Steeds meer Nederlanders bang voor inbraak

Ruim een op de tien Nederlanders denkt dat de kans (heel) groot is dat er bij hen wordt ingebroken. Dat aandeel is de afgelopen jaren toegenomen, vooral bij inwoners van weinig stedelijke gebieden en 65-plussers. Toch zijn deze groepen nog steeds het minst bang voor inbraak. De toename is opmerkelijk, omdat het aantal slachtoffers van (een poging tot) inbraak nauwelijks steeg. Dit heeft het CBS vandaag bekendgemaakt.

Grote kans op inbraak volgens 12 procent

In 2013 schatte ongeveer 12 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder de kans op inbraak in hun woning (heel) groot in. Dit komt overeen met naar schatting 1,7 miljoen personen. Bijna de helft van de inwoners denkt overigens dat die kans (heel) klein is, en de rest is neutraal of weet het niet. Inwoners van het platteland en 65-plussers zijn het minst bang voor inbraak.

Ingeschatte kans op woninginbraak, 2013

Ingeschatte kans op woninginbraak, 2013

Sterke stijging ingeschatte kans op inbraak

In de periode 2008-2013 is het percentage inwoners dat de kans op woninginbraak (heel) groot acht sterk gestegen, van 8,4 naar 12,1 procent. Deze stijging kan niet verklaard worden doordat meer mensen naar eigen zeggen daadwerkelijk slachtoffer zijn geworden van (poging tot) inbraak. Dat aandeel lag in 2013 met 3,1 procent maar iets boven dat in 2008. Ook het aantal bij de politie geregistreerde woninginbraken is niet sterk toegenomen en in 2013 zelfs iets gedaald. Een mogelijke verklaring voor de gestegen ingeschatte kans op inbraak is dat er steeds meer aandacht is voor criminaliteit. Zo zijn er voorlichtingscampagnes over inbraakpreventie, maar komen inbraken ook vaker in het (lokale) nieuws.

Woninginbraak: inschatting kans en slachtofferschap, 2008-2013

Woninginbraak: inschatting kans en slachtofferschap, 2008-2013

Vooral 65-plussers en plattelandsbewoners zijn banger geworden

De stijging van de ingeschatte grote kans op woninginbraak sinds 2008 is het grootst bij 65-plussers en plattelandsbewoners. Bij de inwoners van de ‘weinig stedelijke gebieden’ verdubbelde het aandeel dat de kans (heel) groot vond, van 5 naar 10 procent. Ook dit kan niet verklaard worden door een toename van het daadwerkelijke aandeel slachtoffers van inbraak over deze periode.

Ingeschatte kans op woninginbraak naar achtergrondkenmerken

Ingeschatte kans op woninginbraak naar achtergrondkenmerken

Moniek Coumans

Bronnen: