Energiebalans; kerncijfers, 1946-2016

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aanbod, de omzetting en het verbruik van energie. Energie komt onder andere vrij bij de verbranding van bijvoorbeeld aardgas, aardolie, steenkool en biobrandstoffen. Energie kan ook worden verkregen uit elektriciteit of warmte of worden onttrokken aan de natuur, bijvoorbeeld windkracht of zonne-energie. In de energiestatistiek heten al deze bronnen waaruit energie kan worden gebruikt 'energiedragers'.

Het aanbod van energie wordt gevormd door de winning van energie, het saldo van in- en uitvoer en het saldo van de voorraadmutatie. Dit wordt ook wel het primair energieaanbod genoemd, omdat dit de hoeveelheid energie is die in het land beschikbaar is voor omzetting of verbruik.

Van de energieomzetting geeft de tabel zowel cijfers over de inzet van energiedragers voor omzetting (de hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te maken), als over de productie van energie nà de omzetting (de hoeveelheid energie die is gemaakt uit andere energiedragers), als over het saldo van inzet en productie. Dit saldo van energieomzetting is te interpreteren als het verlies van energie bij de omzetting.

Vervolgens toont de energiebalans het finaal verbruik van energie, dit is het eindverbruik van energie. Dit bestaat uit het finaal energieverbruik en het niet-energetisch gebruik. Het finaal energieverbruik is de energie die energie-afnemers benutten voor energetische doeleinden. Niet-energetisch gebruik is het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is.

Gegevens beschikbaar:
Van 1946 per jaar en van 1995 tot en met 2016 per jaar en per kwartaal.

Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2014 zijn definitief. De cijfers over 2015 en 2016 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per 22 december 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet. Zie voor meer informatie paragraaf 3.

Wijziging per 30 juni 2017:
Nader voorlopige cijfers over 2016 zijn toegevoegd.

Vanaf verslagjaar 2016 zijn er twee trendbreuken in de Energiebalans die te maken hebben met een betere aansluiting bij internationale conventies:
1. Verplaatsen van aanvoer van elektriciteit door elektriciteitscentrales. Tot en met 2015 is de elektriciteit die elektriciteitscentrales aanvoeren geteld bij de inzet van elektriciteit voor elektriciteitsproductie, vanaf 2016 is deze elektriciteit onderdeel van eigen verbruik van energiebedrijven. In 2016 ging het om ongeveer 2 PJ elektriciteit.
2. Verplaatsen van de inzet van hoogovengas en cokesovengas naar cokesfabrieken.
Cokesfabrieken gebruiken hoogovengas en cokesovengas voor het maken van proceswarmte. Tot en met 2015 werd dit geteld als inzet voor overige omzetting. Vanaf 2016 wordt dit geteld als eigen verbruik van de cokesfabrieken. In 2016 ging het om ongeveer 8 PJ kolengassen.

Wijziging per 12 oktober 2016:
Cijfers over 1990 tot en met 1994 zijn gereviseerd.

De cijfers van de energiebalans zijn over de periode 1990 tot en met 1994 gereviseerd. Deze revisie sluit aan de op de revisie die vorig jaar is doorgevoerd voor de jaren 1995 tot en met 2013. De belangrijkste aanleidingen hiervoor waren een trendbreuk in de tijdreeks voor het niet-energetisch gebruik, de mogelijkheid klantenbestanden van netwerkbedrijven te gebruiken voor het bepalen van het finaal verbruik van aardgas en elektriciteit en het beschikbaar komen van nieuwe broninformatie over het verbruik van brandstoffen voor vervoer en mobiele bronnen. Verder is het eigen verbruik van de energiebedrijven nu apart opgenomen en geen onderdeel meer van het finaal verbruik. Tot slot is nog een aantal aanpassingen doorgevoerd van kleinere omvang, zoals het corrigeren van geconstateerde fouten en bijstelling van cijfers door het beschikbaar komen van nieuwe informatie.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Energieaanbod
De hoeveelheid energie die primair beschikbaar is gekomen voor verbruik in Nederland.
Totaal aanbod (TPES)
De hoeveelheid energie die in het land primair beschikbaar komt (invoer plus winning en voorraadonttrekking) minus de hoeveelheid die het land verlaat (uitvoer en brandstofbunkering voor grensoverschrijdend verkeer).

TPES = Total Primary Energy Supply.
Winning
Het onttrekken van energie aan de natuur. Fossiele energiedragers steenkool, aardolie en aardgas worden gewonnen uit de aarde. Hernieuwbare energiedragers zijn onder andere windenergie en biomassa. Andere energiedragers zijn bijvoorbeeld kernenergie en afval.
Invoer
Aanvoer van energiedragers vanuit het buitenland.
Uitvoer
Afvoer van energiedragers naar het buitenland.
Invoersaldo
De invoer minus de uitvoer.
Bunkering
De levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart. Dit betreft schepen of vliegtuigen die vertrekken uit Nederlandse havens en aankomen in/op buitenlandse (lucht)havens. De post bunkering wordt in de energiebalans gezien als een vorm van uitvoer. De brandstof komt namelijk niet beschikbaar voor verbruik in Nederland. Bunkers per sector zijn niet bekend.
Voorraadmutatie
De verandering van de omvang van de voorraad. Bij energiestatistieken is dit de beginvoorraad minus de eindvoorraad, conform de internationale richtlijnen voor energiestatistieken. Een positief getal betekent dus dat de voorraad is afgenomen en dat het aanbod in Nederland is toegenomen. Voor een negatief getal geldt het omgekeerde (toename van de voorraad en afname van het aanbod).
Verbruikssaldo
De hoeveelheid energie die is verbruikt door bedrijven, huishoudens en vervoer in Nederland. Energie kan zijn verbruikt:
- bij omzetting in andere energiedragers, dit is de inzet minus de productie van energie, anders zou deze energie dubbel meetellen.
- als finaal verbruik.

