Loonkosten

De brutolonen per gewerkt uur van werknemers stegen in het vierde kwartaal van 2023 met 8,8 procent. De loonkosten per gewerkt uur stegen met 8,5 procent. De loonkosten zijn de optelsom van de lonen, sociale premies ten laste van werkgevers en eindheffingen minus loonkostensubsidies. In deze cijfers is ook de loonontwikkeling begrepen van werknemers die niet onder een cao vallen. Alle looncijfers hebben alleen betrekking op werknemers; het inkomen van zelfstandigen wordt niet gezien als loon, maar als gemengd inkomen uit arbeid, waartoe ook de winst uit bedrijfsvoering behoort.

De lonen en loonkosten per gewerkt uur verschillen sterk per bedrijfstak. In het vierde kwartaal van 2023 stegen de lonen per gewerkt uur met 12,0 procent het meest in het onderwijs. Deze stijging is het gevolg van allerlei cao-afspraken (waaronder een eenmalige uitkering). In de bouw was de stijging het kleinst (5,0 procent).

In het vierde kwartaal van 2023 zijn de loonkosten het hoogst in de handel, vervoer en horeca met 23,4 miljard euro. In deze bedrijfstak gaat ruim 18 procent van de totale loonkosten om. In deze bedrijfstak zijn ook de meeste werknemers werkzaam. In de bedrijfstakken landbouw en visserij en verhuur en handel van onroerend goed liggen de loonkosten net boven de één miljard euro.

In 2023 stegen de lonen per gewerkt uur met 7,2 procent en de loonkosten per gewerkt uur stegen met 6,8 procent. De gewerkte uren van werknemers zijn met 1,0 procent gestegen.

In 2023 bedroegen de totale loonkosten 483,8 miljard euro. Dat is de optelsom van 380,8 miljard euro aan brutolonen, 105,3 miljard euro aan sociale premies ten laste van werkgevers en 0,7 miljard euro aan eindheffingen, verminderd met 2,9 miljard euro aan loonkostensubsidies. De loonkosten stegen in 2023 met 35,4 miljard euro (7,9 procent). Dit cijfer is opgebouwd uit een stijging van de lonen (29,2 miljard euro), een toename van de sociale premies ten laste van werkgevers (5,2 miljard euro) en dalende loonkostensubsidies en eindheffingen (1,0 miljard euro).

Cijfers op StatLine: Beloning en arbeidsvolume van werknemers volgens Nationale rekeningen en  Beloning en arbeidsvolume van werknemers naar bedrijfstak volgens Nationale rekeningen

Deze gegevens zijn gebaseerd op de beloning van werknemers volgens de Nationale rekeningen. Ze wijken af van de cao-gegevens over lonen en loonkosten. Dit komt onder meer doordat:

  • de gegevens van de Nationale rekeningen de gehele werknemerspopulatie beschrijven en de cao-gegevens alleen de werknemers die onder een cao vallen. Naar schatting acht van de tien werknemers vallen onder een cao. 
  • de gegevens van de Nationale rekeningen zijn gebaseerd op werkelijke geldstromen en alle looncomponenten en werkgeverslasten bevatten. De cao-lonen en contractuele loonkosten laten de ontwikkeling zien van de lonen en sociale lasten voor zover die onvoorwaardelijk voor alle werknemers gelden.
  • de ontwikkeling op basis van cao-informatie structuurvrij is, want wijzigingen in de werknemerspopulatie hebben geen effect op de ontwikkeling van de loon(kosten). Deze wijzigingen werken wel door in de gegevens van de Nationale rekeningen.