Nationaliteitswijziging; geslacht, leeftijd, soort regeling, verblijfsduur

Nationaliteitswijziging; geslacht, leeftijd, soort regeling, verblijfsduur

Geslacht Perioden Totaal verkrijging Nederlanderschap (aantal) Nederlanderschap door erkenning (aantal) Nederlanderschap van rechtswege Nederlanderschap door vaststellen vad... (aantal) Nederlanderschap van rechtswege Nederlanderschap door adoptie Naar leeftijd (op 31 december) Totaal Nederlanderschap door adoptie (aantal) Nederlanderschap van rechtswege Nederlanderschap door adoptie Naar verblijfsduur in Nederland Totaal Nederlanderschap door adoptie (aantal) Nederlanderschap door optie Totaal Nederlanderschap door optie (aantal) Nederlanderschap door optie Naar leeftijd (op 31 december) Totaal Nederlanderschap door optie (aantal) Nederlanderschap door optie Naar burgerlijke staat Totaal Nederlanderschap door optie (aantal) Nederlanderschap door optie Naar geboorteland Totaal Nederlanderschap door optie (aantal) Nederlanderschap door verlening Totaal Nederlanderschap door verlening Naar leeftijd (op 31 december) Totaal Nederlanderschap door verlening (aantal) Nederlanderschap door verlening Totaal Nederlanderschap door verlening Naar burgerlijke staat Totaal Nederlanderschap door verlening (aantal) Nederlanderschap door verlening Totaal Nederlanderschap door verlening Naar verblijfsduur in Nederland Totaal Nederlanderschap door verlening (aantal) Verlies van het Nederlanderschap (aantal)
Totaal mannen en vrouwen 2022 53.678 369 29 78 78 5.967 5.967 5.967 5.967 47.235 47.235 47.235 135
Mannen 2022 25.235 202 13 48 48 2.549 2.549 2.549 2.549 22.423 22.423 22.423 78
Vrouwen 2022 28.443 167 16 30 30 3.418 3.418 3.418 3.418 24.812 24.812 24.812 57
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het verkrijgen van het Nederlanderschap en het verlies ervan door personen die behoren tot de bevolking van Nederland per soort regeling naar geslacht. Enkele regelingen kunnen worden uitgesplitst naar leeftijd, verblijfsduur in Nederland, burgerlijke staat of geboorteland.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1985

De status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 21 september 2023:
De cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het 3e kwartaal van 2024 worden de definitieve cijfers over 2023 in deze publicatie opgenomen.

