Aandeel vrijwilligers verschilt per provincie

Het aandeel vrijwilligers verschilt aanzienlijk tussen de provincies en is het laagst in Limburg en Zuid-Holland. In Friesland, Overijssel en Utrecht zijn relatief veel vrijwilligers actief. De grootste verschillen zijn te zien bij de inzet voor kerk en sportvereniging. Dat heeft het CBS vandaag bekendgemaakt.

Meeste vrijwilligers in Friesland, Overijssel en Utrecht

De helft van de volwassenen in Nederland doet minstens een keer per jaar vrijwilligerswerk voor een organisatie. Het aandeel vrijwilligers verschilt aanzienlijk tussen de provincies. In Friesland, Overijssel en Utrecht is dit met 55 tot 58 procent het hoogst, in Zuid-Holland (46 procent) en Limburg (44 procent) het laagst. Dat blijkt uit het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn dat het CBS in 2012 en 2013 heeft uitgevoerd.
Dat beeld verandert nauwelijks als rekening gehouden wordt met verschillen in bevolkingssamenstelling tussen de provincies, zoals leeftijd, herkomst, opleidingsniveau en religie. De uiteenlopende aandelen vrijwilligers per provincie tonen overeenkomst met verschillen op diverse andere terreinen van participatie in de samenleving en het vertrouwen in de medemens en instituties.

 
 

Vooral verschil bij inzet voor kerk en school

De vrijwillige inzet voor de kerk varieert het meest tussen de provincies: in Limburg, Noord-Brabant en Noord-Holland is ongeveer 5 procent daarbij actief, in de meeste andere provincies zeker twee keer zo veel, tot 13 procent in Overijssel. Het aandeel vrijwilligers voor een sportvereniging is met 12 tot 13 procent in Limburg, Zuid-Holland en Flevoland lager dan in de meeste andere provincies.
Vrijwilligerswerk voor een school gebeurt met 15 procent vaak in Friesland en Flevoland; Groningen, Zeeland en Limburg blijven met 9 procent daar bij achter. Vrijwillige inzet voor verzorging en verpleging varieert van 7 procent in Zuid-Holland tot 12 procent in Overijssel.

 
 

Bronnen: