Leerlingen en studenten; onderwijssoort, vanaf 1900

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat per school-/studiejaar gegevens over aantallen leerlingen en studenten naar onderwijssoort in het door de overheid bekostigde onderwijs.

Gegevens beschikbaar: vanaf 1900.

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met de school-/studiejaren 2021/'22 zijn definitief en die over het school-/studiejaar 2022/'23 zijn voorlopig.
Voor het hoger onderwijs zijn de cijfers vanaf 2015/'16 inclusief theologische universiteiten en universiteit voor humanistiek. Vanaf 2016/'17 is ook de Transnationale Universiteit Limburg meegenomen.

Wijzigingen per 22 augustus 2023:
De definitieve cijfers over het school-/studiejaar 2021/'22 en de voorlopige cijfers over het school-/studiejaar 2022/'23 zijn toegevoegd.
Vanaf het studiejaar 2021/’22 worden de studenten in het mbo niet meer ingedeeld naar sector. Daarom worden bij de onderwerpen de totalen over de sectoren direct getoond onder ‘Middelbaar Beroepsonderwijs vanaf 1950’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2024 komen de definitieve cijfers over het school-/studiejaar 2022/'2023 en de voorlopige cijfers over het school-/studiejaar 2023/'24 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Primair onderwijs
(Speciaal) basisonderwijs en speciale scholen.
Lager onderwijs
Tot schooljaar 1985/'86 kleuteronderwijs en gewoon lager onderwijs. Deze onderwijssoorten zijn per 1985/'86 samengegaan in het basisonderwijs.
Daarnaast bestaat vanaf 1991/'92 het speciaal basisonderwijs.
Kleuteronderwijs
Reeks van 1900/'01 tot 195/'86.

Het kleuteronderwijs is voor het eerst wettelijk geregeld bij de kleuteronderwijswet in 1955. In de periode daarvoor speelde het gemeentelijk en vooral particulier initiatief een belangrijke rol.

Per 1 augustus 1985 is het kleuteronderwijs samen met het gewoon lager onderwijs opgegaan in het basisonderwijs volgens de Wet op het Basisonderwijs (wbo). Op 1 augustus 1998 werd deze wet vervangen door de Wet op het Primair Onderwijs (wpo).
Basisonderwijs
Tot 1985/'86 alleen het gewoon lager onderwijs (glo).

Het gewoon lager onderwijs (glo) is geregeld bij de Lager Onderwijswet van 1920.
Het glo werd voor het eerst in 1850 geregistreerd.
Tot 1927 is het uitgebreid lager onderwijs (ulo) biij het glo geteld.

Het basisonderwijs is per 1 augustus 1985 ingevoerd door het samenvoegen van het kleuteronderwijs en het gewoon lager onderwijs volgens de Wet op het Basisonderwijs (wbo).
Op 1 augustus 1998 werd deze wet vervangen door de Wet op het Primair Onderwijs (wpo).

De WPO regelt zowel het basisonderwijs zoals opgenomen in de WBO, als het speciaal basisonderwijs, dat bestaat uit het voormalige so-lom (speciaal onderwijs (basis) voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden) en so-mlk (speciaal onderwijs (basis) voor moeilijk lerende kinderen).

Het basisonderwijs is bedoeld voor kinderen van 4 tot 13 jaar.
Speciaal basisonderwijs
Vanaf 1991/'92.

Het speciaal basisonderwijs is bedoeld voor kinderen die meer hulp nodig hebben bij de opvoeding en het leren dan het gewone basisonderwijs kan bieden.
Het speciaal basisonderwijs is gestart in 1991/'92. Daarvoor werden deze leerlingen als moeilijk lerende kinderen (mlk) bij het buitengewoon onderwijs (later speciaal onderwijs) geteld.
Speciaal onderwijs
Buitengewoon lager onderwijs (blo-buo) tot 1991/'92, speciaal voorgezet onderwijs 1991/'92 tot 1998/'99.
Speciale scholen vanaf 1991/'92.

Rond 1900 bestond het buitengewoon lager onderwijs (blo) uit scholen voor zwakzinnigen (later scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk)) en scholen voor doofstommen (later scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom)).

Later zijn hier de scholen voor blinden en slechthorenden bij gekomen. Samen met de scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen zijn deze aantallen ondergebracht bij overig buitengewoon onderwijs.

Begin jaren negentig is met de komst van nieuwe wetten de verdeling van het buitengewoon onderwijs gewijzigd. Het basis-mlk en -lom onderwijs is overgegaan naar het speciaal basisonderwijs. Het voortgezet-mlk en -lom onderwijs is overgegaan naar het voortgezet onderwijs. Het mlk naar het praktijkonderwijs. Het lom is opgegaan in het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). De resterende groepen vallen onder de Wet voor Expertisecentra. In deze tabel verder speciale scholen genoemd.

Het speciaal voortgezet onderwijs is de voortzetting van het voormalig voortgezet onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (vso-lom) en moeilijk lerende kinderen (vso-mlk).
Buitengewoon (lager) onderwijs
De reeks van het totaal buitengewoon (lager) onderwijs loopt tot 1991/'92. De reeks van het 'blo-buo' loopt vanaf 1991/'92 door onder 'speciale scholen'.

Het buitengewoon (lager) onderwijs (blo, later buo) is onderwijs voor kinderen die een speciale benadering nodig hebben wegens gedrags- of leerproblemen of wegens een lichamelijke handicap.

Het speciaal voortgezet onderwijs is de voortzetting van het voormalig voortgezet onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (vso-lom) en moeilijk lerende kinderen (vso-mlk).
Totaal blo-buo
Reeks tot 1991/'92.

Totaal is de som van:
- (zeer) moeilijke lerende kinderen
- kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden
- overig buitengewoon (lager) onderwijs.
(Zeer) moeilijk lerende kinderen
Reeks tot 1991/'92.

Basis- en voortgezet onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) en moeilijk lerende kinderen (mlk).

Vanaf het schooljaar 1991/'92 is het basisonderwijs aan moeilijk lerende overgegaan naar het speciaal basisonderwijs.

De reeks van het voortgezet onderwijs voor moeilijk lerende kinderen is van 1991/'92 tot 1998/'99 voortgezet bij het speciaal voortgezet onderwijs.
Vanaf 1998/'99 zijn deze leerlingen bij het voortgezet onderwijs geteld.

Het basis- en voortgezet onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) is vanaf 1991/'92 bij de speciale scholen geteld.
Leer- en opvoedingsmoeilijkheden
Reeks tot 1991/'92.

Basis- en voortgezet onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom).

Vanaf het schooljaar 1991/'92 is het basisonderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden overgegaan naar het speciaal basisonderwijs.

De reeks van het voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden is van 1991/'92 tot 1998/'99 voortgezet bij het speciaal voortgezet onderwijs.
Vanaf 1998/'99 zijn deze leerlingen bij het voortgezet onderwijs geteld.
Overig buitengewoon (lager) onderwijs
Reeks tot 1991/'92.

Overig (voortgezet) speciaal onderwijs bestaat onder andere uit leerlingen aan scholen voor doven, slechthorenden, blinden, slechtzienden en scholen

Vanaf 1991/'92 zijn de leerlingen in het overig (voortgezet) speciaal onderwijs bij de speciale scholen geteld.
Spec. voortgezet onderwijs 1991 tot 1998
Reeks van 1991/'92 tot 1998/'99.

Het speciaal voortgezet onderwijs is de voortzetting van het voormalig voortgezet onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (vso-lom) en moeilijk lerende kinderen (vso-mlk).

Deze reeks loopt van 1991/'92 tot 1998/'99. Vanaf 1998/'99 valt het speciaal voortgezet onderwijs onder de Wet op het Voortgezet Onderwijs en gaat deze reeks verder in het voortgezet onderwijs.
Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs omvat de volgende onderwijssoorten van het voltijdonderwijs:

- middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) (1968 tot 1990);
- meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) (1927 tot1968)
- hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) (vanaf 1968)
- middelbare school voor meisjes (msvm) (1900 tot1968)
- voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) (vanaf 1968)
- lyceum (1910 tot 1968)
- gymnasium (1900 tot 1990)
- atheneum (1968 tot 1990)
- hogere burgerschool (hbs) (1900 tot 1968)
- lager beroepsonderwijs (lbo )(1950 tot 1990)
- voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) (1990 tot 2002)
- individueel beroepsonderwijs (ibo) (incl. bij lbo)
- individueel voorbereidend beroepsonderwijs (ivbo (incl. bij vbo)
- leerwegondersteundend onderwijs (lwoo) (incl. bij vbo en vmbo)
- voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) ( vanaf 2001)
- middenschool (1977 tot 1990)
- handelsdagschool (1900 tot 1971)
- speciaal voortgezet onderwijs (svo) (1989 tot 2002)
- praktijkonderwijs (vanaf 1999).

Vanaf 2002 zijn de mavo, het vbo en het ivbo volledig overgegaan in het vmbo.
Het vmbo is inclusief het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).
Totaal voortgezet onderwijs
Reeks vanaf 1900.

Het totaal voortgezet onderwijs omvat het aantal leerlingen in de volgende onderwijssoorten van het voltijdonderwijs:

1900/'01 tot 1968/'69:
- meer uitgebreid lager onderwijs (mulo)
- middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo)
- middelbare school voor meisjes (msvm)
- hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)
- handelsdagschool
- gymnasium
- hogere burgerschool (hbs)
- atheneum
- lyceum
- voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo).

vanaf 1968/'69:
- voortgezet onderwijs brugjaren
- vwo
- havo
- mavo
- middenschool
- lager beroepsonderwijs (lbo)
- voorbereidend beroepsonderwijs (vbo)
- individueel beroepsonderwijs (ibo)
- individueel voorbereidend beroepsonderwijs (ivbo)
- leerwegondersteundend onderwijs (lwoo)
- voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)
- praktijkonderwijs
- speciaal voortgezet onderwijs (svo).

In 2002/'03 zijn de mavo, het vbo en het ivbo volledig overgegaan in het vmbo.
Het vmbo is inclusief het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).