Toelichting onderwerpen

Totaal verkrijging Nederlanderschap
Totaal verkrijging Nederlanderschap
Verkrijging van het Nederlanderschap anders dan door geboorte.
Het Nederlanderschap kan worden verkregen van rechtswege (waaronder door adoptie), door optie, door naturalisatie (zelfstandige of medenaturalisatie) en door erkenning. Tussen 1 april 2003 en 1 maart 2009 was het niet mogelijk om het Nederlanderschap te verkrijgen door erkenning.
Niet meegeteld zijn (volgens artikel 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap):
- kinderen waarvan de vader en / of moeder Nederlander is tijdens de geboorte van het kind;
- vondelingen;
- personen van de derde generatie.
Zij zijn automatisch Nederlander en worden opgenomen in de geboortestatistiek.
Nederlanderschap door erkenning
Nederlanderschap door erkenning
In het bezit komen van de Nederlandse nationaliteit door niet-Nederlandse kinderen die vóór het bereiken van de leeftijd van 18 jaar door een Nederlandse vader worden erkend of door zijn huwelijk worden gewettigd (artikel 4, Rijkswet op het Nederlanderschap (oud)). Deze regeling gold niet tussen 1 april 2003 en 1 maart 2009.
Tussen 1 april 2003 en 1 maart 2009 kon een erkend of gewettigd kind jonger dan 18 jaar na drie jaar opvoeding en verzorging door de Nederlandse man, door wie het kind is erkend of gewettigd, het Nederlanderschap verkrijgen door optie (artikel 6, eerste lid onder c van de Rijkswet op het Nederlanderschap).
Nederlanderschap van rechtswege
Het verkrijgen van het Nederlanderschap (anders dan door geboorte) door minderjarige kinderen:
- van mannen met de Nederlandse nationaliteit van wie het vaderschap gerechtelijk is vastgesteld (artikel 4, lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (vanaf 1 april 2003));
- die worden geadopteerd en van wie ten minste één van de adoptiefouders Nederlander is (artikel 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap).
Niet meegeteld zijn (volgens artikel 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap):
- kinderen waarvan de vader en / of moeder Nederlander is tijdens de geboorte van het kind;
- vondelingen;
- personen van de derde generatie.
Zij zijn automatisch Nederlander en worden opgenomen in de geboortestatistiek.
Nederlanderschap door adoptie
Verkrijging van het Nederlanderschap door adoptie.
Naar leeftijd (op 31 december)
Verkrijging van het Nederlanderschap door adoptie naar leeftijd van de persoon.
Leeftijd:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van verkrijging van het Nederlanderschap is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Te berekenen als jaar van verkrijging van het Nederlanderschap min geboortejaar.
Totaal Nederlanderschap door adoptie
Naar verblijfsduur in Nederland
Verkrijging van het Nederlanderschap door adoptie naar verblijfsduur van de persoon in Nederland.
Verblijfsduur:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van verkrijging van het Nederlanderschap is verstreken sinds het jaar van vestiging in Nederland van de persoon. Te berekenen als jaar van verkrijging van het Nederlanderschap min jaar van vestiging in Nederland.
Totaal Nederlanderschap door adoptie
Nederlanderschap door vaststellen vad...
Verkrijging van het Nederlanderschap door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap.
Mogelijk vanaf 01-04-2003.
Nederlanderschap door optie
In het bezit komen van de Nederlandse nationaliteit door personen die daarvoor kunnen kiezen op grond van artikel 6 van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2000, laatst gewijzigd op 1 april 2003.
Enkele belangrijke categorieën optiegerechtigden zijn:
- de toegelaten meerderjarige niet-Nederlander die in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba is geboren en daar vanaf de geboorte heeft gewoond;
- de niet-Nederlander die in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba is geboren, daar gedurende een onafgebroken periode van tenminste drie jaar is toegelaten en heeft gewoond en vanaf de geboorte staatloos is; - de minderjarige niet-Nederlander, erkend door een Nederlander, of zonder erkenning door wettiging het kind van een Nederlander geworden, die gedurende een onafgebroken periode van tenminste drie jaar verzorging en opvoeding heeft genoten van deze Nederlander.
Met ingang van 1 april 2003 is de optieprocedure, geregeld in artikel 6 van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2000, ingrijpend gewijzigd. Voordien was de verkrijging van het Nederlanderschap door optie niet afhankelijk van een beslissing van een bestuursorgaan.
De niet-Nederlander die bij een in deze wet aangewezen bestuursorgaan verklaarde Nederlander te willen worden en op dat moment voldeed aan alle voorwaarden, verkreeg daarmee onmiddellijk de Nederlandse nationaliteit.
Indien achteraf bleek dat betrokkene bij het uitbrengen van de optieverklaring toch niet aan alle voorwaarden voldeed, werd de oude situatie hersteld alsof betrokkene nooit de Nederlandse nationaliteit had verkregen. Daarbij maakt het geen verschil of er sprake was van een fout van het bestuursorgaan of van het verstrekken van onjuiste gegevens door de niet-Nederlander zelf.
Met ingang van 1 april 2003 moet de optant in beginsel in persoon verschijnen en kan de optieverklaring alleen schriftelijk worden uitgebracht. Het Nederlanderschap wordt eerst verkregen na schriftelijke bevestiging door het daartoe bevoegde bestuursorgaan. Minderjarige niet-Nederlandse kinderen delen voortaan onder bepaalde voorwaarden in de verkrijging van het Nederlanderschap door hun ouders. Dit wijkt sterk af van de situatie voor 1 april 2003, toen ze nooit in de optie van hun ouders deelden.
Meerderjarig:
Heeft betrekking op een persoon van 18 jaar of ouder of een persoon die vóór het bereiken van de 18e verjaardag in het huwelijk is getreden. Vóór 1986 lag deze leeftijd op 21 jaar of ouder.
Minderjarig:
Heeft betrekking op een (ongehuwd) persoon jonger dan achttien jaar. Vóór 1986: jonger dan 21 jaar.
Staatloos:
Persoon die door geen enkele staat als onderdaan kan worden beschouwd.
Totaal Nederlanderschap door optie
Naar leeftijd (op 31 december)
Verkrijging van het Nederlanderschap door optie naar leeftijd van de persoon.
Leeftijd:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van verkrijging van het Nederlanderschap is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Te berekenen als jaar van verkrijging van het Nederlanderschap min geboortejaar.
