Leerlingen en studenten; onderwijssoort, vanaf 1900

Leerlingen en studenten; onderwijssoort, vanaf 1900

Geslacht Perioden Primair onderwijs Speciaal onderwijs Speciale scholen Totaal speciale scholen (x 1 000) Primair onderwijs Speciaal onderwijs Speciale scholen Speciale scholen - basis (x 1 000) Primair onderwijs Speciaal onderwijs Speciale scholen Speciale scholen - voortgezet (x 1 000)
Totaal mannen en vrouwen 2022/'23* 72,4 34,0 38,4
Mannen 2022/'23* 51,9 25,0 27,0
Vrouwen 2022/'23* 20,5 9,0 11,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat per school-/studiejaar gegevens over aantallen leerlingen en studenten naar onderwijssoort in het door de overheid bekostigde onderwijs.

Gegevens beschikbaar: vanaf 1900.

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met de school-/studiejaren 2021/'22 zijn definitief en die over het school-/studiejaar 2022/'23 zijn voorlopig.
Voor het hoger onderwijs zijn de cijfers vanaf 2015/'16 inclusief theologische universiteiten en universiteit voor humanistiek. Vanaf 2016/'17 is ook de Transnationale Universiteit Limburg meegenomen.

Wijzigingen per 22 augustus 2023:
De definitieve cijfers over het school-/studiejaar 2021/'22 en de voorlopige cijfers over het school-/studiejaar 2022/'23 zijn toegevoegd.
Vanaf het studiejaar 2021/’22 worden de studenten in het mbo niet meer ingedeeld naar sector. Daarom worden bij de onderwerpen de totalen over de sectoren direct getoond onder ‘Middelbaar Beroepsonderwijs vanaf 1950’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2024 komen de definitieve cijfers over het school-/studiejaar 2022/'2023 en de voorlopige cijfers over het school-/studiejaar 2023/'24 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Primair onderwijs
(Speciaal) basisonderwijs en speciale scholen.
Speciaal onderwijs
Buitengewoon lager onderwijs (blo-buo) tot 1991/'92, speciaal voorgezet onderwijs 1991/'92 tot 1998/'99.
Speciale scholen vanaf 1991/'92.

Rond 1900 bestond het buitengewoon lager onderwijs (blo) uit scholen voor zwakzinnigen (later scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk)) en scholen voor doofstommen (later scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom)).

Later zijn hier de scholen voor blinden en slechthorenden bij gekomen. Samen met de scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen zijn deze aantallen ondergebracht bij overig buitengewoon onderwijs.

Begin jaren negentig is met de komst van nieuwe wetten de verdeling van het buitengewoon onderwijs gewijzigd. Het basis-mlk en -lom onderwijs is overgegaan naar het speciaal basisonderwijs. Het voortgezet-mlk en -lom onderwijs is overgegaan naar het voortgezet onderwijs. Het mlk naar het praktijkonderwijs. Het lom is opgegaan in het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). De resterende groepen vallen onder de Wet voor Expertisecentra. In deze tabel verder speciale scholen genoemd.

Het speciaal voortgezet onderwijs is de voortzetting van het voormalig voortgezet onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (vso-lom) en moeilijk lerende kinderen (vso-mlk).
Speciale scholen
Vanaf 1991/'92.

Het onderwijs op speciale scholen omvat basis- en voortgezet onderwijs aan zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen.

Voor cijfers vóór 1991/'92 zie de reeksen onder 'buitengewoon (lager) onderwijs'.
Totaal speciale scholen
Vanaf 1991/'92.

Totaal van speciale scholen (basisonderwijs en voortgezet onderwijs).
Speciale scholen - basis
Vanaf 1990/'91.

Het basisonderwijs op speciale scholen omvat onderwijs aan zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen.
Speciale scholen - voortgezet
Vanaf 1990/'91.

Het voortgezet onderwijs op speciale scholen omvat onderwijs aan zeer moeilijk lerende of opvoedbare kinderen, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen.