 3.704 1,81
Niet in bezit van recreatief onderkomen 2001 9.566 6.747 2.820 1,39 3.272 6.294 1,56
Groningen (PV) 2001 548 414 134 . 169 379 1,61
Friesland (PV) 2001 645 409 236 2,61 212 433 1,68
Drenthe (PV) 2001 450 319 131 . 152 298 1,85
Overijssel (PV) 2001 1.043 746 296 2,68 231 812 1,64
Flevoland (PV) 2001 289 183 106 . 40 249 1,61
Gelderland (PV) 2001 1.832 1.215 617 1,78 492 1.340 1,66
Utrecht (PV) 2001 1.049 668 382 2,17 195 854 1,71
Noord-Holland (PV) 2001 2.320 1.514 807 2,64 594 1.726 1,93
Zuid-Holland (PV) 2001 3.211 1.931 1.279 2,19 706 2.505 1,89
Zeeland (PV) 2001 361 219 142 . 119 242 1,78
Noord-Brabant (PV) 2001 2.260 1.379 881 2,20 618 1.642 1,69
Limburg (PV) 2001 1.086 701 386 1,96 373 713 1,75
Stedelijkheid: zeer sterk stedelijk 2001 2.530 1.546 985 2,49 674 1.856 1,88
Stedelijkheid: sterk stedelijk 2001 3.861 2.476 1.385 2,44 911 2.950 1,76
Stedelijkheid: matig stedelijk 2001 3.318 2.028 1.290 2,37 763 2.555 1,84
Stedelijkheid: weinig stedelijk 2001 3.328 2.196 1.132 1,86 895 2.433 1,70
Stedelijkheid: niet stedelijk 2001 2.058 1.453 605 1,84 658 1.400 1,66
Regio Noord 2001 5.323 3.600 1.722 2,49 1.404 3.919 1,78
Regio Midden 2001 5.376 3.340 2.036 2,12 1.170 4.206 1,83
Regio Zuid 2001 4.397 2.758 1.639 2,14 1.327 3.070 1,68
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze publicatie zijn gegevens van de deelname aan vakanties naar achtergrondkenmerken, zoals geslacht, leeftijd, samenstelling huishouden en bruto huishoudensinkomen opgenomen.

Gegevens beschikbaar van 2000 tot en met 2001.

Status van de cijfers
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 14 februari 2014
Deze tabel is stop gezet.

Wanneer komen de nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing

Is er een opvolger?

Deze tabel wordt opgevolgd door Deelname korte en lange vakanties naar persoonskenmerken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Inwoners met Nederlandse nationaliteit
De doelpopulatie betreft de inwoners van Nederland met de Nederlandse
nationaliteit, exclusief personen in institutionele huishoudens
(bejaardenoorden,verpleeghuizen en dergelijke).
Neemt niet deel aan korte vakanties
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten minste één en ten hoogste drie
opeenvolgende overnachtingen anders dan bij familie of kennissen
thuis doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning
of plezier met ten minste één en ten hoogste drie opeenvolgende
overnachtingen. Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen
in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een verblijf bij
familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter niet mee,
tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren.
Deelnemer aan vakanties: onder een deelnemer aan vakanties
wordt verstaan: een persoon die in een verslagjaar één of meer
keer met vakantie is geweest.
Neemt deel aan korte vakanties
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten minste één en ten hoogste drie
opeenvolgende overnachtingen anders dan bij familie of
kennissen thuis doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning
of plezier met ten minste één en ten hoogste drie opeenvolgende
overnachtingen. Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen
in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een verblijf bij
familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter niet mee,
tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren.
Deelnemer aan vakanties: onder een deelnemer aan vakanties
wordt verstaan: een persoon die in een verslagjaar één of meer
keer met vakantie is geweest.
Gem.aantal korte vakanties per deelnemer
Gemiddeld aantal korte vakanties per deelnemer.
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten
opeenvolgende overnachtingen anders dan bij familie of
kennissen thuis doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning
of plezier met ten minste één en ten hoogste drie opeenvolgende
overnachtingen. Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen
in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een verblijf bij
familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter niet mee,
tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren.
Deelnemer aan vakanties: onder een deelnemer aan vakanties
wordt verstaan: een persoon die in een verslagjaar één of meer
keer met vakantie is geweest.
Neemt niet deel aan lange vakanties
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten minste vier opeenvolgende
overnachtingen anders dan bij familie of kennissen thuis
doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning
of plezier met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen.
Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland
valt onder het begrip vakantie.
Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter
niet mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig
waren.
Neemt deel aan lange vakanties
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten minste vier opeenvolgende
overnachtingen anders dan bij familie of kennissen thuis doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of
plezier met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen. Ook het
logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland valt onder
het begrip vakantie.
Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter
niet mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig
waren.
Gem.aantal lange vakanties per deelnemer
Gemiddeld aantal lange vakanties per deelnemer.
In 2001 en eerder: een verblijf buiten de eigen woning voor
ontspanning of plezier met ten minste vier opeenvolgende
overnachtingen anders dan bij familie of kennissen thuis doorgebracht.
Vanaf 2002: een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of
plezier met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen. Ook het
logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland valt onder
het begrip vakantie.
Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt echter
niet mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig
waren.
Deelnemer aan vakanties: onder een deelnemer aan vakanties
wordt verstaan: een persoon die in een verslagjaar één of meer keer
met vakantie is geweest.