Totaal Nederlanderschap door optie
Naar burgerlijke staat
Verkrijging van het Nederlanderschap door optie naar burgerlijke staat van de persoon.
Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap.
Per 1 januari 1998 is het geregistreerd partnerschap ingevoerd. Doorgaans worden het geregistreerd partnerschap en het huwelijk op dezelfde wijze behandeld.
Geregistreerd partnerschap:
Een op het huwelijk lijkende relatie tussen twee personen van gelijk of van verschillend geslacht, vastgelegd in een akte van de Burgerlijke Stand.
Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd.
Totaal Nederlanderschap door optie
Naar geboorteland
Verkrijging van het Nederlanderschap door optie naar geboorteland van de persoon.
Totaal Nederlanderschap door optie
Nederlanderschap door verlening
Verkrijging van het Nederlanderschap door verlening kan door middel van zelfstandige naturalisatie of medenaturalisatie.
Zelfstandige naturalisatie:
Verlening van de Nederlandse nationaliteit aan meerderjarige niet-Nederlanders die daarom verzoeken.
Om het Nederlanderschap te kunnen toekennen, mogen er geen bedenkingen bestaan tegen het verblijf voor onbepaalde tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba. Degene die om naturalisatie verzoekt, moet ten minste vijf jaren onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba woonplaats of werkelijk verblijf hebben gehad. Verzoeker moet als ingeburgerd worden beschouwd in de Nederlandse, de Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving, hetgeen onder andere blijkt uit een redelijke kennis van de Nederlandse taal en de opname in de Nederlandse, de Nederlands- Antilliaanse of Arubaanse samenleving. Sinds 1 april 2003 wordt dit bepaald door middel van het afnemen van een naturalisatietoets (Besluit naturalisatietoets van 15 april 2002, in werking getreden op 1 april 2003). De toets sluit aan bij niveau 2 van de inburgeringstoets die wordt gebruikt in de Wet Inburgering Nieuwkomers. De toets kent een mondeling en een schriftelijk deel. Wie al een inburgeringstraject op niveau 2 of hoger heeft afgelegd, en wie een ruime Nederlandse schoolervaring heeft, is van de toets vrijgesteld.
Op de woonplaatstermijn van vijf jaar bestaat een aantal uitzonderingen.
Zo geldt bijvoorbeeld deze termijn niet voor verzoekers die ooit de Nederlandse nationaliteit hebben bezeten en is deze termijn drie jaar voor verzoekers die gehuwd zijn met een Nederlander of een duurzame relatie anders dan het huwelijk met een Nederlander hebben (artikelen 7 en 8 van de Rijkswet op het Nederlanderschap).
Medenaturalisatie:
Minderjarige kinderen delen in de naturalisatie van de vader of moeder aan wie het Nederlanderschap is verleend, indien dit is vastgelegd in het besluit. Minderjarigen van twaalf jaar en ouder hebben daarbij inspraak. Wil het kind niet worden genaturaliseerd, dan zal dat ook niet gebeuren (artikel 11 van de Rijkswet op het Nederlanderschap).
Meerderjarig:
Heeft betrekking op een persoon van 18 jaar of ouder of een persoon die vóór het bereiken van de 18e verjaardag in het huwelijk is getreden. Vóór 1986 lag deze leeftijd op 21 jaar of ouder.
Minderjarig:
Heeft betrekking op een (ongehuwd) persoon jonger dan 18 jaar. Vóór 1986: jonger dan 21 jaar.
Staatloos:
Persoon die door geen enkele staat als onderdaan kan worden beschouwd.
Totaal Nederlanderschap door verlening
Totaal verkrijging van het Nederlanderschap door verlening.
Naar leeftijd (op 31 december)
Verkrijging van het Nederlanderschap door verlening naar leeftijd van de persoon.
Leeftijd:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van verkrijging van het Nederlanderschap is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon. Te berekenen als jaar van verkrijging van het Nederlanderschap min geboortejaar.
Totaal Nederlanderschap door verlening
Naar burgerlijke staat
Verkrijging van het Nederlanderschap door verlening naar burgerlijke staat van de persoon.
Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap. Per 1 januari 1998 is het geregistreerd partnerschap ingevoerd. Doorgaans worden het geregistreerd partnerschap en het huwelijk op dezelfde wijze behandeld.
Geregistreerd partnerschap:
Een op het huwelijk lijkende relatie tussen twee personen van gelijk of van verschillend geslacht, vastgelegd in een akte van de Burgerlijke Stand. Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd.
Totaal Nederlanderschap door verlening
Naar verblijfsduur in Nederland
Verkrijging van het Nederlanderschap door verlening naar verblijfsduur van de persoon in Nederland.
Verblijfsduur:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van verkrijging van het Nederlanderschap is verstreken sinds het jaar van vestiging in Nederland van de persoon. Te berekenen als jaar van verkrijging van het Nederlanderschap min jaar van vestiging in Nederland.
Totaal Nederlanderschap door verlening
Verlies van het Nederlanderschap
Intrekking of afstand doen van de Nederlandse nationaliteit.
Het Nederlanderschap gaat verloren wanneer de familierechtelijke betrekkingen waaraan het Nederlanderschap is ontleend (artikel 3, 4 en 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap), vervalt. Hierbij geldt wel dat het Nederlanderschap in geen geval verloren gaat als daar van staatloosheid het gevolg zou zijn.
Meerderjarigen verliezen het Nederlanderschap door vrijwillig een andere nationaliteit te verkrijgen of door een verklaring van afstand af te leggen.
Voor een minderjarige gaat het Nederlanderschap onder meer verloren in beval van erkenning, wettiging of adoptie door een niet-Nederlander als de minderjarige daardoor diens nationaliteit verkrijgt of (bij meervoudige nationaliteit) die reeds bezat. Ook dit mag echter niet leiden tot staatloosheid.
Daarnaast kan het verlies van het Nederlanderschap niet optreden zolang één van de ouders nog Nederlander is.
Meerderjarig:
Heeft betrekking op een persoon van 18 jaar of ouder of een persoon die vóór het bereiken van de 18e verjaardag in het huwelijk is getreden. Vóór 1986 lag deze leeftijd op 21 jaar of ouder.
Minderjarig:
Heeft betrekking op een (ongehuwd) persoon jonger dan 18 jaar.
Vóór 1986: jonger dan 21 jaar.
Staatloos:
Persoon die door geen enkele staat als onderdaan kan worden beschouwd.