Het verbruikssaldo is als volgt te berekenen:
Totaal saldo energieomzetting + totaal eigen verbruik energiesector + verliezen bij distributie + totaal finaal verbruik.
Energieomzetting
Het veranderen van de ene energiedrager in de andere. Dit kan de omzetting zijn van een brandstof in elektriciteit of warmte. Het kan ook de omzetting zijn van een brandstof in een andere soort brandstof, zoals de omzetting van ruwe aardolie in benzine.
Inzet energie voor omzetting
Totaal inzet
De hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te produceren. Het kan een omzetting zijn van een brandstof in warmte of elektriciteit. Het kan ook een fysieke bewerking van de ene in de andere brandstof zijn, zoals de omzetting van ruwe aardolie in benzine.

De totale inzet voor energieomzettingen is de som van:
- Inzet elektriciteit/WKK-omzetting
- Inzet andere omzetting
Inzet elektriciteit/WKK-omzetting
De hoeveelheid energie die is gebruikt voor de productie van
- alleen elektriciteit,
- elektriciteit en nuttig gebruikte warmte samen, ook bekend als warmtekrachtkoppeling (WKK). Warmte heeft de vorm van stoom of warm water.
Inzet andere omzetting
De hoeveelheid energie die is gebruikt voor de productie van
- de ene brandstof uit de andere, bijvoorbeeld het gebruik van ruwe aardolie als grondstof voor de productie van aardolieproducten, zoals benzine.
- alleen warmte. Dit is het geval bij bedrijven die warmte afleveren aan een ander bedrijf. Warmte heeft de vorm van stoom of warm water
Productie energie uit omzetting
Totaal productie
De hoeveelheid energie die is vervaardigd uit een andere energiedrager. Het kan een productie zijn van warmte of elektriciteit uit een brandstof. Het kan ook een productie van een brandstof zijn door fysieke bewerking van een andere, zoals de productie van benzine uit ruwe aardolie.

De totale productie uit energieomzettingen is de som van:
- Productie elektriciteit/WKK-omzetting
- Productie andere omzetting
Productie elektriciteit/WKK-omzetting
De hoeveelheid energie die wordt geproduceerd door elektriciteit- en WKK-omzetting.
Hieronder vallen de productie van:
- alleen elektriciteit
- elektriciteit en nuttig gebruikte warmte samen, ook bekend als warmtekrachtkoppeling (WKK). Warmte heeft de vorm van stoom of warm water.
Productie andere omzetting
De hoeveelheid energie die wordt geproduceerd door een andere omzetting.
Hieronder vallen:
- steenkool- en aardolieproducten die zijn gemaakt uit andere brandstoffen, bijvoorbeeld de productie van aardolieproducten, zoals benzine uit ruwe aardolie.
- warmte van bedrijven die warmte afleveren aan een ander bedrijf. Warmte heeft de vorm van stoom of warm water.
Dit is exclusief de warmte uit warmtekrachtkoppeling (WKK).
Saldo inzet-productie energie
Totaal saldo energieomzetting
Het verschil tussen de inzet voor en productie uit omzettingen.

Het totale saldo energieomzetting is de som van het saldo:
- bij elektriciteit/WKK-omzetting
- bij andere omzettingen

Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
Saldo elektriciteit/WKK-omzetting
De inzet minus de productie bij de omzetting van energiedragers in:
- alleen elektriciteit,
- elektriciteit en nuttig gebruikte warmte samen, ook bekend als warmtekrachtkoppeling (WKK). Warmte heeft de vorm van stoom of warm water.

Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
Saldo andere omzetting
De inzet minus de productie bij de omzetting van energiedragers in:
- een andere brandstof, zoals bij de productie van steenkool- en aardolieproducten.
- alleen warmte. Dit is het geval bij bedrijven die warmte afleveren aan een ander bedrijf. Dit is exclusief warmteproductie uit warmtekrachtkoppeling (WKK).

Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
Eigen verbruik energiesector
De hoeveelheid energie die is verbruikt door de energiesector in Nederland.
Verliezen bij distributie
Aardgas, elektriciteit en warmte die verloren gaat bij het transport.

Bij elektriciteit betreft dit de totale netverliezen, dus het fysieke verlies door het transport van elektriciteit en het administratieve verlies door fraude, meetfouten en onvolkomenheden in de administratie.
Finaal verbruik
De hoeveelheid energie die is verbruikt door bedrijven, huishoudens en vervoer in Nederland.
Totaal finaal verbruik
Dit is een optelling van finaal energieverbruik en niet-energetisch gebruik.
Finaal energieverbruik
Het door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager.

Voorbeelden zijn het verbranden van aardgas in een warmteketel, het verbruik van elektriciteit door huishoudens en het verbruik van motorbrandstoffen voor vervoer.
Niet-energetisch gebruik
Het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is. Hierbij blijft de voor het productieproces gebruikte energie in het product aanwezig. Voorbeelden zijn het gebruik van olie als grondstof voor plastic of aardgas voor kunstmest.
Statistische verschillen
Het verschil tussen het energieaanbod en het energieverbruik van een energiedrager.

Dit verschil ontstaat doordat de gegevens over aanbod en verbruik uit verschillende bronnen komen. Voor veel energiedragers wordt het verschil toegedeeld aan aanbod of verbruik. Daarmee wordt het statistisch verschil nihil.