Waardering voor activiteiten consultatiebureau

Nagenoeg alle zuigelingen en bijna 80 procent van de 4-jarigen komen minstens een keer per jaar op het consultatiebureau. Ouders hechten aan deze vorm van gezondheidszorg: zij geven aan het belang van de activiteiten van de bureaus gemiddeld een 8 op een schaal van 0 tot en met 10.

Aantal bezoeken per jaar aan consultatiebureau naar leeftijd kind, 1997/2004
Aantal bezoeken per jaar aan consultatiebureau naar leeftijd kind, 1997/2004

Hoe jonger, hoe vaker naar het consultatiebureau

In 1981 kwam 85 procent van de kinderen van 0 tot en met 4 jaar minstens één keer per jaar voor controle op het consultatiebureau. In 2004 is dat percentage 90.
Het bezoekpercentage daalt naarmate de kinderen ouder worden. Rond de eerste verjaardag komen nagenoeg alle kinderen naar het consultatiebureau, van de 4-jarigen komt bijna 80 procent.
Ouders of verzorgers van de jongsten gaan ook vaker, tot wel acht keer in het eerste levensjaar van het kind. Als het kind 4 jaar is, gaan ouders gemiddeld nog maar één keer per jaar naar het consultatiebureau. Het consultatiebureau wordt overigens niet gezien als vervanging voor de huisarts. In minder dan 3 procent van de gevallen wordt een bezoek aan de huisarts wel eens uitgesteld omdat er een afspraak met het consultatiebureau is.

Doorverwijzingen

Ruim een op de vijf kinderen is naar aanleiding van een bezoek aan het consultatiebureau wel eens doorverwezen voor verder onderzoek, advies of behandeling. Bijna een op de vier doorverwijzingen had betrekking op heupproblemen. Hierbij valt het op dat dit bij meisjes twee keer zo vaak voorkomt als bij jongens. Ook gehoor- en gezichtsproblemen leiden relatief vaak tot een doorverwijzing.

Reden doorverwijzing door consultatiebureau, 1997/2004

Reden doorverwijzing door consultatiebureau, 1997/2004

Méér dan wegen en meten

De activiteiten van het consultatiebureau worden door ouders belangrijk gevonden. Uitgedrukt in een rapportcijfer varieert hun oordeel tussen 7 en 9.
Ouders vinden inenten, lichamelijk onderzoek en het testen van de kinderen belangrijker dan de minder actieve handelingen zoals het geven van voedingsvoorlichting of het bespreken van gedrags- of opvoedingsproblemen.

Rapportcijfer voor de activiteiten van het consultatiebureau, 1997/2004

Rapportcijfer voor de activiteiten van het consultatiebureau, 1997/2004

Geen verschil in bezoek naar herkomstgroepering

Er bestaat zo goed als geen verschil in het bezoek aan het consultatiebureau naar herkomstgroepering. Bijna alle ouders van jonge kinderen zijn vertrouwd met het consultatiebureau. Zowel onder allochtone ouders of verzorgers als onder autochtone ouders is het bereik nagenoeg 90 procent.

Bezoek 0–4-jarigen aan consultatiebureau naar herkomstgroepering, 1997/2004

Bezoek 0–4-jarigen aan consultatiebureau naar herkomstgroepering, 1997/2004

Frans Frenken